donderdag 19 mei 2016

FIRST NIGHT: LEARNING HOW TO WALK




LEARNING 


HOW TO WALK 




Er wordt gedanst en geacteerd, maar er zijn geen dansers of acteurs. Slechts vijf spelers. Ze spelen vier uur, al kan het ook vijf uur zijn. Vier verwelkomen de toeschouwers al bij het betreden van het bordes, de vijfde staat in de zaal, loopt tussen de rijen, een droge groet, een kwinkslag, om langzaam, met behulp van vijf schetsen aan de muur, te komen tot het verhaal wat men die avond zal beleven: van strandspelen van kinderen tot het spel van de ondoden, een categorie mensen waartoe de zombies, de vampiers, de geesten en de nazgûl behoren. 




Learning How to Walk
Wat niet letterlijk opgevat moet worden. Eerder als de wordingsgeschiedenis van de mens vanaf zijn eerste ademstoot, uitbarstend in een huilbui, en bij het ontwaken van het geheugen het benoemen der dingen. Te beginnen met het spelen met takjes, stenen, tot het ervaren van het spel als competitie, met zijn ambities en tactiek. De mens die van kind naar puber evolueert en ontdekt dat er altijd talrijke dingen tegelijk gebeuren. Het leven zoals het is, en niet anders. 

Het evolutieproces wordt ondersteund door een pracht van een muziekscore ontstaan bij het creatieproces, maar tijdens de voorstelling inspeelt op wat er gebeurt. De partituur is onderhevig aan de wisselwerking tussen publiek en spelers, die per voorstelling verschilt. Een performance valt of staat nu eenmaal met de magische lucht hangend tussen zaal en podium. 




Learning How to Talk
Eenmaal de mens met beide voeten op de grond staat moet hij leren spreken. Wat meer is dan praten over de dagdagelijkse dingen. Spreken is de kunst van het leven ontdekken door de beeldende kunsten. Van de grottekeningen tot de negen [of zijn het er intussen tien?] kunsten in hun huidige staat. Om tot de drie grote levensvragen te komen en daar een verklaring voor te zoeken: Van waar komen wij? Wie zijn wij? Waar gaan wij heen?  De mens kan zich niet losmaken van de culturele natuur, evenmin van de natuurlijke cultuur. 

In het tweede van de vijf kantelmomenten van deze voorstelling speelt de theatertechniek een belangrijke rol. De toeschouwer ziet de technici achterdoeken ophangen, laten stijgen en dalen. De schoonheid van de theatertrekken  benadrukt het belang van de mechaniek in de wereld. Zonder mechaniek blijft de mens een primitief schepsel. Hij heeft de som van de delen waardoor iets in werking wordt gebracht, geleerd, er tienduizend jaar over gedaan, en kan nu niet meer zonder. Het prominent naar voor schuiven van de theatertechniek toont aan hoe gestalte geven aan de verbeelding afhankelijk is geworden van primitief geknutsel tot robotwerk. 



Learning How to Touch
Zoals de mens leert de dingen te benoemen, moet hij ook leren de gevoelens te plaatsen, ondergaan, uiten, delen en weren. Het is een moeizaam proces, soms komisch, vaak dramatisch. Het ontraadselt geloof, hoop en liefde in combinatie met ongeloof, wanhoop en haat. ‘The battle is lost and won’, leert Shakespeare ons al in de eerste scène van Macbeth. Shakespeare, een van de grondleggers van de Verlichting. Door de waarde van de aanraking in zijn letterlijke als figuurlijke betekenis te begrijpen, beseft de mens pas hoe kwetsbaar hij is. 

In het derde kantelmoment komt het sterkst tot uiting hoe belangrijk de belichting is in deze reis in de ruimte van het bestaan. De gevoelens krijgen macht en kleur. Heel fragiel en toch dominant blijkt het licht invloed te hebben op oorlog als vrede tussen man en vrouw, landen, kennis en religies. In de voorstelling is de belichting kunstmatig, maar zo subtiel dat ze de natuurlijkheid heel sterk benadert. 



Learning How tot Be Alone
We zijn met miljarden mensen, we hebben heel wat vrienden en toch is de mens alleen. Niet eenzaam; eenzaamheid is de ziekte van het zijn. De mens staat er alleen voor. Iedereen helpt in geval van nood, maar lost het wat op, fundamenteel? Het besef van de relativiteit van de vriendschap, dat je de enige van velen bent, en dat iedereen de enige van velen is, is het reddende inzicht van het leven. De een begrijpt dit al beter dan de ander, maar al begrijpt hij het niet, onbewust weet hij het wel. En uit dat besef, bewust of onbewust, put de mens zijn levenswil. Tot zijn laatste ademstoot. 

Een twintig minuten durende stilte met enkel zicht op de zo goed als lege ruimte van het toneel benadrukt de waarde van de alleenheid. De stilte roept een haast ondraaglijke spanning op. Maar enkel voor wie bang is van de stilte. Haar als een gevaar beschouwt voor de evolutie van de mens en de mensheid. Maar de stilte beminnen, zo leert ons dit vierde deel, is de enige mogelijkheid, zoals Benny Claessens het uitdrukt in de programmabrochure, om ‘Tijd nemen, stilstaan, om opnieuw naar de werkelijkheid te kijken zonder te interpreteren.’ Ja, stilte is het begin van het denken. 



Learning How to Die
Iedereen gaat dood, daar bestaat geen discussie over. Wat er na het overlijden komt, daar zijn we nog lang niet uit, omdat we niet kunnen aanvaarden dat er niets meer is. En toch heeft iedereen recht op zijn interpretatie van het doodsleven. Hij leert dat al tijdens zijn bestaan, met hoe hij geleerd heeft te leven. Wie zijn leven binnen- en buitenbekleding gaf, met stijl en klasse zonder franje, naar zijn beeld geschapen, heeft geen religie nodig om zich het leven na de dood voor te stellen. Tenzij de religie van de eigen verbeelding. 

In het laatste deel wordt getoond dat het doodsleven geen ondergang is maar een wederopstanding. En voor een speler, een actieve theatermens, is hij een feest. Belichting, muziek, sport en spel ontaarden in een heroïsch spektakel, puttend uit de voorgeschiedenis van de voorouder van de oermens tot de beschaafde van vandaag, of wat er voor door moet gaan.
Samengeperst in een paar woorden is het vijfde deel technisch en theatraal… La création du monde

ENDGAME
Na getuige te zijn geweest van een open repetitie en een eerste snipperdoorloop was al te voelen dat hier iets speciaals stond te gebeuren. En dat is het ook geworden. Learning How to Walk is een historische voorstelling. Benny Claessens heeft dada gezegd en de toneelvoorstelling een nieuw, fris en inspirerend gezicht gegeven. Voor de toeschouwer, maar ook voor de collega’s en andere gezelschappen. 
Door deze voorstelling blijkt nu definitief dat het NTGent een leidende rol speelt in het Vlaams theater. Dat de uitbouw van een hecht en heus acteursgezelschap door Johan Simons zowel schitterend repertoiretheater oplevert, als zorgt voor een nieuwe vorm. Nieuw maar wonderlijk toegankelijk, een feest, een avondvullend banket. Een wijd openstaande deur naar een theater waar je open voor moet staan, onbevooroordeeld, klaar voor de consumptie van de verrassing en de verbazing. 

Benny Claessens heeft de aanzet gegeven. Met meer dan voortreffelijk resultaat. En toch weet hij dat deze productie een ontdekkingsreis was, naar het is en het zal zijn van het tonen van zijn kennis. Want voor hem is het theater het enige kunsthuis [atelier] waarin alle gevoelens en ervaringen een perpetuum mobile zijn. 

guido lauwaert 
gent, 2016-05-19 

LEARNING HOW TO WALK – regisseur Benny Claessens – dramaturg Koen Tachelet – spel Benny Claessens, Lara Barsacq, Elsie de Brauw, Lisa Estaras en Risto Kübar – muziekontwerp Bart Demey & Tania Gallagher | Nid & Sancy – productie NTGent - Schetsen Benny Claessens – Foto’s Filip Schils 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten