woensdag 30 maart 2016

Louis




Gisteren, in een moment van onoplettendheid 
is de kat, Louis
op het klavier van de laptop gesprongen, en
heeft een paar honderd e-mails gewist.
Alle begin is voor hem niet moeilijk.
Waarop ik hem bij het nekvel heb gegrepen
en naar de overbuur ben getrokken.
De man heeft twee alleseters, honden als kalveren zo groot.
Maar tevens twee kinderen, acht en zes jaar oud.
Ze hebben zich tussen de hondenarena en mij gesteld.
Met hangende pootjes ben ik naar huis teruggekeerd,
de kat aan mijn zij bengelend.
Louis is voor veertien dagen verbannen naar het voorhuis.
Vanochtend krabde hij aan de deur.
Mijn hart begaf het, maar ik heb hem gewaarschuwd:
Geen tikwerk meer, tenzij hij de schade ongedaan maakt.
Waarop hij z’n kopje afwendde [man, niet zagen]
en naar zijn geliefde plekje trok.
Daar vleide hij zich neer, zocht naar de juiste houding.
Een kussen op een kussen.
Conclusie: een kat doet voor geen ander wat.

guido




HET JAAR VAN DE KREEFT


Romans worden, net als hun schrijvers [op een handvol na], vergeten. Ze verdwijnen in de massa want er duiken alsmaar nieuwe op. Sommige schrijvers en romans blijven echter in het geheugen plakken omdat ze een sterke indruk hebben nagelaten. In geval van kunstenaars, die een aparte vorm van historici zijn, verschijnen ze weer wanneer zij op zoek zijn naar een idee. Voor regisseur Luk Perceval was dat Hugo Claus en diens roman uit 1972, Het jaar van de Kreeft. Als gastregisseur van Toneelgroep Amsterdam heeft Perceval de roman omgezet in een voorstelling. Een fascinerend taal-, klank en bewegingsspel is het geworden.


In 1953 schilderde René Magritte een van zijn beste en daarom beroemdste schilderij, Golconde. Het verwijst naar de gelijknamige ruïnestad Golconda in de Indiase deelstaat Andhra Pradesh. Wat minder bekend is, is dat Magritte in hetzelfde jaar een gouache maakte met dezelfde benaming. Terwijl de personages in het schilderij boven een stad zweven, hangen ze in de gouache boven een landschap. 
Het is niet duidelijk of ze stijgen dan wel dalen. Met een beetje slechte wil, geboren uit domheid, wat ieder van ons in zekere hoeveelheid heeft, kan men denken dat het schilderij / de gouache een ingelijst staal is van behangpapier. Magritte verklaarde ooit dat Golconde was ontstaan uit een plotseling visioen. Een spontane ingeving als onderdeel van zijn eeuwige zoektocht naar het probleem van de ruimte. ‘Alle mensen stijgen op omdat ze geruïneerd zijn en omdat ze luchtkastelen bouwen.’



Ruïne en luchtkasteel, ze zijn de sleutelwoorden van de roman. Bij verschijnen werd hij afgedaan als een stationsromannetje. Een gedachte die Claus in de hand heeft gewerkt door een uitgekiende reclamecampagne met aan de startlijn een interview met Henk van der Meyden in De Telegraaf. Het zorgde voor een schandaal: een schrijver van niveau leest geen schandaalkrant en verbroedert niet met een roddeljournalist. Second in line voor de hurlyburly was het feit dat de hoofdpersonages de schrijver zelf en de actrice Kitty Courbois zijn, indertijd volop in de belangstelling staande. 
De laatste dankte haar bekendheid niet enkel aan haar talent, maar tevens aan de verhouding met de eerste. Een stormachtige romance tussen een oudere man en een jonge vrouw. Fragmenten van de roman verschenen in twee opeenvolgende dagen in De Telegraaf. Voor puntgave waarheid zorgde het sterrenbeeld van Kitty Courbois, want geboren op 13 juli: Kreeft. 
Natuurlijk is de roman een weerslag van de verhouding tussen beiden, maar slechts ten dele. De verhouding is de kapstok. Dat die kapstok een kleerkast werd komt door de reclamecampagne. Met als resultaat dat de diepere laag verloren ging. Gelukkig heeft Luk Perceval die weer opgediept, met behulp van dramaturg en bewerker Peter van Kraaij. Beiden hebben de roman na grondig overleg niet alleen gestript tot er geen gram vlees meer aan zat, maar zelfs het gebeente weggegooid en slechts het merg behouden. 

Ruïne en luchtkasteel, ze zijn niet alleen de sleutelwoorden, maar bovendien hart en ziel van een allesverzengende passionele verhouding. Hij is bij dag als bij nacht een dagdroom en een nachtmerrie. Waardoor er geen greep op te krijgen valt. Claus heeft de onvatbaarheid heel subtiel verwoord, op zijn manier, en er een architecturale vorm aan gegeven, want tussen zwart op wit en wit op zwart staan literaire wetten en ook verbeelding die elke lezer moet verstaan. 
Daarom telt de roman vier seizoenen, opgedeeld in vijf delen, want de winter begint halverwege de tweede helft, simpelweg gezegd nà Driekoningen, en eindigt in de eerste helft, alweer simpelweg gezegd, kort na Sint-Nicolaas.
De cirkel is daardoor niet alleen rond, door de splitsing van de winter in twee delen door Claus verbeeldt hij het perpetuum mobile van de liefdesmachine. 

De architectuurtaal van Claus heeft Perceval behouden. De natuurelementen zijn echter gesneuveld. Alle aandacht in de voorstelling gaat puur naar de natuur van het passiespel. Onder een vijftigtal opblaasbare poppen speelt zich de een jaar durende verhouding af. De poppen zijn man noch vrouw, of beter, ze zijn zowel man als vrouw. De stijve penissen komen niet uit de onderbuik, maar uit de navel. Ze verbeelden dus tevens de navelstreng. 

© Sanne Peper 

Geslachtloos kan je de poppen echter niet noemen. Door een subtiele ingreep. Het lichaam is helder terwijl het hoofd donker is. Wat je ziet hangen is dus niet een vrouw of een man, maar dé mens.

Luk Perceval heeft voor zijn theatrale visie op de roman slechts de hoofdpersonages behouden. Gijs Scholten van Aschat speelt de man [Pierre] en Maria Kraakman de vrouw [Toni]. Ze doen dat met een beheersing waardoor ze geen spelers meer zijn. Ze tillen het spel uit boven het fictieve van een toneelopvoering. Het lijkt wel of beiden werkelijk een verhouding hebben. Ware er het – half binnensmonds – vermelden van de seizoenen niet geweest, je zou als toeschouwer kunnen denken dat je getuige bent van een dag en een nacht uit het leven van Adam en Eva anno 2016. 
Van Aschat zowel als Kraakman trekken alle registers van het passiespel open en maken er een pracht van een kluwen van. Het ingewikkelde als duistere ervan wordt helder en blijft toch onontwarbaar. 

Realiteit en verbeelding worden versterkt door de contrapuntische constructie. Jeroen van Veen levert pianomuziek. Vooraf gecomponeerde, dat wel, maar door de live uitvoering weet hij wanneer hij Karajan moet zijn of Herreweghe. Nu eens onderstreept hij de gevoelens van een scène, om in een andere die met zijn inleving op te peppen. 
Acteur, actrice en pianist presteren afzonderlijk en samen op hoog niveau. Iemand de kroon geven is dwaas, maar dwaasheid is geen zonde. Daarom dat de kroon past op het hoofd van Maria Kraakman. Wat een soepelheid in taal en spel. Met haar vertolking van Toni in deze productie verzilvert Kraakman haar status als steractrice. 

Verwonderlijk is het hoe Luk Perceval de kaalheid van het scènebeeld, die per productie toeneemt, weet om te zetten in een warm, haast intiem gevoel, met af en toe een koudegolf, net lang genoeg om de toeschouwer geen rilling te bezorgen. Perfecte timing. Met zijn regie heeft Perceval tot slot de roman van Claus ontdaan van zijn Libelle-imago. Het werd tijd. 
Ga dit zien, ga dit zien, schoner dan een vliegmachien. 

guido lauwaert
gent, 2016-03-29

HET JAAR VAN DE KREEFT, naar de roman van Hugo Claus – productie van Toneelgroep Amsterdam – op reis tot eind mei 2016 – passeert langs Gent [NTGent] en Antwerpen [deSingel] – info www.tga.nl