woensdag 8 juni 2016

OBSESSION: BELANGSTELLING EXPLOSIEF!




De wereldfaam van Ivo van Hove blijft maar stijgen. Goed voor hem, Toneelgroep Amsterdam, het toneel als kunstvorm en niet te vergeten het publiek.

Het ging razendsnel. In twee weken tijd zijn alle Amsterdamse voorstellingen van Obsession in een regie van Ivo van Hove – een voorstelling die pas in juni 2017 in de Stadsschouwburg Amsterdam in première gaat – uitverkocht.
De vraag naar tickets blijft echter massaal toestromen. Maar geen paniek. In plaats van mensen teleur te stellen, heeft Toneelgroep Amsterdam met coproducent Holland Festival en in goed overleg met de Stadsschouwburg besloten de voorstelling naar Koninklijk Theater Carré te verplaatsen.
Ivo van Hove: ‘Om zoveel mogelijk mensen de gelegenheid te geven om Obsession bij te wonen, hebben we ervoor gekozen om onze Stadsschouwburg tijdelijk in te ruilen voor Koninklijk Theater Carré. Hierdoor kunnen we meer dan het dubbele aantal toeschouwers de kans geven om deze bijzondere internationale productie te zien.’ 

Obsession, oorspronkelijke titel Ossessione is een Italiaanse neorealistische film uit 1943 geregisseerd door Luchino Visconti. De hoofdrollen werden vertolkt door Clara Calamai en Massimo Girotti. De film is gebaseerd op de roman The Postman Always Rings Twice van James M. Cain. 



Obsession vertelt het verhaal van Gino (Jude Law), een aantrekkelijke zwerver en Giovanna (Halina Reijn), ongelukkig getrouwd met een wat oudere man. Tussen haar en de zwerver ontstaat een passionele verhouding. Samen smeden ze het plan om Giovanna’s man (Gijs Scholten van Aschat) te vermoorden. Het bloedstollende verhaal is opgebouwd uit korte, brutale scènes van bijzondere poëtische rauwheid. Het maakt Obsession tot een krachtig sociaal drama. Een meedogenloze visie op de onderkant van de samenleving.
Een ruw stuk dat de kracht heeft van een antieke tragedie.’, aldus nog Ivo van Hove.

 Hoog. De scenografie is van Jan Versweyveld. 



Obsession gaat op 25 april 2017 in Londen in wereldpremière en is daarna o.a. in Luxemburg, Wenen en alleen van 8 t/m 18 juni 2017 tijdens het Holland Festival in Koninklijk Theater Carré te zien. 



Envoi: Aan het begin van zijn carrière woonde Ivo van Hove en Jan Versweyveld in het hetzelfde Antwerpse pand als Julien Schoenaerts. De meest markante acteur van de Nederlanden van de 20ste eeuw, zag al het potentieel van Van Hove. Hij sprak hem altijd aan met de titel ‘professor’.

OBESSION naar de film van LUCHINO VISCONTI | regie IVO VAN HOVE |  scenografie en lichtontwerp JAN VERSWEYVELD - Productie BARBICAN / TONEELGROEP AMSTERDAM | coproductie HOLLAND FESTIVAL m.m.v. WIENER FESTWOCHEN, LES THÉÂTRES DE LA VILLE DE LUXEMBOURG |
Info & tickets: www.tga.nl & www.hollandfestival.nl 

guido lauwaert
gent, 2016-06-09







EEN RAMP





Beste lezer, 

Geruime tijd geleden verscheen op deze blog een oproep tot medewerking. Iedereen mocht een artikel insturen. Het heeft even geduurd, maar het eerste is zonet gearriveerd. Een opmerkelijk interview. Het greep de redactie zo sterk aan, en de hoofdredacteur in het bijzonder, dat met eenparigheid van stemmen besloten werd tot onmiddellijke publicatie.

Annette Uyttebroeck
Eindredacteur Binnenland 


‘Ja, werkelijk, een ramp is het, meneer. Heel het land overstroomd op één plek na: Oostakker! De journalisten van het Nieuws lopen heel het land af, overal wordt gefilmd, pompiers worden geïnterviewd, de burgemeester, de gouverneur, die hier anders nog nooit gezien is, een schone man, maar daarmee is alles gezegd. Ook dokters en verpleegkundigen worden geïnterviewd en schooldirecteurs. Iedereen mag zijn zegje doen en de helft van het dorp loopt weer naar de kerk om te redden wat er te redden valt. Wat valt er aan en in die kerk te redden? Als ze er nooit oog voor hebben gehad en er hier bij mijn weten en dat van mijn grootmoeder die volgende week honderd wordt nog nooit een Chinees is gezien, zal die kerk weinig hebben de moeite van het redden waard. Boven Leuven zijn er mensen geïnterviewd met laarzen aan, staande voor hun ondergelopen garages. Ik hoorde iemand zeggen dat het water vooraan binnenstroomt en achteraan weer buiten. Dat is toch schitterend! Moet ge niet dweilen of de televisie de trap op sleuren, terwijl een baby drijft in een mand en die mand overal tegenaan botst. Het deed mij sterk denken aan Mozes in zijn fruitmand, vanuit het riet door zijn moeder de richting uitgeduwd waar de dochter van de farao pootje baadde. Al die dorpen, gemeenten zijn schoon in beeld gekomen, tot en met Parijs. Natuurlijk steeg het water en dreven de omgeslagen auto’s als kano’s met de stroom mee, maar door het wassende water heeft Parijs toch weer een schitterende reclamecampagne gekregen, zonder dat het de staat of de stad een cent heeft gekost. Ik ben maar een eenvoudige wattman, denk nuchter, hoewel ik wel een glaasje lust, laat dat duidelijk zijn, aan mij moet je geen ingewikkelde vragen stellen, maar zoveel verstand heb ik wel om te zien dat het weer dezelfde mensen en plaatsen zijn die in de belangstelling komen. En terwijl mensen zwoegen om hun inboedel te redden, staat een journaliste commentaar te geven, in plaats van een handje mee te helpen. Het lijkt wel of ze blij zijn, aan de manier waarmee ze commentaar geeft. Dat ze bij de VTM en de VRT, want veel verschil zit er niet meer in tussen die twee, zaten te wachten op een overstroming. Rampen, meneer, dat stroomt bij de gewone mens geld de deur uit om binnen bij de gazetten en de televisie. Mij hebben ze nog nooit geïnterviewd. Nochtans is Oostakker een dorp dat mag gezien worden, met een grot waar meer mensen komen dan in Scherpenheuvel. Ik weet heel veel van Oostakker. Ik ben hier naar school geweest. Ik ben 50 en nooit een dag weggeweest. Vakantie aan de andere kant van de wereld moet ik niet hebben. Ik ben hier gelukkig. Mijn vrouw is hier gelukkig, onze kinderen wonen wat verder in de straat. Twee zonen en een dochter, die gescheiden is maar sinds vorig jaar met een flik samenleeft. Het is godgeklaagd. Ik ben blij dat ge een keer hebt aangebeld met die meneer met een cameera.  Nu kan ik eindelijk een keer zeggen wat mij al lang op het hart ligt. Zie je daar die spoorweg die naar de haven leidt, en die andere, de verbinding tussen Antwerpen en Gent. Er is hier nog nooit een ongeluk gebeurd. Geen trein van de talud gegleden. Zelfs geen mens die zich voor de trein geworpen heeft. Een gemeente zonder ramp is pas een ramp. Marc op de hoek van de Groenstaat verkoopt elke maand minder gazetten en nu zijn ze de riolering aan het vernieuwen. Maanden duurt dat al en het zal nog maanden duren. Geen mens die bij hem geraakt. De ene na de andere winkel moet sluiten. Onder ons gezegd, bakker Devos zit met zijn handen in het haar en hij heeft juist een tweede winkel geopend. In Sint-Amandsberg. Waar ze ook werken bezig zijn. Wat moet ik, moeten wij doen om ook eens op de televisie te komen? Wat gaat ge met dat filmpje doen? – Wat? Op joetoeb zetten. Wat is dat? Is het om te lachen, mij belachelijk te maken. Pas op hé vriend, of ik doe u een proces aan. Het zou niet het eerste zijn. Mijn vrouw weet hoeveel keer ik voor de vrederechter ben verschenen, en ik heb altijd gelijk gekregen, denk daar maar aan, alvorens ge mij te kakken zet. Lachen met de kleine man, miljaarde, het wordt door iedereen gedaan met een cravat of een hemd dat niet bij de E5-mode gekocht is. Denkt ge dat wij ook niet iets duurder zouden willen kopen, van betere kwaliteit? Mijn vrouw heeft een keer zwaar in de put gezeten, maanden duurde het. Onze docteur vroeg of we niet eens naar een psycholoog zouden gaan. Ik begreep eerst niet wat hij zei. Een psycholoog, ik had er nog nooit van gehoord. Hij zou mijn vrouw helpen om er weer bovenop te komen. Geen haar op mijn hoofd dat er aan dacht. Een collega heeft zich ooit laten behandelen. In plaats van er beter van te worden… het heeft hem veel geld gekost zonder dat het wat opgebracht heeft. Hij zit nu in Guislain en is daar zeer gelukkig. Hij leeft er een prinsenleven. Alles wordt voor hem gedaan. Zijn was gedaan, zijn bed ververst, zijn eten gebracht, zelfs zijn mond wordt afgekuist, en zijn kont, en elke middag een koffie met een eclairke of een confituurke. Het enige dat hij mist heeft hij mij ooit gezegd, is om de maand een vrouw. Blijft die cameera zolang filmen? Geraakt die batterij niet leeg? Wat is de wereld in vijftig jaar veranderd. Mijn vader maakte foto’s met een bakske van Gevaert. Klikklak en ge stond op de foto. Honderden foto’s heeft hij gemaakt. Ze liggen in dozen op de zolder, want ik interesseer mij daar niet voor. Wilt ge ze hebben? Ge moet het maar zeggen, al zal dat niet gemakkelijk zijn die dozen te vinden. De zolder staat vol dozen. En kasten en stoelen die mijn vrouw niet weg wil doen. Z’heeft er een zekere band mee. Centimantaal. Dat ze er dan iets mee doet! Maar nee, ’t is gewoon het gevoel dat ik nog iets heb van mijn vader en mijn moeder, zegt ze. Als ik er over begin grijpt ze al naar haar zakdoek, want ze weet dat ze gaat bleiten als ik aandring om die dingen te verkopen. Vorige zondag is hier in heel Oostakker een Garageverkoop geweest, georganiseerd door de KWB. Waar witte ballonnen hingen wist ge dat de garagepoort openstond en tussen de rommel een paar mensen zaten te loeren naar kopers. Waarom wij niet? vroeg ik aan mijn vrouw en ze zocht naar haar zakdoek zoals een frontsoldaat in de modder op zoek gaat naar zijn laatste paar droge sokken. Van mij moet het niet regenen, buurman, maar soms zoude een flinke drasj willen om een keer wat meer echte  aandacht te krijgen van de politiekers. En van de journalisten. Meneer! Ik kijk liever naar Thuis dan naar het Nieuws. Want bij die zoop is het spel echter dan bij die gasten van het journaal. Ze hebben een doos vol smoelen om de juiste op te zetten afhankelijk van het hitem. ’t Is vals, meneer. Bij die acteurs ziede dat niet. En dat komt omdat ze werkelijk inleven met wat er gebeurt, met wat ze moeten zeggen. Ik ben blij meneer, mijn hart eens te kunnen luchten. Ge wordt daar precies lichter van, in uwe kop en met uw lichaam. Uren zou ik zo verder kunnen praten, maar ik moet ophouden. ’t Is tijd om binnen te gaan. Halfvijf. Dan moet ik pattaten schillen. Een ei bakken kan ik niet maar pattatten schillen, eender welke soort, daar ben ik de beste van ’t land in. En straks is ’t voetbal. Die ruu duivels gaan d’er niks van bakken, zegt dat ik het gezegd heb. Als ze de tweede ronde halen mogen ze blij zijn. Allez, nog een keer bedankt dat ge aangebeld hebt. Anders zie ik u wel maar hoor ik u niet. Vroeger leefden buren met elkaar, ze hielpen. Nu weet niemand meer hoe zijn gebuur heet. En gij zijt dus journalist. Hoe heet gij eigenlijk? – Wat, zegt dat nog een keer. – Hager… Hager Haegscheer. En ge leeft van interviews als deze? Met uwe cameeraman. Nen vetpot zal ’t niet zijn. Allez, salut! Ik wens niemand een ramp toe, maar soms zou je er toch naar snakken. Om eindelijk eens een babbeltje te kunnen doen met uw gebuur en een handje te helpen. Waar gaat ge nu naartoe? – Ge gaat iedereen in de straat interviewen! Veur wa? Afijn, ieder dierke zijn plezierke. Amuseer du. En doe de groeten aan uw madam. Ze zegt nooit een goeiendag, niet eens een hoofdknip. Wat heb ik misdaan? – Mijn vrouw roept. Nu moet ik echt naar binnen. O ja, weet gij niet een goeie loodgieter? Op mijn terras is er een kraan die lekt. ’s Morgens en ’s avonds zit ik met een volle emmer. ’t Is goe water. Mijn vrouw kookt er mee. Voor de was hebben we een regenput. Daar drinkt ge beter niet van, maar de was is er wel zachter door dan als ge wast met gewoon stadswater. Hoe was uwen naam ook weer? – Hagar… Hagar Haegscheer. Dat klinkt niet Vloms. Uwe voornaam toch niet? Komde gij voort van de Noormannen? Nu is’t echt genoeg geweest. Bedankt om langs te komen. En zie dat ge niet in de hemel maar ook niet in de hel komt. Tot mijn veertiende heb ik in die kermistent van Rome geloofd, hun opperhoofd God en de hemel en de hel. Maar toen ik tot de jaren van verstand kwam drong tot mij door dat ge zowel in de hemel als in de hel op de koppen kunt lopen. Geen minuut rust. Geef mij maar mijnen hof. Prachtige tomaten heb ik van ’t jaar. En savooien. Nu is ’t werkelijk gedaan. Seffens krijg ik onder mijn voeten van mijn vrouw. Kom maar langs als ge zin hebt. En mochten die foto’s van vroeger u interesseren, as mijn vrouw een keer naar haar zuster is, wil ik u wel die dozen bezorgen. We gaan dan samen naar de zolder. En als er een kast of stoel is die ge schoon vindt, pak maar mee. Maar niks zeggen aan mijn vrouw. Au reboir. Wat zeg ik nu?! Au reboir. Au revoir ja.’


Hagar Haegscheer 

dinsdag 7 juni 2016

VOYAGE AU BOUT DE LA NUIT



Het gevaar dreigt dat romans die tot het literair werelderfgoed behoren, vergeten worden. Daarom is het goed ze weer de belangstelling in te zwieren. Het begin van iets moois? gl 





De eerste en meteen al de beste roman van Louis-Ferdinand Céline, Voyage au bout de la nuit, mag dan in 1932 verschenen zijn, hij is nog steeds actueel. Omdat hij over de oorlog gaat. Niet zozeer over de oorlog zoals we die kennen als een strijd op een slagveld, om een politieke ideologie en strategie, maar nader bekeken omdat hij gaat over de oorlog van de volwassen mens, te weten, de strijd om te overleven, iets te bereiken in zijn bestaan. Desnoods ten koste van een ander. In de laatste hoofdstukken blijkt daarover geen twijfel te bestaan.
Céline heeft zijn egotrip opgedeeld in vier passages die elk een facet van de reden van het menselijk bestaan uitmaken. Alle vier komen ze in elke passage aan bod, meer zelfs, ze vormen de basis ervan, met voorop hun specifiek karakter. Samen maken de vier blokken bovendien een reis door de Westerse cultuur.

1 – Het politieke [Europa]; 
2 – Het financiële [Afrika];
3 – Het economische [Amerika];
4 – Het maatschappelijke [Europa]; 

Gaat in het eerste blok alle aandacht naar de belevenissen van de verteller in de Eerste Wereldoorlog, zijn alle oorlogen echter niet gelijk, zelfs al verschilt de ene van de andere door de tijd en in de ruimte? Céline heeft dat vlijmscherp geportretteerd. Hij heeft het uiteraard over de techniek en de mechaniek van de oorlog, maar daarvanuit vooral over de menselijke driften en de ellende die ze voortbrengen. Vergeten we de ideologie van de Tweede Wereldoorlog, vertrekkend vanuit het nazisme en het communisme, dan zien we in het Oostfront een nieuwe Voyage au bout de la nuit. Wie er levend uit ontsnapte zat gevangen in een morele crisis. 

Hetzelfde doet zich voor met de Vietnamoorlog. De hogere officieren hadden er nauwelijks tot geen last van. Ze zaten in de bars en de oorlog was voor hen een spel. De lagere, de onderofficieren en soldaten waren de echte slachtoffers. Ze wisten ’s morgens niet of ze de avond zouden halen, laat staan de middag. 

Het is niet toevallig dat Francis Ford Coppola Apocalypse Now gemaakt heeft. ‘Het is een hallucinerende reis die de mens confronteert met de waanzin van de oorlog,’ zoals in de promotekst van de producent staat. 




By the way, de film is losjes gebaseerd op het boek Heart of Darkness van de Pools/Britse schrijver Joseph Conrad, verschenen in 1902. Van de opnamen van Apocalypse Now is een documentaire gemaakt door Coppola's vrouw Eleanor Coppola, onder de titel Hearts of Darkness (1991). Goed om weten is, en dan zitten we in het tweede blok, dat de roman van Conrad zich afspeelt in het hart van Afrika, in Congo, exact hetzelfde gebied van het tweede deel uit Céline’s Voyage au bout de la nuit. Beide romans zijn letterlijk en figuurlijk een Voyage.  
Afrika is een financieel wingewest en alles is gepermitteerd. De Afrikaan is de nieuwe slaaf en de blanke de verdrukker met maar één doel voor ogen: Rijk worden! Dat geldt zowel voor de ambtenaren en militairen te velde in dienst van ‘het Vaderland’, als voor de regering en groothandelaars, residerend in hun paleizen. In het boek van Céline is Frankrijk de grote boosdoener, in dat van Conrad België, met als opperschurk koning Leopold II

Gaan het politieke en het financiële blok over oorlog en plundering, in het derde blok zoekt de teleurgestelde mens, samengeperst in de figuur Bardamu [= Céline], naar een nieuw leven, dat hij meent te vinden in de Nieuwe Wereld. Daar moet het Paradijs zijn. Algauw blijkt Amerika helaas geen Paradijs te zijn maar de Hel, waarin een andere oorlog woedt: het gevecht om als individu te overleven. De Nieuwe Wereld is de Derde Wereldoorlog waarin de brave, simpele mens terechtkomt. Hij beseft vrij snel dat een bijzonder kleine, nauwelijks met het blote oog te traceren fractie van de gelukszoekers rijk wordt. Alle anderen zijn verdoemd om net niet te verhongeren, als ze tenminste werk vinden. En als hij werk heeft, mag hij zich weliswaar arbeider of bediende noemen, in wezen is hij een slaaf. Met een gewone job word je niet rijk. Dat word je wanneer je misdaden pleegt, een crimineel wordt. Wat weer eens bleek bij de laatste financiële crisis. De beurs- en bankbonzen overschreden in extreem hoge mate de moraal van de financiële wetten. En wie was/is het slachtoffer? De eenvoudige burgerman.
Een voorbeeld helder als kristal en zelfs voor de eenvoudige burgerman te begrijpen is de New-Yorkse versie van Romeo en Julia...  



Teleurgesteld in de Nieuwe Wereld belandt de lezer, aan de hand van Bardamu, weer in de Oude. Het vierde blok. Waarin de maatschappij centraal staat. Het hoofdpersonage besluit dat alle ambitie waardeloos en nutteloos is. Dus maakt hij zijn studies af en hoopt als huisdokter onder de mensen eindelijk rust en vreugde in het leven te vinden. Snel ondervindt hij dat het simpele leven ook een oorlog is. Elke familie, elke wijk, elke mens strijdt om wat te betekenen in de maatschappij. Die strijdt zet zich om in ruzies, afgunst, nijd en bedrog.
Bij de onderlaag van de maatschappij wordt net zo hard gelogen en bedrogen als bij de bovenlaag. Eenmaal daarvan overtuigd besluit Bardamu zich terug te trekken uit de openbaarheid. Hij solliciteert naar een job als kluizenaar. Een klusjesman in een ziekenhuis, al heeft hij dan de titel van dokter. En daar, tussen al die gekken en zieken, in die stad in de stad, een kleine gemeenschap binnen de grote, vindt hij eindelijk rust en vrede. Met de maatschappij en bij zichzelf. Het is niet de rust en de vrede waar hij naar streefde, toen hij jong was, maar de hoop is net geen wanhoop geworden, de liefde geen haat. 

En daar en in die toestand eindigt Bardamu’s reis. Het is geen reis naar het begin van de dag geworden, zoals hij had gehoopt, maar een reis naar het einde van de nacht.
Opvallend, en nu belanden we in de filosofische strekking van de roman, is dat de Voyage alsmaar persoonlijker wordt. De schrijver krijgt gaandeweg meer licht en klank. Maar tegelijk is het het verhaal van iedereen. Van elke lezer, van elke man of vrouw die netjes wet en orde respecteert. Scherper en scherper wordt het beeld van het leven als één lange, levenslange Grote Oorlog. 

Tot slot wil ik wijzen op een element dat zich onder water afspeelt, nager entre deux eaux. Het hoofdpersonage, Bardamu, verdraagt veel maar slaat tilt bij een overdosis lawaai. De grens overschrijdt van het maximum aan decibels van wat de normale mens verdraagt, alvorens hij terechtkomt in de wereld van de lawaaidoofheid. Eenmaal die grens overschreden slaat de angst toe, en de angst doet hem vluchten. Op zoek gaan naar een normaal, aanvaardbaar geluid. 

Naar verluidt sloeg Céline tilt in de Eerste Wereldoorlog nadat hij gewond was geraakt. Een schrapnel van een granaat belandde – op het hoogtepunt van een bombardement – in zijn hoofd en bleef daar zijn hele leven zitten. Hij verwekte een fluitend geluid die hem slapeloosheid bezorgde en een allergie tegen geluidsoverlast. 
Een bekend probleem in de geneeskunde. Een mooi voorbeeld daarvan is een bekend schilderij van Edvard Munch, waarvan een detail werd uitvergroot: 



Daar de Voyage een Bildungsroman en tegelijk een ontwikkelingsroman is, is het onderhuids centraal stellen van die allergie een belangrijk element dat tot de vormgeving en het succes van de roman heeft geleid. 

Voyage au bout de la nuit is het verhaal van het individu van gisteren, vandaag en morgen. Is het herhalen van het herhalen van het maatschappelijk gebeuren. Al heeft de laptop de pen vervangen en het scherm het blad, wat er gebeurt, wat een mens ervaart stijgt uit boven de evolutie, zowel industrieel als virtueel. Een lamp blijft een kaars.
Om dit alles is deze roman, zoals elk meesterwerk, tijdloos en vandaag even actueel dan hij gisteren was en morgen zal zijn, en kan hij eender waar gelezen en gespeeld worden. 

Nog even meegeven dat Le Monde Reis naar het einde van de nacht, zoals de titel in het Nederlands luidt, in 1996 koos als zesde in een overzicht van de beste literaire werken uit de twintigste eeuw. In 2002 werd het boek opgenomen in de lijst van beste 100 boeken uit de wereldliteratuur, samengesteld door de gezamenlijke Noorse boekenclubs en de Zweedse Academie. 

Extra argument – ik kan niet stoppen dit boek de hoogte in te steken – om deze roman te herlezen en te blijven promoten is, dat de
Voyage het lievelingsboek was van onder meer de Franse tekenaar Jacques Tardi... 



... dat hij prachtig geïllustreerd heeft, en in de top vijf stond van Willem Elsschot, Roel D’Haese en Louis Paul Boon. De laatste heeft dit zelfs zwart op wit bevestigd pats! op de eerste bladzijde zijn meesterwerk, De Kapelletjesbaan. Halverwege de bede van Louis Paul Boon als mens, aan Boon als schrijver om eindelijk eens een machtige roman te schrijven, dat het leven bij zijn ballen grijpt, staat: ‘… of zult gij het leven binnen tijd en ruimte hardnekkiger geselen dan in de voyage au bout de la nuit?’ 

Elke boekenliefhebber moet deze roman zijn kinderen [ouder dan 18], zijn vrienden en de kinderen van zijn vrienden aanraden. Maar het zomaar in de handen stoppen, eenvoudig eraan toevoegend ‘Dit moet je absoluut lezen!’ haalt niet het gewenste resultaat. Beter en succesvoller is het de auteur en de roman te duiden, afzonderlijk en in samenspel. Moge dit simpele essay daartoe bijdragen. 


guido lauwaert

vrijdag 3 juni 2016

MATTHIAS SCHOENAERTS IN ‘KOERSK’






De meest succesvolle Vlaamse filmacteur op internationale niveau, Matthias Schoenaerts, zal naast Colin Firth een belangrijke rol spelen in de verfilming van de ramp in 2000 met de Russische onderzeeboot Koersk in de Barentzzee. Dit volgens het vakblad Variety. Het voegt er aan toe dat hij dan wel van een hoger niveau moet zijn dan K-19: The Widowmaker, ook over een Russische onderzeebootramp. Een financieel debacle werd het. Nauwelijks publieksbelangstelling, ondanks Harrison Ford. 

Uit een kleine enquête bij vrouwelijke relaties blijkt dat een nieuwe strop zo goed als onbestaande is, door de keuze van Matthias Schoenaerts. Zijn inleving en uitstraling staan garant voor succes. Tot zover de geraadpleegde vrouwen, jong en nog jonger. Blijft dat uit zal het aan andere factoren liggen. Zeker niet aan het script, of de regisseur, Thomas Vinterberg, met wie Schoenaerts al eens samenwerkte. 



Schoenaerts staat bekend om een weloverwogen keuze wat de films en rollen betreft. Indien het script zich enkel op sensatie zou richten, gegarandeerd dat hij de rol geweigerd zou hebben. Elke film waarin hij speelt en elke rol heeft een sociale onderlaag. 

De verwachting is daarom dat de ramp slechts een klein aandeel heeft, maar dat de film zich vooral focust op de rampen nadien. Namelijk het knoeiwerk van de Russische marine. Die stapelde blunder op blunder en de communicatie, zowel de interne als externe was een mix van leugen en bedrog. Het bracht president Poetin, de roestvrije Stalin zoals hij ook wel binnenskamers wordt genoemd, in grote verlegenheid, in binnen- en buitenland. 

Leugen en bedrog van de hogere militaire overheid en de aanvankelijke magere interesse van Poetin vallen uiteen in twee delen. De bemanning voelde zich in de steek gelaten, zoals blijkt uit een notitie gevonden op het lichaam van de 27-jarige Dmitri Kolesnikov. Als de reddingsactie meteen was gestart en op een efficiënte wijze uitgevoerd, was de kans groot geweest dat 23 van de 118 opvarenden waren gered. De notitie is namelijk een dag na de ramp geschreven. 



Bovendien zal ook aandacht worden besteed aan het leed van de familieleden. Na lang getreuzel heeft Poetin zich verontschuldigd voor zijn beoordelingsfout. Een jaar later gaf hij zijn fout nogmaals toe, deze keer oog in oog met de nabestaanden.Naar verluidt zal Matthias Schoenaerts de hoofdrol spelen, en die is voorbehouden aan de commandant van de Koersk, Gennady Lyacchin. Hij kreeg postuum de titel Held van de Russische Federatie.‘Postuum’ betekent altijd een eer voor wie hem krijgt en een blaam voor wie hem geeft. Als de gever een instelling is van gevestigde leeftijd. 

Het script is van de hand van Robert Rodat. De roman A time to die van Robert Moore was de inspiratiebron. De opnames zijn gepland voor het najaar. 



Film Fest Gent is ten zeerste geïnteresseerd. Als de film tijdig klaar is en alles meezit, zal hard gewerkt worden, zo wordt ons door programmacommissaris Wim De Witte bevestigd, om hem te selecteren voor de editie van 2017. Artistiek directeur Patrick Duynslaegher voegde eraan toe dat Vinterberg en Schoenaerts al twee sterke namen zijn om Koersk als openingsfilm te programmeren. Enige voorwaarde daarvoor is dat de hoofdacteur persoonlijk aanwezig zal zijn. De eerste stappen om dat voor elkaar te krijgen zijn al gezet. 

guido lauwaert