woensdag 28 februari 2018

HET KWARTET

[foto: Luc Monsaert] 


Een toneelstuk over het toneel, zijn spelers en de vetes, in het theater kan alles. Cour & Jardin toont het aan, met Het Kwartet van Ronald Harwood. 

Zoals een dokter levenslang een dokter is, blijft een acteur tot zijn dood een acteur. Niet zelden weet hij van het stervensproces een act te maken. Het deemstert op de achtergrond in het toneelstuk dat Danni Heylen, Magda Cnudde, Bob Snijers en Jef Demedts – goed voor het gezelschap Cour & Jardin – momenteel spelen. 

Locatie
Ronald Harwood [1934] is een gerenommeerd toneelauteur. Van 1953 tot 1958 was hij de persoonlijke kostuumadviseur van sir Donald Wolfit, bekend Shakespeare vertolker. Deze ervaring vormde de basis van zijn toneelstuk, in 1983 verfilmd, The Dresser.
In Quartet uit 1999, gaat Harwood in op het niet aanvaarden van het ouder worden. De locatie is een tehuis voor gedumpte operazangers en muzikanten. Een drietal onder hen wil af en toe nog wel eens blinken. Wanneer een vierde, oude bekende, operazangeres haar intrek neemt, zien ze de kans schoon om samen op het jaarlijks ‘schoolfeest’ op te treden. Met een aria uit de opera Rigoletto van Guiseppe Verdi waarmee ze jong zijnde succes hadden. De vierde aarzelt, twijfelt maar gaat na wat grollen en grappen overstag. Op voorwaarde dat ze playbacken. Wat gebeurt. Resultaat: applaus op applaus, doek. 

Gezapig tempo
Regisseur Frank Van Laecke heeft het zich niet moeilijk gemaakt, en maar goed ook. Harwood heeft betere stukken geschreven. Het kwartet is voorspelbaar, een gekke zijweg is er niet, nooit, nergens; eigenlijk valt er voor een regisseur weinig eer mee te halen. Verzint hij wat extra slaat het als een tang op een varken. Dwaas is Van Laecke niet en heeft zich daarom op het onderlinge spel gefocust, zonder aan de typische maniertjes van de vier acteurs te raken. Hij heeft ze niet aangespoord in overdrive te gaan. Een licht vernisje over de tics and tricks is voldoende. Ook niet op de rem gaan staan, gewoon aan een gezapig tempo naar de horizon bollen. En kijk, het werkt. Het publiek neemt er genoegen mee en lacht. 

[foto: Luc Monsaert] 
Boulevardtoneel 
Je moet geen theaterstudies gevolgd hebben om Het Kwartet te kunnen spelen. Beroepsacteurs als het hogergenoemd viertal hoeven, hoewel op jaren, de hersens niet te pijnigen om het stuk uit het hoofd te leren. Ze zijn er op getraind en boulevardtoneel vraagt geen diepe inleving. Gewoon jezelf blijven is voldoende. Is dit soort toneel daarom minderwaardig aan – om een voorbeeld te noemen – het Elizabethaanse theater? Allerminst. Er is een publiek voor en heeft daarom recht op een bestaan. Bovendien staat het hoger geklasseerd dan de soap. Mensen moeten er zich voor verplaatsen, het is een sociale gebeurtenis, wat op zich al een verdienste is. Het draagt tot slot een boodschap met zich mee. In Het Kwartet is de moraal van het verhaal dat elke inspanning die binnen het eigen interessegebied valt, de onderlinge vriendschap versterkt en het derde leven aangenamer maakt en ja, vaak een rustgevend medicijn is. 

Lang leve deze productie
Wie daarom zonder hoge verwachting naar een voorstelling als Het Kwartet gaat kijken, voelt zich niet bedrogen. De acteurs amuseren zich en belazeren het publiek niet. Integendeel. Het spelplezier spat de zaal in en de publieksvreugde het podium op. Anders gezegd: Het Kwartet van Cour & Jardin is het huwelijk van Hemel en Paradijs.
Wat mij betreft mag deze productie een grote rondreis maken langs alle culturele kringen van Vlaanderen, Brabant, Limburg  en de buitengewesten, als daar zijn Holland en de missieposten van onze voormalige kolonie. 

guido lauwaert
gent, 2018-02-28 

HET KWARTET – Ronald Harwood
vertaling: Rita Vereecken
regie: Frank Van Laecke
spel: Magda Cnudde, Danni Heylen, Bob Snijers & Jef Demedts
figurant: Michael Buyle
website: geen
info:
courenjardin@telenet.be

vrijdag 23 februari 2018

VERGEEF ONS

[foto Kurt Van der Elst] 


De baas van het Toneelhuis, Guy Cassiers, heeft weer eens een productie gemaakt. Dat had hij beter niet gedaan. Althans niet in deze vorm. 

Vergeef ons is een familiedrama en tegelijk een variante op het Bijbelverhaal van de broers Kaïn en Abel. Twee huisvaders die door jaloersheid en seksueel wangedrag de leden van hun gezinnen en zichzelf ten gronde richten, hup, de criminaliteit en de marginaliteit in. Aan het eind vallen er enkel scherven te rapen en daar valt weinig mee aan te vangen. Je kan er niet eens aan asbak van maken. 

Bezoedeld blazoen
Het toneelspel is gebaseerd op de roman May We Be Forgiven, van A.M. Homes. Marc Didden, Guy Cassiers en huisdramaturg Erwin Jans bewerkten het boek, en dat zijn er op z’n minst de helft teveel. Met drie gaat de ene verknoeien wat de andere verprutste en de derde verminkt de boel tot het eindresultaat een labyrint is. Een blunder in labyrinten mag. Van een toneelstuk verwacht de toeschouwer dat de voorstelling een machine zonder sjoemelsoftware is. Deze voorstelling zou eigenlijk moeten worden teruggeroepen naar de repetitieruimte. Met die toch te laten plaatsvinden raakt het blazoen van het Toneelhuis bezoedeld, en dat van coproducent Toneelgroep Amsterdam. 
Foto Kurt Van der Elst 

Geen soap  
Er is een podium op een podium op een podium. Waarom drie niveaus als er geen onderling verband is? Hoog boven het speelvlak hangt een ruimteschip dat stoomt en flikkert en voorzien is van schermen. Op die schermen worden o.m. Amerikaanse villawijken vertoont. Je ziet ze dagelijks in het journaal, tussen twee schietpartijen in scholen of buurtcentra, die hoefden dus niet gekozen te worden om te weten in welk milieu het drama zich afspeelt, tussen twee Thanksgivings. Een linie microfoons met voetpedaal, zodat de acteurs hun declamaties konden verfraaien met gepiep en gekreun uit de afvalcontainers van computerlabo’s. De ene [suggestieve] seksscène is nog niet afgelopen of de andere is al uit de startblokken. Ze lijken te wedijveren om het hoogste schavot te halen. Goud! Regisseur Guy Cassiers wilde een soap maken en kwam terecht bij een Witse [uit zijn nadagen]. 

Geen groenten en fruit
Over de acteurs geen kwaad woord. Wat Eelco Smits, Chris Nietvelt, Katelijne Damen en Lucas Vandervorst uit de brand sleepten verdient een medaille. De andere acteurs zijn ook niet onverdienstelijk, zij krijgen een attest van goed gedrag en zeden. Allen zijn aan zichzelf overgeleverd. Ze proberen te acteren, maar als je geen groenten en fruit hebt, gezocht en gekozen door een prima marktkramer, blijf je steken in een voordracht zonder sap op de lippen. Iets wat het midden houdt tussen een televisiestudio en een circus moet de acteurs naar de zevende hemel voeren. Dat was volgens de info in de programmafolder de bedoeling. 
Foto Kurt Van der Elst 

Slaapverwekkend
Een paar jaar geleden heeft Ivo van Hove een parel van een voorstelling gemaakt, gebaseerd op de roman The Fountainhead  van Ayn Rand. Met Vergeef ons heeft Guy Cassiers een soortgelijk wonderlijk spel willen maken. Het is nooit goed je te willen meten aan de goden, zei Socrates [waar weet ik niet, maar dat vertelt Plato ons wel]. Cassiers wilde niet alleen blinken, maar ook scoren. Met de lengte van de voorstelling… twee uur vijftig! Het enige wat hij er mee bereikt heeft is dat hij heel wat mensen in slaap kreeg, en een twintigtal op de vlucht deed slaan. Met als boottrekker Walter Tillemans, een gerenommeerd regisseur/artistiek directeur van de tweede helft van de 2oste eeuw. Hij zag de bui vóór ze hing. 

Beste lezer, kom niet klagen als u vindt dat u geen waar voor uw geld kreeg. U bent gewaarschuwd. In een paar woorden samengevat: Te mijden. 

guido lauwaert
VERGEEF ONS
roman: May We Be Forgiven – A.M. HOMES
toneelbewerking: Marc Didden, Guy Cassiers & Erwin Jans
regie: GUY CASSIERS
productie: TONEELHUIS
coproductie: TONEELGROEP AMSTERDAM
www.toneelhuis.be
www.tga.nl


maandag 19 februari 2018

De Open Ogen van REMCO CAMPERT

Remco Campert [1929] 



Haast negentig jaar en Remco Campert blijft dichten. Onlangs verscheen zijn naar schatting 50ste dichtbundel, Open ogen

De laatste van De Vijftigers, Remco Campert. Waar die benaming voor staat is voor velen een raadsel. Dat ze te rade gaan bij nonkel Google en tante Wikipedia, twee dieven, plunderaars die leven van andermans kennis en werk. Het is tevens de schuld van het onderwijs. Het behandelt poëzie als was het quantité négligeable. Terwijl uit dat literair genre alle andere voortgekomen zijn en het de samensmelting is van hart en ziel. 

Maar goed, Remco [Wouter] Campert werd in 1929 in Den Haag geboren. Een woelige, zwervende jeugd, zeg dat wel, om uiteindelijk een huis en een familie te vinden in Amsterdam. Let wel, het huis en de familie zijn niet wat men er van verwacht. Voor Campert is de familie De Vijftigers en het huis De Bezige Bij, de bekendste en beruchtste uitgeverij van de Nederlandse hoofdstad. Wat weinigen weten – met de publicatie van deze bespreking een paar meer – is dat Campert tot de overname door het uitgeversconcern WPG, een sleutel had van de Van Miereveldstraat 1. Hij kon er overdag werken en ‘s nachts slapen. Het was ook het schuiloord van alle Vijftigers. Wat Campert in zijn jeugd heeft gemist, vond hij bij de coöperatieve die De Bezige Bij is geweest tot de overname door WPG. 

Om terug te komen op de nieuwe dichtbundel. Open ogen werd door de critici niet zo goed bevonden. Een dichtbundel te veel. M.a.w. zeurpoëzie van een oude man. De mening van poëziebarbaren. Ze mogen dan wel kenners zijn, daarom zijn ze de poëzie niet welgezind. Of het zou die van henzelf moeten zijn. De bundel is een sterke bundel en zeer actueel. Hoe kan je vrolijke gedichten schrijven, maatschappelijk relevant – naast de liefde, de vriendschap en jazz een al even belangrijke focus van Campert – als de wereld om jou en verder gelegen haast verzuipt in oorlog en ellende?
De bundel Open ogen moet ook bekeken worden in het licht van wie Remco Campert is. Een teder man, bijzonder kwetsbaar, melancholisch zonder tranen, met meer dood dan leven om én voor zich. De critici zouden moeten schrijven ‘Ik zou zulke pure gedichten willen schrijven op 89-jarige leeftijd.’ Geen enkel gedicht heeft last van schimmel en rimpel. Zuivere bekentenispoëzie. Sommige gedichten zijn verraderlijk. Ze beginnen met een prozaïsch gedeelte, om heel poëtisch te worden in het tweede. Het titelgedicht [blz. 34] is tekenend hiervoor. Zoals gezegd twee delen, 6 versregels proza en drie regels poëzie. 

Open ogen 

Soms die gezichten van Syrische vluchtelingen
waardoor Orban van Hongarije
zijn grenzen gesloten houdt
hij laat zelfs op ze schieten
ik geloof mijn ogen niet
hoewel ik ze wijdopen sper
’s nachts nog voor ik droom
trekken ze voorbij
en kijken mij vragend aan 

Wat een slag in het gezicht van de lezer, het tweede blokje. Zuivere poëzie! Een aanzet om dan plots toe te slaan. Wat tevens opvalt is de vernedering van de Hongaarse politicus. Die uit zich door hem een koninklijke status te geven. ‘Orban van Hongarije’. Spot en walg zit in de vernedering. Schitterend gevonden van Remco. 

Wat de poëzie van Campert ook zo puur maakt is het ontbreken van leestekens. In het weglaten van ornamenten was hij al sterk, maar in deze bundel bereikt de eenvoud een heldere hemel. Wat rest is de wil om tussen het schrijven en het lezen een neutrale zone te scheppen, zodat de lezer geen wordingsproces van het gedicht meer ziet, enkel een gedachte… waar hij zelf mee aan de haal kan om tot een eigen inzicht te komen. 

Met Open ogen blijft Campert de man die hij altijd geweest is: een poëtisch rechter. De wijze waarop hij dat doet typeert Campert ten voeten uit. Iemand die moeite heeft zijn gevoelens te uiten; het slechts kan doen met een pijnstiller. Geen medische maar een literaire. Wie het nog niet zag, ziet het nu wel: Campert is een levenslange vluchteling, al vond hij in Amsterdam – bij De Bezige Bij en De Vijftigers – orde in zijn chaos, rust in zijn bestaan. Het slotgedicht van Open ogen is op dat gebied een vaststelling van wat komt door dat wat was. Een afscheid, een vaarwel? Laat ons hopen van niet! 

Oordeel zelf, en kopen die bundel. Hij zal nog van pas komen, als een quote of een vers gezocht wordt voor de eigen rouwadvertentie en/of de rouwprent.
Remco… ik ben blij dat ik je ken… ik ben blij met elk gedicht van jou. 

Geboorte van de dood 

Ik nader mijn dood
die stram op me wacht
mijn hele leven al aanwezig
geboorte en dood
innig samengeklonken
ik laat achter wat ik liefhad
ik laat achter wat mij zorgen baarde
ik sta op in de dood
een vrije mens
die zich thuis voelt in tijdloosheid 

Remco Campert 



guido lauwaert 

OPEN OGEN – Remco Campert, gedichten
De Bezige Bij – Amsterdam – 2018
ISBN 9789023462835 – 48 blz. - 17.99 euro
 

zondag 11 februari 2018

REQUIEM pour L [2]

Foto Chris Vanderborght 


De voorstelling REQUIEM pour L van Les Ballets CdelaB is een prachtvoorstelling, een meesterwerk hors categorie, omdat…  

Heel wat lezers menen dat ik met Requiem pour L een kritiek schreef op de voorstelling. Het was een promostuk, waarvoor de persmap van het gezelschap flink werd geplunderd, en uit de binnen- en buitenlandse recensies een quote geplukt. De beschouwing die nu verschijnt is de echte analyse, de kritiek.
In al de jaren dat ik verslag uitbreng over theaterproducties is het nog maar eenmaal voorgekomen dat ik twee keer dieper op een voorstelling inging. Het was de productie The Fountainhead van wijlen tga, met als regisseur Ivo van Hove.
Dit is de tweede maal. Vandaar Requiem pour L [2]. 

De voorstelling vertrekt van het Requiem van W.A. Mozart. Het bleef onvoltooid wegens overlijden van de componist. Toch werd het voltooid, als we van een voltooiing mogen spreken, aan de hand van notities die Mozart heeft gemaakt. Voor de productie van Les Ballets C de la B werden al deze toevoegingen vervangen door nieuwe. De verantwoordelijke hiervoor is Fabrizio Cassol. Het werk van Mozart werd gerespecteerd en de extra’s halen een zeer hoog niveau. De nieuwe versie van het Requiem is dan ook een uitmuntende compositie geworden. Zo indrukwekkend goed dat zij de eeuwigheid verdient. Een perfecte harmonie tussen klassieke en hedendaagse muziek, een naadloze vermenging van de muziekkunst over de eeuwen heen, los van rassen en culturen, en toch zijn de wortels nog duidelijk te vinden. 

Of Requiem pour L een dansvoorstelling is? Neen! Er wordt gedanst, dat wel, maar niet in die mate dat de andere theatergenres er schatplichtig aan zijn of in de verdrukking belanden. Dans, spel en zang [door 15 uitvoerders] vormen samen een Drievuldigheid. In deze productie kan de ene vorm niet zonder de andere. Je kan evenmin zeggen dat de vermenging van de kenmerken uit verschillende rassen tot een hemelse schoonheid heeft geleid. Het is net door het uitpuren van het karakter van de rassen en culturen dat deze productie een ongekend niveau haalt. Niet uit de persoonlijkheid, want een persoonlijkheid wordt gemaakt, terwijl een karakter er is. 

De toeschouwer krijgt de ene na de andere verrassing te verwerken. In gunstige zin. Koud kan hij er niet door blijven, stil, haast ademloos wel. Twee voorbeelden. Eén. Het decor verbeeldt een begraafplaats. Welnu, het is geen plaats voor enkel treurnis. De doden gedenken met dans en muziek is een erkenning van wat de dode als mens betekende. Wie enkel schreit op een begraafplaats, denkt slechts aan zichzelf. Schreien is niet het tegendeel maar een andere vorm van lachen, en omgekeerd. Twee. Het stervensproces van L – een vriendin van Alain Platel – werd met haar toestemming gefilmd. Een collage wordt op groot scherm geprojecteerd boven de levende actie. Het is een heel serene videofilm geworden, keelgrijpend. Niks sensationeel aan. Sereniteit ten top. En opnieuw blijkt er een verfijnde versmelting te zijn. Film en toneel staan op gelijk niveau.
Regisseur Alain Platel heeft sublieme voorstellingen gemaakt. Requiem pour L overtreft zijn vorige producties. Zoals je een beeldend kunstwerk van indrukwekkende schoonheid meer dan eens kan zien, een perfecte roman te herlezen valt zonder dat je een moment een déjà vu gevoel hebt, zo is deze productie een voorstelling die meer dan eens te consumeren valt met blijvend genoegen. En je wordt er daarenboven een beter mens van. En daar is het in de kunst toch om te doen. Om de mens gelukkiger, vredevoller er wijzer te maken. 

Eindelijk een voorstelling die de schoonheid van de Nieuwe Wereld waar naar gestreefd wordt, voorspiegelt. Dit is wat de mens en de wereld maatschappelijk en sociaal moet bereiken. Deze productie zal in het Heilige der Heiligen van het theater als een historische gebeurtenis opgenomen worden. Staan naast Mistero Buffo, Ten Oorlog, de Couperus-trilogie van Ivo van Hove, Mount Olympus van Jan Fabre. 

Requiem pour L is een meesterwerk van een grootmeester. Van een integer mens die theatergeschiedenis geschreven heeft.
Na de voorstelling vroeg ik aan Alain Platel waar hij nu mee bezig is. ‘O,’ antwoordde hij, ‘dat weet ik niet. Hier moet ik even van bekomen.’
Neem rust, waarde vriend, je hebt het dubbel en dik verdiend, al weet ik dat je tijdens die rust  bij momenten toch zal speuren naar een volgende productie. Ik kijk er nu al naar uit. 
Cadeau voor de lezers! 

>>>> Het Lacrimosa uit het Requiem van W.A. Mozart. <<<< 

guido lauwaert

REQUIEM pour L -
Muziek Fabrizio Cassol, naar het Requiem van Mozart
Regie Alain Platel
Dirigent Rodriguez Vangama
Productie Les Ballets C de la B, Festival de Marseille & Berliner Festspiele
Info & speeldata
www.lesballetscdela.be 






    vrijdag 9 februari 2018

    VENUS’ VONKEN





    Bij PoëzieCentrum verscheen zonet een nieuwe dichtbundel van Inge Braeckman [Gent, 1974]. Met plezier schenken wij daar aandacht aan. Of die aandacht ook allen bij de uitgave van de nieuwe bundel betrokken zal bevallen, is twijfelachtig. 

    Wat leert ons haar pagina ten huize tante Wiki? Ga zelf eens kijken. Dan zal u onder meer weten dat Inge Braeckman met haar poëzie een vaste plek heeft verworven in de stal van het PoëzieCentrum. Is dat terecht? Zeer zeker. Haar gedichten hebben een eigen couleur, weliswaar gevoed door de Oude Grieken en het vrije vers dat na de Tweede Wereldoorlog opgang maakte. Het valt sterker op in de nieuwe bundel dan in de oudere. Een vonk van Ovidius en Fritzi Harmsen van Beek is te merken. Ze stopt dit ook niet weg, zeker niet waar het de Romeinse dichter betreft. Je kan niet naast die kerel kijken. De bundel opent met een quote van de klassieke minnedichter par excellence: ‘Nu toont het een naakte Venus die haar natte lokken droogt.’ 

    Kennen wij een andere dan een naakte Venus? De poëzie van Ovidius laat veronderstellen van niet. Valt eenzelfde magie op te maken uit de gedichten van Inge Braeckman? Heel wat minder. Inge Braeckman kan elegant schrijven, maar ze hult haar gevoelens in een zomerse toga waardoor de erotiek er bekaaid afkomt. Haar gedichten gaan onder noch overstijgen de suggestie. Je wordt er niet warm van onder de gordel, nauwelijks in de linkerhelft van de borstkast.
    Haar gedichten zijn een fraai woordspel, maar de vonken verwekken geen vuur. In die zin ben ik ietwat teleurgesteld, want ik mag haar graag en apprecieer haar gedichten. 

    Of is de oorzaak van mijn zwak enthousiasme elders te vinden? Kan best. Ten dele, zeker. De vormgeving van de bundel is verrrrrschrrrrrrrrrrrikkkkkkelijk! Kijk, een vormgever mag best laten zien dat hij niet kleurenblind is, maar een knalgele bundel, zowel wat de kaft als het binnenwerk betreft, toont aan dat hij dat wel degelijk is. Kahil Janssens, want hij is de boosdoener, wilde opvallen. Nou, dat doet hij met dit werkstuk, helaas niet ten goede. Naast de kleur is er ook de idiote bladspiegel. Wetten worden gemaakt om overtreden te worden, wat geen bezwaar is, zolang de grondwet niet wordt beschadigd. Wordt die niet gerespecteerd is elk ontwerp bijeengezocht, met als gevolg een peuterig resultaat. Helemaal te gek, is het gebruik van de humanistische cursief voor de naam van de auteur, de paginering en de cycli. Ze domineren de pagina. In combinatie met de schreefletter van de gedichten geeft dit kortsluiting. En dat voor een uitgeverij die ooit een catalogus uitgaf met jonge en oude prachtontwerpen van dichtbundels, met als titel ‘Vaarwel, wat lelijk is’ [POEZIECENTRUM, 2005]. 

    Maar goed. Kijken we naast de vormgeving blijft de nieuwste worp van Inge Braeckman inhoudelijk zwak. Wat bijzonder jammer is. Ze kan het. Zoals blijkt uit het gedicht volgend op het artikel en overgenomen werd uit Venus vonken. Het treft puntgaaf het talent en de aftakeling van de beeldend kunstenaar aan wie het is opgedragen.
    Uit nieuwsgierigheid zou ik nog vijftig jaar willen leven om na te gaan wat ze, ouder geworden, in een bloemlezing uit eigen werk uit deze bundel heeft overgenomen.
    Afijn, ik hoop dat ik de bal missla, want ik gun Inge Braeckman met haar poëzie de poëtische vlucht van de Condor. 

    guido lauwaert 

    VENUS’ VONKEN – Inge Braeckman -
    POEZIECENTRUM – 2018
    ISBN – 978 90 5655 327 2
    20 euro – 46 pagina's 

                            Voor Karel Dierckx 

    Kwetsbaar gekrast in lijnen op papier en doek
    wordt het stilleven een aquatint, schildert
    de werkelijkheid zich dicht. Terwijl je tast 

    brokkelt de textuur van je geheugen af, maar
    blijft een partituur en kompas. Voor hen die je
    bezoeken. Met toets en taal maak je zichtbaar wat 

    onzichtbaar is. Een proces van een lange, enige
    adem. Marakech Night en Omsloten situatie.
    Het model gaat in het landschap op. Even pasteus. 

    Als een cascade. Een brief. Een bootje in een fles.
    Je hoort de zee, herhaalt de zomer zonder omhaal. 

                                Inge Braeckman


    donderdag 8 februari 2018

    REQUIEM pour L.

    Foto's Chris van der Burgt 


    De ene voorstelling [ nicht schlafen ] is nog niet uitgebold of de andere is al van start gegaan. Na Bach en Mahler is het de beurt aan Mozart om de muzikale toon aan te geven voor REQUIEM pour L, de nieuwe productie van Les Ballets C de la B, met als regisseur Alain Platel. 

    Wat vertelt ons de persboodschap?
    ‘Rond het Requiem van Mozart ontmoeten veertien muzikanten uit verschillende continenten elkaar. De muzikale leiding is in handen van de Brusselse componist Fabrizio Cassol, die hiermee een nieuw hoofdstuk schrijft in zijn parcours waarin hij verschillende muzikale culturen vermengt rond een thema. Samen met de Gentse regisseur Alain Platel werd gezocht naar een visuele en fysieke vertaling van de beelden die een Requiem oproept: van de dodenmis tot het massagraf waarin Mozart zelf gedumpt werd.’  

    Het thema van de dood
    De dood was altijd al zeer aanwezig in het werk van Platel, maar stond nog nooit eerder zo centraal. Het Requiem van Mozart was het uitgangspunt van een zoektocht naar de verschillende mogelijkheden om zich een andere voorstelling van de dood te maken. Kunnen we vandaag onze rituelen die doordrongen zijn van treurnis, herijken en er vreugde aan toevoegen?
    Dat de partituur bij Mozarts dood onafgewerkt bleef, liet Cassol toe om muzikaal in te breken in het Requiem. Hij heeft de latere historische toevoegingen verwijderd en de gaten zijn gevuld met nieuwe muzikale materialen die hun oorsprong vinden op andere continenten.

    Samenwerking Cassol-Platel
    Requiem pour L. is de vierde samenwerking tussen Cassol en Platel. Beide artiesten vinden elkaar in de manier waarop via métissage een nieuw universum wordt gecreëerd. Eerder werkten ze al samen rond de Mariavespers van Monteverdi (vsprs, 2006), de Mattheuspassie van Bach (pitié!, 2008) en het westerse barokrepertoire (Coup Fatal, 2014). 

    Wat valt er op bij een productie van Alain Platel?
    Berlijn had de eer van de Requiem-première. De Duitse persmeute was lyrisch, op het hysterische af. Ook de Vlaamse pers had niets dan lovende woorden. Hier hoeft dus geen knipwerk uit hun recensies te staan. Beter lijkt me af te dalen in de maalstroom van de man die zich nadrukkelijk manifesteert als regisseur. Wie hem een choreograaf noemt begaat een blunder.
    Een choreograaf brengt een productie mooi in beeld. Hij bespeelt de emoties en de zintuigen. Een regisseur daarentegen heeft een breder speelveld. Aan het zinnelijke en het emotionele voegt hij een derde laag toe. Hij vertaalt de boodschap op analytische wijze, maar zo dat ze niet belerend overkomt. De eigen interpretatie moet die van de toeschouwer op subtiele wijze voeden, zodat er een band ontstaat tussen speler en kijker. Want wat is geslaagde theaterproductie anders dan het creëren van een gemeenschappelijke instemming over de boodschap? Naarmate het klikt tussen de zaal en het podium en vice versa kennen we de mate van het succes.
    Alain Platel is uitermate intelligent, tevens een heel gevoelig man. De mix van intelligentie en gevoeligheid, op figuratieve en non-figuratieve wijze in beeld gebracht, blijkt eenzelfde waarde te hebben dan die van de maatschappelijk betrokken en kunstzinnige burger. Eh bien, voilà, dat valt op bij de producties van regisseur Alain Platel. Hij regisseert zowel het podium als de zaal. Telkens is het weer bang afwachten of dat lukt. De spanning is zo groot bij Alain Platel dat hij het huis [theater] uit moet na de première. Dan is hij niet aanwezig op de obligate receptie, maar maakt hij een lange nachtwandeling, far from the Madding Crowd.
    Blijkbaar met Requiem pour L. alweer een geslaagde missie, gezien de staande ovaties en de warme recensies. 


    Eerstkomende speeldata?
    De Munt Brussel (9-10-11 & 13 februari), Théâtre de Namur (20-21 februari), C-Mine Genk (24 februari), CC La Louvière (1 maart), Stadsschouwburg Kortrijk (3 maart), deSingel Antwerpen (8-9-10 maart), Staatstheater Darmstadt (14 maart), Sadler’s Wells London (20-21 maart), Kampnagel Hamburg (5-6-7 april), Onassis Cultural Centre Athene (12-13-14-15 april) 

    guido lauwaert 

    REQUIEM pour L
    Creatie: Fabrizio Cassol & Alain Platel
    Productie: Les Ballets C de la B
    Productiepartners: Festival de Marseille & Berliner Festspiele

    SAINT AMOUR



    Die winter is vergangen – of zo goed als… en daar hebben we Saint Amour. De jaarlijkse poëzietournee van Behoud de Begeerte is geen kerk van stil verdriet. Het is de jaarlijkse Hoogmis van de Poëzie met levende dichters in de hoofdrol. 

    Wie en wat staat er dit jaar op het menu? Daar kan de lezer voor terecht op de website van het literair kunstencentrum. Wie echter een ietwat lichter opstel wil, leest deze brief aan de gelovigen van Gilgamesj.
    Laten we eens de persmededeling bekijken en daar het een en ander uit overnemen. We bekennen dat volmondig, oprechter dan de meeste beroepsjournalisten die doen alsof ze een artikel zonder hulp van de verstrekte docu hebben gefabriceerd. 

    Vergeet de haakjes niet te openen, Guido. Nee, meneer Lauwaert:
    Saint Amour 2018 bestaat uit zeven vrouwen, vier mannen, drie dichters, twee debutanten, één jarige prijzenveelvraat, twee Engelse schrijvers (hoewel), één Amerikaanse, twee Nederlandse, twee Vlaamse. 

    PROGRAMMA
    POËZIE
    Michel Faber,
    Lelieblank, scharlakenrood en Het boek van wonderlijke nieuwe dingen, verloor in 2015 zijn geliefde vrouw Eva. Hij leest gedichten uit zijn monument aan haar: In de bundel laat Faber voelen wat het betekent om de liefde van je leven te ontmoeten – en voorgoed afscheid van haar te moeten nemen.
    Mieke van Zonneveld schrijft in haar debuutbundel Leger  ‘Begeerte, zei mijn vader, is de wortel van het / kwaad. Ik leerde dat het waar was maar ik leerde het / te laat.’ ‘Keelsnoerend heldere gedichten’, besloot De Standaard. ‘Misschien wel het beste debuut in jaren.’
    Els Moors is sinds kort Belgische Dichter des Vaderlands. Haar meest recente dichtbundel Liederen van een kapseizend paard werd door de jury van de Herman de Coninckprijs geprezen vanwege de ‘zinderende, broeiende en schurende taal waarmee Moors vat probeert te krijgen op de liefde, de lichamelijkheid en de complexiteit van het meest nabije’. 

    PROZA
    In zijn voor de Man Booker Prize 2016 geshortliste Wat een man is, schrijft David Szalay bij wijlen hilarisch over het verlangen van de man en diens algehele falen. The Times 'kon zich moeilijk voorstellen dat jaar nog een beter boek te lezen'.
    Verder duikt er met Sien Volders nog jong, debuterend volk op, dat de jacht op het ongetemde leven heeft geopend. In haar roman Noord kruisen twee vrouwen in een afgelegen goudzoekersstadje het pad van twee mannen die leven voor muziek en vrijheid.
    Ook Ilja Leonard Pfeijffer is van de partij, nog uitpuffend wellicht van de festiviteiten ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag op 17 januari. Pfeijffer kan uit zijn inmiddels omvangrijke en veelbekroonde oeuvre in ruime mate Saint Amour-fähige passages kiezen, de kans dat hij uit Peachez, een romance zal lezen, is groot. 'Het meest romantische boek van het jaar', schreef De Volkskrant daarover.
    De Amerikaanse Kristen Roupenian brengt een fragment uit ‘Cat Person’, het korte verhaal waarmee ze in een klap wereldberoemd werd toen het in december in The New Yorker werd gepubliceerd en viraal ging. Het verhaal gaat over de korte, klungelige romance tussen de 20-jarige Margot en de 34-jarige Robert en sluit naadloos aan op onze tijdgeest, het online daten en de hashtag metoo. 

    MUZIEK
    Annelies Van Dinter
    , de stervelinge achter het onsterfelijke Echo Beatty, voorziet Saint Amour van donkerrafelige muziek. ‘Van een statige, raadselachtige schoonheid’, vond Humo. Van Dinters stem, gitaar en het slagwerk van haar medeplichtige Louis Evrard roepen atmosferische landschappen op.
    De jonge, Nederlandse Pitou benut ten volle de weidse akoestiek van de theaters met haar karakteristieke stem. Het befaamde Engelse dagblad The Independent roemde haar ‘intelligente folkpop die het duistere en het lichte van de menselijke emotie in harmonie brengt’. De ster van Pitou is rijzende: richt u zich tot haar als u even de weg kwijt bent.
    Net voor dit artikel klaar was om het net op te zwieren bereikte ons het nieuws dat
    Hilde Van Mieghem ingetreden is tot de Orde der Artiesten van het poëziecircus 2018. Zij zal een tekst van een Amerikaanse auteur lezen. Van Mieghem was in 2017 Vrouw van het Jaar. Zij staat waarvoor ze staat, geeft een stem aan wie er door omstandigheden geen kan of wil hebben. Mede daarom is ze voor Saint-Amour uitgenodigd. 

    Presentatie
    Kersvers Antwerps stadsdichter sinds 25 januari van dit jaar, Maud Vanhauwaert, treedt aan als spreekstalmeesteres, ze vormt het enjambement dat de schrijvers en muzikanten met elkaar verbindt.’
    Tot zover de opgeschoonde persnota van Behoud de Begeerte.
    Het startschot van de korte tournee wordt gegeven in Antwerpen, waarna het peloton zijn weg vervolgt en halt houdt in Gent, Leuven en Genk om te stranden in Brussel. 

    Overweging
    Wat maakt Saint Amour nu zo bijzonder? Wel, cher lecteur, om dat te verklaren moeten we een omtrekkende beweging maken. Elke mens begint en eindigt met poëzie. De geboortekaart en de rouwbrief. Het is een bestaand of een kakelvers gedicht, soms maar een versregel. Voor de verstandelijk rijkelijk voorziene: G. Gezelle/M. Vasalis; voor de minder bedeelde: A. Nahon/T. Hermans. Tussen geboorte en dood: Theater. Vijftig jaar huwelijk, tsjak, een gedicht, meestal geschreven door een familielid of een leraar Nederlands [te mijden!]. Een nieuwe geliefde, tsjak, een gedicht. Voor de nieuwe koning, tsjak, een gedicht, voor de oude – net gestorven, tsjak, een gedicht, voor het afschaffen van het koningschap, tsjak tsjak tsjak tsjak duizend en één gedichten.
    Kortom; poëzie is pepmiddel en medicijn, de vertaling van vreugde en verdriet, nodig om het extra- zowel als het introverte gevoel bondig samen te vatten.
    Saint Amour is daar het kroonjuweel van, want gelinkt aan Valentijn, en met de liefde valt geld te verdienen. Dat zei Socrates al. Waar, dat weet ik niet, maar dat vertelt professor Johan Braeckman ons wel.
    Tiens, nu ik dit tik! Tip voor Luc Coorevits, de CEO van Behoud de Begeerte: waarom niet een Saint Amour [deels] gevuld met filosofen? 

    Afronding
    Zo, dan rest mij nu enkel nog een gedicht uit te zoeken om deze roffelende promotekst mee af te sluiten. Even kijken in het laatste prachtnummer van Het Liegend Konijn, het halfjaarlijkse tijdschrift voor hedendaagse poëzie dat enkel gedichten opneemt die uit het nest zijn geroofd. M.a.w. niet eerder werden gepubliceerd. Hé kijk, wie we daar hebben! Maud Vanhauwaert. Zij lijmt de boel maar leest / toont geen eigen werk. Wat jammer is. Enfin, we nemen het eerste van een vierdelig gedicht.
    Wie op de steller van dit artikel wil schieten gaat naar de Amour-avond in de goede stad Gent. Salut. 

    guido lauwaert 

    SAINT AMOUR 2018  
    Waar en wanneer: www.begeerte.be 

    Om niet te zeggen
    je huid een ijsoppervlak, zo dun
    dat ik daaronder iets zag bewegen
    een dode flamingo, een weggewaaide tent
    je zusje in roze tule
    om niet te zeggen niets was kouder dan jij
    in die ene nacht, donker en gebonden
    als bloed buiten een lichaam
    ik stond achter je
    mijn handen om je middel
    ik wou je plooien als een knipmes
    geborgen sneed je alsnog in jezelf
    om niet te zeggen
    het is een strijd die ik niet kon winnen
    alleen in fases kon verliezen
    Maud Vanhauwaert 

    Maud Vanhauwaert [fotograaf onbekend]