zondag 26 november 2017

DE VOD ALS MENS




Negen september 2016 was de eerste voorstelling van nicht schlafen. Na een wereldreis is deze prachtproductie eindelijk te zien in Gent, de thuishaven van Alain Platel en Berlinde De Bruyckere.

Koeienbellen, dat is het eerste wat je hoort. Je waant je in de Zwitserse Alpen, waar het leven vredig is, als we de reclamespot van Milkana mogen geloven. In elke leugen echter zit een schakel, die de leugen ontmaskert. Hij is het beeld van drie dode paarden, klaar om naar de slachtbank gevoerd te worden. Die er even later aankomt. Na elkaar afgetast te hebben scheuren de dansers de kleren - het beschaafde vel - van elkaars lijf. Meteen is duidelijk: agressie zit in de genen van de mens. 

Versleten cultuur
Ziehier het gevoel dat Alain Platel en Berlinde De Bruyckere hebben gestoken in nicht schlafen. Wie dacht dat de muziek van Gustav Mahler [1860-1911] een pleister op de wonde is, komt bedrogen uit. Door de voorstelling wordt duidelijk dat de grootste laatste romanticus het leven nog valer zag dan Platel en De Bruyckere samen. Naast een flinke portie eigen ellende, kreeg hij er die van een versleten cultuur ook nog bij. Hij zag hoe de bourgeoisie van het maatschappelijk trio – politiek, economie en financiën – een uitbuiter was, waar de kleine burgerman het grootste slachtoffer van is, en dat zijn ellende maar zou toenemen. Wat ook gebeurde. Drie jaar na zijn dood, in augustus 1914, begon een slachtpartij die de geschiedenis in zou gaan als Wereldoorlog I. 


Verzwaard gemoed
We lezen boeken over de eerste massamoord van de twintigste eeuw, kijken naar documentaires die deze periode met zwart bloed bevestigd weten door wat ons in de middenschool is ingepeperd. Zo gedetailleerd dat we er, volwassen geworden, ongevoelig voor zijn geworden. Ja, dat gebeurde, volgende bladzijde alstublieft. De voorstelling drukt de toeschouwer echter zo sterk op de feiten, dat hij inziet hoe die bladzijde van toen de bladzijde van vandaag is. Hij verlaat de zaal met een verzwaard gemoed. Dat ‘verzwaard’ wordt benadrukt door een minutenlange, staande ovatie. Het wachten is enkel op Doomsday, in vroeger tijden Apocalyps geheten. 

nicht schlafen wil een waarschuwing zijn. Mensen, we staan aan de rand van afgrond. De dansers zijn, gezien door de bril van Alain Platel en de beeldvorming van Berlinde de Bruyckere – de achter- en zijwand in de vorm van een versleten, vaal doek vol gaten en scheuren, is even belangrijk als de dode paarden – de dansers dus, zijn geen dansers maar kunnen gezien worden als soldaten, maar ook als een eindeloze stoet van vluchtelingen die elkaar vertrappen en verscheuren. Bij momenten is er een rustpauze, te vergelijken met het bestand op Kerstavond van 1914 tijdens de Eerste Wereldoorlog, door de soldaten over zowat het gehele front zelf georganiseerd, en dat een paar dagen duurde. De legerleidingen waren fel gekant tegen deze Pax Noël. Maar ja, als je in een kasteel reebok zit te eten met kroketten, veenbessen en rode wijn, is het moeilijk het slijk te zien in de hersens van de frontsoldaat. 

Wakker blijven 
Na een week van rust was het weer nicht schlafen geblazen. Wakker blijven en doden om zelf niet gedood te worden. Zo bekeken heeft de titel van de voorstelling meer dan één betekenis. nicht schlafen geldt voor alle tijden, rassen, religies, generaties. Dat de eerste letter van de titel van de voorstelling in deze beschouwing uit ‘de onderkast’ [grafische term] geplukt werd, is bewust. Alain Platel kiest, psychologisch gezien, van de titel tot de voorstelling, voor wie in het onderste van de kast zit.
tauberbach [ook al uit de onderkast gevist] zette de mens neer als ‘De mens als vod’. Zo luidde ook de titel van mijn recensie. Zat er nog hoop in deze productie, in nicht schlafen rest slechts wanhoop: ‘De vod als mens’. 

 Het slagveld
De rustpauze, wat hoger verklaard, zit ook in de voorstelling. Met volksliederen die door de Afrikaanse spelers/dansers worden gezongen. Een tweede rustpauze is het strelen van de dode paarden en een derde het verlaten van de speelvloer om plaats te nemen op de publiekstribune, te kijken naar het slagveld met de dode paarden. Het doet denken aan een compositie van Ludwig van Beethoven uit 1813, Wellington Sieg op. 91. Als de slag gestreden is lopen soldaten rond om gewonde mensen en paarden het genadeschot te geven. Beethoven componeert het zo scherp dat de schoten je naar de keel grijpen. 

Van hoogtepunt tot dieptepunt
tauberbach en nicht schlafen, tot besluit, vormen een tweeluik. Is de muziek van het eerste luik van J.S. Bach, dat van het tweede van Gustav Mahler. Bach componeert het glorieuze hoogtepunt van de Westerse cultuur. Mahler het roemloos dieptepunt ervan. Wat volgt is de neergang. En toch wordt die periode vaak als een noodzakelijk kwaad gezien door historici. Alain Platel heeft dat soort wetenschappers met nicht schlafen op de vingers getikt. 

Uw theaterdetective was aanwezig bij de eerste voorstelling. Hij zal dat ook zijn bij de laatste. Een goede vriend, een meester in zijn vak, groet men tweemaal. Bij het komen en gaan.

guido lauwaert 

nicht schlafen – regie: Alain Platel – decor Berlinde De Bruyckere – muziekregie: Steven Prengels - productie: Les ballets C de la B – coproductie: Ruhrtriennale –

Vlaamse Opera Gent – 31 januari & 1 februari 2018 
info www.cdlb.be – tickets www.operaballet.be  





donderdag 23 november 2017

KOOR


Peter Verhelst 

Het is niet omdat je kan dichten dat je kan voordragen. Peter Verhelst bewijst het ten volle. 

Promotekst NTGent: ‘Begin 2017 maakte Peter Verhelst een keuze uit 30 jaar poëzie, een nieuwe bundel Koor [uitg. De Bezige Bij], vol herschikte en aangepaste gedichten. In november 2017 brengt hij in NTGent een keuze uit Koor, met [opnieuw] aangepaste versies van die gedichten. Kreng [Pepijn Caudron] maakt met geluiden, stilte en muziek een raamvertelling.’ 

Een uur naar de voordracht van een dichter luisteren kan verrijkend zijn voor lichaam en geest. De poëet die kan voordragen brengt rust en lust, die het niet kan slaap en jeuk.

Peter Verhelst mag dan een begenadigd dichter zijn – is dat werkelijk, geen twijfel aan – als performer is hij een ramp. Hij heeft geen kaas gegeten, niet eens een Petit Suisse, van voordracht. Wat het allemaal nog erger maakt is dat zijn dictie lamentabel is. Zijn stem heeft een nasale toon, hij praat binnensmonds, de eindklanken slikt hij in, zijn blik is leeg en de rest van zijn gelaat lijkt wel van pvc.
Het kan enkel door pronkzucht zijn dat je dit wil doen, de vloer op gaan. Waarom niet een acteur van het gezelschap gevraagd om de hele zwik voor te lezen? Er zijn er niet veel meer, wel een paar die het best kunnen. 

Elke mens, ongevaarlijk voor de gemeenschap, is ijdel. Enkel gekken zijn dat niet. Het is een van de redenen waarom ze opgesloten worden. Nu is een zekere mate van ijdelheid noodzakelijk om te bereiken wat je wil. Het is geen ziekte, zoals Prediker ons wil laten geloven. Kunstenaars moeten het ruim voorhanden hebben, willen ze de eigen stolp en wolk ontstijgen. Dichters het meest van al, want die kunst valt even moeilijk te verkopen als diepvriezers aan Eskimo’s.
Voorzichtigheid is echter geboden. Wie pronkt met zijn ijdelheid maakt een karikatuur van zichzelf en zijn kunstje. Onderkoelde ijdelheid is echter al even gevaarlijk, en dat is wat Peter Verhelst heeft. Het maakt dat zijn voordracht wel raakt maar niet door de poriën dringt. Wat een acteur, een causeur net moet kunnen, wil hij succes boeken. 

Rondkijkend tijdens de voordracht van Peter Verhelst, zag uw theaterspion dat de helft van de toeschouwers uit leden van het gezelschap bestond en het overige part uit fans van zíjn eerste tot hún laatste uur. Maar zelfs zij allen hadden moeite om de oogluiken hoog te houden. Ze moesten de riemen ervan stevig vasthouden.
Stel. Stel dat… Peter Verhelst geen personeelslid van het NTGent was, niet tot de staf behoorde, zou deze productie op de affiche zijn genomen? Het had de eerste meeting niet overleefd. Wat meer is, door het verloren jaar van het NTGent wegens verbouwing van de schouwburg, van het gezelschap, de paleisrevoluties en een gebrek aan verbeelding heeft KOOR de affiche gehaald. 

Wat deze voorstelling helemaal naar de verdommenis helpt, is een mistbank die de toeschouwer op de adem slaat, de ogen en de geur beschadigt en voor haaruitval zorgt. De live uitgevoerde muziek leek het meest op een uur durende soundcheck. Wie zulke zenuwvretende geluidstoot bij de voordracht neemt, weet dat hij tekort schiet om een uur lang zijn eigen poëzie voor te dragen. 

Op de eerste binnenbladzijde van het programmablad staat: ‘Het is niet toegelaten audiovisuele opnames te maken.’ Nu, ik denk niet dat iemand daar zin in had. Trouwens, door die mistbank van een uur was het nemen van een foto onmogelijk.
Koor. Bangelijk slecht. Te mijden. Luister niet naar Peter Verhelst, lees hem. 

guido lauwaert 

KOOR –
Peter Verhelst
– tekst, regie & spel [?]
Productie
: NTGent
Gezien woensdag 22 november 2017 in NTGent Arca
www.ntgent.be


maandag 20 november 2017

POQUELIN II


Molière 

Zelden te zien in het Vlaamse theater: een voorstelling losjes uit de hand gevallen, zo lijkt het wel, die diep snijdt in de hypocrisie van de burger die doneert aan Artsen zonder grenzen, Oxfam, het Rode Kruis en de buurtkring. 

In zijn komedies had Molière kritiek op adel, clerus en les bourgeois. Ze teerden op hun sleur, hadden blinde aanbidding van gezag, minachting voor kunst en wetenschap. Als ze het al hadden was het oppervlakkig, net voldoende om een eind ver mee te komen in een maatschappij waar recht en orde het maatpak is naar de mode van de dag. Molière richtte zijn pijlen tevens op medici, schijngeleerden en de overdreven bewonderaars van titels en kapitaal. 

Salut et bonjour
Molière, wereldberoemd komedieschrijver, werd geboren in 1622 als Jean-Baptiste Poquelin in Parijs, de stad waar hij 51 jaar later zou overlijden, na de vierde voorstelling van Le malade imaginaire waarin hij de hoofdrol vertolkte. Hij vroeg nog om Parmezaanse kaas, helaas, geen goed idee want nog dezelfde avond stierf hij. Poquelin is geen naam om carrière mee te maken. Weg die voornaam en simpelweg Molière, wat slaat op molenaar. Hij koos voor die naam toen hij salut et bonjour zei hij tegen zijn rechtenstudie. Als je dan toch voor het beroep van advocaat kiest, moet hij gedacht hebben, is het beter de eigen molensteen in het theater te laten rollen dan in de rechtszaal. Bovendien was hij van kindsbeen af een grapjas die de ene dag een koord over straat spande om de parvenu te laten struikelen en de andere naast hem liep, met een flinke schep spot. 

Rechtszaken
De toneelstukken van Molière zijn dan ook, als je het goed bekijkt, rechtszaken. Een beschuldigde of beschuldiging, een verdediger en een aanklager, getuigenissen ten laste en ten onlaste worden aangevoerd, bewijsstukken worden gewikt en gewogen en aan het eind van het proces beslist de rechter, zijnde het publiek. Een fout vonnis is onmogelijk, al kan er wel over getwist worden. In Molières glorietijd had hij de protectie van de zonnekoning, maar zelfs Louis XIV vond dat zijn amuseur par excellence soms doordraafde. In de 20ste en 21ste eeuw is daar geen sprake van. Zelfs zij die zich ontkleed weten, vergaat het lachen niet. Een gediplomeerde ijdeltuit weet wat hij is; dat anderen hem zo zien vindt hij zo fijn, dat zijn ijdelheid er een pond meer van gaat wegen. 

Tweede machtsgreep
Toneelgezelschap Stan is zich daar zeer van bewust. Het collectief heeft zich al eerder gewaagd aan een machtsgreep op het toneelwerk van Molière [Poquellin I]. Het was er blijkbaar zo tevreden van dat het dertien jaar later de beenworp overdeed, met behulp van Toneelhuis/Olympique Dramatique, Dood Paard en Arsenaal/ Lazarus en omdat elke wagen een vijfde wiel nodig heeft, NTGent. Het resultaat is een ruim twee uur durende voorstelling om je te bescheuren. L’Avare en Le Bourgeois gentilhomme werden ontdaan van hun franje. Een vlijmscherpe tekst restte waarmee de acteurs solo of in koor alle registers kunnen opentrekken.
De kern van beide stukken gaat echter niet verloren. In L’Avare luidt die dat geld geen doel mag zijn, maar slechts een middel is, zo niet leidt die tot gierigheid. Deze van Le bourgeois gentilhomme: wie zich hoger voordoet dan hij is, wordt lager geschat dan hij was. 

Wagenspel 
Twee extra cadeaus. De voorstelling is opgevat als een wagenspel met het publiek driekwart rond de kar. De warmte verhoogt erdoor en waar het warm is wordt makkelijk gelachen. Het is niet toevallig dat er in het zuiden en Afrika meer gelachen wordt dan in het noorden en Alaska. Het tweede cadeau is een mix van theatervormen die elkaar bekampen om even later samen op te trekken, al zingend ’t vrije lied. Absurd, burlesk, grotesk, poppenspel, operette, melodrama, het komt allemaal aan bod, aan een razend tempo. Met als toetje kwinkslagen tussendoor, richting publiek. De toeschouwer wordt voortdurend verrast, zonder dat hij de tijd heeft van zijn verbazing te bekomen door deze dolle klucht. 

De pannen van het dak
Zeven acteurs spelen 13 [L’Avare] en 16 [Le Bourgeois gentilhomme] rollen. Ze brengen het zeer aannemelijk, maken het haast logisch. Puntig acteerwerk, niks geschmier. Ze spelen de pannen van het dak, zelfs Jolente De Keersmaeker, die eindelijk extra pannen heeft gevonden.
De voorstelling doorkruist de lage landen tot eind van het jaar. Het is te hopen, verdient het, dat het volgend jaar op het Theaterfestival staat. Werkelijk een aanrader, zelfs voor wie Poquellin II al gezien heeft. Zoals een steengoede roman meer dan eens gelezen kan worden, kan een uitmuntende voorstelling meermaals gezien worden, zonder dat een geeuw de kans krijgt op te borrelen. Het blijft lachen, gieren, brullen. Stan, man, chapeau voor dit cadeau. 


guido lauwaert
POQUELLIN II 

Gezien zaterdag 18 november, Minardschouwburg, Gent
Productie en decor tg Stan,

Op reis t/m 22 december 2017
www.stan.bewww.ntgent.be




dinsdag 14 november 2017

DE ZAAK BART DE PAUW … en de media



DE ZAAK BART DE PAUW 

… en de media 


Het nieuws van het wangedrag van de Bekende Vlaming van de bovenste plank, de genaamde Bart De Pauw, werd door de media opgepikt als was er een massamoordenaar na maandenlang vruchteloos zoeken eindelijk gearresteerd.
Mensen uit alle rangen van de showbizzwereld werden meermaals geïnterviewd, door hoofdredacteurs en journalisten onder druk gezet hun mening te geven in radio- en televisieprogramma’s. Speciale bijlagen van kranten werden gevuld met opinies van artiesten, filosofen, advocaten en psychologen. Weekbladen brachten speciale edities uit wanneer er nieuwe beschuldigingen werden geuit door voormalige vrouwelijke medewerkers over zijn misbruik van macht en bekendheid. Of ze al dan niet terecht waren werd niet onderzocht. Hij had zich werkelijk misdragen, dat stond vast, had hij zelf bekend, op een klacht meer of minder keek men niet, integendeel, ze leverden beduidend meer kijkers, lezers en geld op.
De mediabonzen wreven in hun handen tot hun hele lichaam er van gloeide. 
Een CEO van een televisieketen verklaarde in de talkshow Van Gils & Gasten dat de kwestie van schuld of onschuld een zaak is van het gerecht, niet van de media. 

De affaire nam zulke proporties aan dat het leek of de duivel werkelijk bestond. Daar wisten prelaten en priesters handig gebruik van te maken door speciale missen op te dragen, die door de eenvoudigen van geest werden bijgewoond. Uit alle maatschappelijke rangen en standen trokken de prominenten naar de kerken en lieten zich vóór of na de diensten op de trappen interviewen, omringd door hun kinderen, ouders, grootouders, vrienden en huisdieren. Zij die niet naar de kerken trokken verzamelden zich in hun tempels en clublokalen om de verloedering van de zeden, waarvan het gedrag van Bart de Pauw een schoolvoorbeeld was, te bespreken. In culturele centra werden debatten gevoerd met auteurs, acteurs, opiniemakers, historici, melkboeren en marketingspecialisten. De zalen zaten tot de trappen gevuld, sommigen debatten duurden tot vroeg in de ochtend.
De overtuiging dat hij niet de enige duivel was won veld door de hysterie. Snel zou aan het licht komen dat ook anderen in eenzelfde bedje ziek waren. Vermoedens werden off the record verteld, namen achter de hand genoemd. Niemand wist of de praatjes waarheid dan leugen waren. Toch werden ze door de media op zulke wijze publiek gemaakt dat de oplagen van de kranten en weekbladen bleven stijgen en de kijk- en luistercijfers dagelijks records braken. Journalisten en nieuwslezers klopten overuren en dachten aan de extra vakantiedagen die ze zouden opbrengen. Folders en catalogi werden door hun man of vrouw bij het dichtstbijzijnde reisbureau opgehaald en in de files doorbladerd.
De mediabonzen wreven in hun handen tot hun hele lichaam er van gloeide. 

De minister van Justitie en de gerechtelijke overheid vergaderden dagelijks. Hun woordvoerders verklaarden dat een grondig onderzoek werd uitgevoerd en dat snel een beslissing genomen zou worden of Bart De Pauw al dan niet vervolgd zou worden. Zijn advocaten verklaarden voor het oog van tientallen camera’s dat hun cliënt meermaals verhoord was, dit de komende dagen nog zou gebeuren en hij alle medewerking verleende. Bovendien was hij zich bewust van wat hij had misdaan. De gemoederen bedaarden echter niet, integendeel. Door het zich vastbijten van de media in Bart De Pauw eiste het volk een snelle beslissing. Betogingen werden opgezet, georganiseerd door schooldirecteurs. Politiewagens vóór en achter. De optochten vertrokken van marktpleinen en eindigden op de parkings van justitiepaleizen. Kinderen lieten zwarte ballonnen op, verslenste ruikers werden neergelegd aan de poorten van radio- en televisiegebouwen. De huizen van de verwanten van wat al een misdadiger genoemd werd werden met rotte eieren en tomaten bekogeld. De media brachten er verslag van uit. Docenten, onderwijzers, leerlingen, ja zelfs kleuters kregen een microfoon onder de neus geduwd. De interviewers formuleerden hun vragen zo dat de antwoorden van de ge-interviewden beschuldigingen inhielden richting zijn vrienden. Ze kenden hem toch zo goed dat ze op de hoogte geweest moesten zijn van zijn ontaarde moraal, én, ze hadden er niets aan gedaan.
De mediabonzen wreven in hun handen tot hun hele lichaam er van gloeide. 

De volkswoede nam zulke proporties aan dat het onderzoek naar de Bende van Nijvel nauwelijks nog ter sprake kwam. De koning drong bij de premier aan om in te grijpen. De premier zette de minister van Justitie onder druk. De minister van Justitie spoorde de hoogste magistraat aan snel een beslissing te nemen, wilde hij niet naar een of andere Europese instantie verbannen worden. En zo kwam het dat al een maand na de eerste beschuldigingen, een proces gehouden werd voor de rechtbank van Leuven tegen Bart De Pauw wegens grensoverschrijdend gedrag en ‘het stelselmatig lastigvallen van een of meerdere personen van het vrouwelijk geslacht, door die een of meerdere personen van het vrouwelijk geslacht te achtervolgen, steeds op hinderlijke wijze contact op te nemen en soms ook te bedreigen’, lang voor er een stevig dossier was. De mediabonzen wreven in hun handen tot hun hele lichaam er van gloeide. Ze wreven nog harder door een juridisch gehakketak. Gezien de klagers niet allemaal in hetzelfde gerechtelijk arrondissement woonden en sommigen Franstalig waren, wilde de rechtbank van de hoofdstad de zaak naar zich toe trekken. Maar de rechters van de Vlaams-Brabantse hoofdstad lieten zich deze zaak niet meer uit handen nemen.
De mediabonzen wreven in hun handen tot hun hele lichaam er van gloeide. 

De zaak had zulke proporties aangenomen dat journalisten en televisieploegen uit de hele wereld opdaagden. Het proces zou aanvankelijk doorgaan in de assisenzaal van het Leuvens gerechtsgebouw. Gezien echter de grote mediabelangstelling, de vele klagers en het dubbel zoveel advocaten werd besloten dat het proces in de schouwburg zou doorgaan en uitgezonden zou worden door de televisiezenders van zowel de VRT als de VTM. In de vertrekhal van stations werden grote schermen opgesteld.
Nog voor het einde van het jaar werd gevonnist en de uitspraak werd de aangeklaagde voorgelezen. Tijdens de lezing viel het land stil. Treinen, trams, bussen hielden halt, de handel op de beurs werd opgeschort, vluchten van vliegtuigen werden uitgesteld om het personeel, de handelaars en de reizigers de kans te geven de lezing live te aanhoren.
‘De genaamde De Pauw, Bart, producer van televisieprogramma’s en aandeelhouder van productiehuis Koeken Troef! zal met ingang van maandag aanstaande in gevangenistenue worden opgesloten in een kooi. Ze zal gedurende vijf opeenvolgende dagen worden opgesteld op de Grote Markt van Brussel, zodat de bevolking hem naar goeddunken verwijten naar het hoofd kan slingeren. Het is de media toegestaan ter plekke opnames te maken en uit te zenden. Spuwen en het gooien van voorwerpen is verboden en elke overtreding zal worden bestraft met geldboetes. Na uitvoering van dit vonnis zal de veroordeelde toevertrouwd worden aan de Broeders van Liefde van het Dr. Guislain Ziekenhuis, te Gent, alwaar De Pauw, Bart, een psychiatrische behandeling zal ondergaan. De duur van zijn verblijf zal afhangen van het oordeel van de medische commissie. De benadeelden hebben recht op een financiële schadeloosstelling, welke zaak is van een burgerlijke rechtbank. De kosten van het geding, de medische behandeling en de kooi vallen ten laste van de veroordeelde. Het vonnis met zijn bijlagen zal over twee dagen worden gepubliceerd in alle Belgische kranten. De kosten eraan verbonden vallen eveneens ten laste van de veroordeelde. Bewarend beslag met onmiddellijke ingang wordt gelegd op de roerende en onroerende goederen van het productiehuis Koeken Troef! waarvan veroordeelde de hoofdaandeelhouder is.’ 

De week dat Bart De Pauw gekooid aan het oog van het volk werd getoond, was een feestweek. Dat er niet gewerkt werd sprak vanzelf. De Belgische Spoorwegen legden speciale treinen in en gaven korting na voorlegging van de krant waarin het vonnis was gepubliceerd. Door de volksverhuizingen wreven de mediabonzen zich elke dag van die week in de handen tot hun hele lichaam gloeide. Er was een tribune opgesteld voor de pers en een tribune voor de politici en hun mooie dames. Marskramers sloegen hun tent op en verkochten kopjes bedrukt met een gekooide Bart. Etsers maakten spotprenten die ter plekke werden gedrukt en verkocht. Bakkers bedachten een broodje waarin men de letters sms herkende. Chocolatiers verkochten pralines in de vorm van een koekoek. Er was zelfs een kraam dat zitkussens verkocht met een afbeelding van een schalkse ruiter waarin men Bart De Pauw herkende. Een zichzelf noemende kwaliteitskrant deelde rollen toiletpapier uit met op elk velletje het hoofd van de gevallen BV, de handen rond de tralies van een celdeur. Een poppenkast vertoonde een parodie op De Slimste Mens waarin Bart bespot werd door Gioppino en Pulcinella, en verloor van Hanswurst en Katrijn.
De mediabonzen wreven in hun handen tot hun hele lichaam er van gloeide. 

Na de feestweek werd Bart De Pauw overgebracht naar de psychiatrische afdeling van het Dr. Guislain Ziekenhuis. Na een jaar en zes maanden kwam hij vrij. De vrijlating was geheim gehouden maar gebeurde niet in stilte, dankzij de loslippigheid van een verpleegkundige. Hij had alle mediahuizen exclusiviteit beloofd en kon zich eindelijk een BMW Cabrio permitteren. Fotografen en cameramensen waren al vroeg in de ochtend opgedaagd, net als de rijdende koffiepot van Dikke Freddy. Zijn vrouw en dochter smeerden broodjes. Bart De Pauw werd opgehaald door zijn vrouw en zijn advocaat. Na flink wat gedrum en getrek lukte het Bart achterin de wagen te krijgen die er als de weerlicht van door ging.
En zie, een jaar later gebeurde er een wonder. De Televisiezender 4,5 kondigde een televisieserie aan van de hand van Bart De Pauw.
Het gegeven was de op- en ondergang én wederopstanding van een BV, genaamd Bert De Haan, een steracteur en chanteur die zich bezondigd had aan het tekenen van droedels van jonge, naakte figuranten waarop duidelijk een naam te plakken was. 
De charmezanger Peter Bartens schreef een passend lied voor de generiek. Het werd als mini-cd uitgebracht en werd grijs gedraaid op heel wat radiozenders. Sabam zeer tevreden. 

De media stortten zich op de serie. Advertenties als tennisvelden zo groot, covers, interviews met scenarist Bart De Pauw, regisseur Rik De Kloyer en in alle talkshows de hoofdrolspeler Tim Neerbrouck als centrale gast.
De avonden dat de afleveringen uitgezonden werden was er nauwelijks een kat op straat te zien. Niet eens een straathoertje. De serie werd bejubeld, het scenario verscheen in stripvorm met als tekenaar de hoofdrolspeler. Het weekblad KRRÁK versierde de voorpublicatie. Rijen mensen in boekhandels schoven geduldig aan voor een gesigneerd exemplaar, met een droedel. Selfies tegen de sterren op. 

De mediabonzen wreven in hun handen tot hun hele lichaam er van gloeide. En weldra was het leven weer genormaliseerd. De mensen werkten vlijtig en sliepen goed. Ze klaagden over het weer, de regering, de belastingen, de hond van de buren, zetten ’s morgens de radio aan en ’s avonds de televisie uit.

guido lauwaert
gent, 2017-11-15


zaterdag 11 november 2017

HET GESLACHT DE PAUW GESLACHT

Bart De Pauw in beter tijden 

De inquisitie bestaat dus nog. Het enige verschil is dat de grootinquisiteur de printpers is, gevolgd door de radio- en televisie. Bart De Pauw is aan het kruis gespijkerd. Terwijl dat bezig is wordt al uitgekeken naar de volgende die gehangen kan worden, want ‘schandaal’ is kassa. 

Alvorens de emmers drek mijn richting uitgaan. Het gedrag van Bart De Pauw wordt allerminst goedgekeurd. In het zog van zijn faam was hij de elementaire beleefdheid kwijtgeraakt. Vooral vrouwen waren het slachtoffer. Een rauw trekje heeft Bart De Pauw altijd gehad. De euforie van zijn BV-schap heeft dat minpunt echter weer kracht van wet gegeven. Tot er weinig als niets meer overschoot van de brandende lont van de bom. Die lont werd snel korter eenmaal bekentenissen van grensoverschrijdend gedrag uit Hollywood ontsnapt waren. Ook ons land mocht niet onderdoen en daarom werd er als de weerlicht uitgekeken naar een rotte appel. Hij moest echter lekker bekend zijn, want met een pikante sms van iemand als ondergetekende haal je hem wel onderuit, maar garen spin je er niet bij. Te weinig BV-gehalte. En dat is wat heden ten dage cruciaal is. 

Iemand als Bart De Pauw daarentegen is lucratief. Sinds de machtsgreep van de digitale media valt de invloed van de adverteerder niet te onderschatten. Nauwgezetter dan voorheen is geweten wie de mediaconsument is. Zijn leeftijd, geaardheid, afwijkingen, voorkeuren vallen via digitale trucs te achterhalen. Zonder dat hij er weet van heeft of zijn medewerking groot of klein aan verleende. De druk van de bedrijven die deze gegevens kopen ten bate van hun strategie om hun waren te slijten is zo groot geworden dat de media verplicht zijn om de kijk-, lees- en luistercijfers op te drijven willen ze advertenties binnenhalen. Lukt niet meer met het goede oude journalistieke werk. Kwaliteit mag in de marge, maar wat telt is een cadeau of schandaal. Wat soms verkeerd uitpakt. 

Een paar weken geleden werd de krantenlezer verrast met een stunt van De Standaard. Elke koper kreeg vier biertjes. De oplage verdriedubbelde. Goed om de prijs van de advertenties te verhogen. Waar echter geen rekening mee werd gehouden, is dat veel studenten tien tot twintig exemplaren kochten. De prijs van een krant lag beduidend lager dan deze van vier biertjes. Eenmaal de deur van de krantenwinkel uit werden de kranten gedumpt. De stunt pakte verkeerd uit voor de adverteerder. Over de commerciële mislukking werd gezwegen, wel in alle talen gevloekt en gefoeterd, binnenskamers.
Groter zekerheid om de kassa te laten rinkelen is daarom een gesausd schandaal. Hoofdredacteurs zijn daar elke dag naar op zoek, ondergeschikt als ze zijn geworden van de marketingdirecteurs die een etage hoger zitten. Eenmaal gevonden moet het ook uitgerekt worden. Elke reactie van een BV wordt uitgemolken. Zijn er geen meer dan komen de buren aan de beurt. Alle reacties verschijnen gespreid, zodat de lezer, kijker of luisteraar aan de site gekluisterd blijft, zoals tijdens de Tweede Wereldoorlog verzetsstrijders naar Jan Moedwil [Fernand Geerssens] van Radio België, de zender van de Belgische-Nationale Radio Omroep [BNRO] in Londen. Niet enkel de kranten hebben zich bezondigd aan rekkerkwekken maar ook de VRT. 

Het patent om uit te pakken met schandalen groot en klein was tot voor pakweg tien jaar voorbehouden aan ‘de boekjes’ en Het Laatste Nieuws. Oorspronkelijk een gedegen liberale krant. Sinds de overname door de familie Van Thillo - rijk geworden dankzij collaboratie - was het aanvankelijk het parochieblad van de VTM, om gaandeweg te evolueren naar een schandaalkrant. Dat heeft de familie Van Thillo zoveel baat gebracht dat de andere kranten en magazines zich genoodzaakt zagen eenzelfde kar te zoeken.
Er zijn dus geen kwaliteitskranten meer in Vlaanderen, enkel nog schandaalkranten. Want een auteur met een nieuwe roman, krijgt wel een bespreking, maar die blijft beknopt en oppervlakkig. Hooguit is er een kleine kop op de voorpagina, verwijzend naar het artikel. 

Kan de auteur er echter een schandaal aan koppelen, dan vangt de roman niet één bladzijde maar een katern van acht pagina’s en op z’n minst de helft van de frontpagina. Het schandaal krijgt 90% van de ruimte, de roman 10%. Lukt het om in aanloop naar de verschijning de combinatie van roman en schandaal in een talkshow te parkeren, dan is er een garantie voor auteur, uitgever, televisiezender en printmedia op een verdubbeling van de advertentie-inkomsten. Of dat schandaal al dan niet verzonnen is, interesseert de mediatycoon en hoofdredacteur niet. Nauwelijks een week geleden zei een journalist me dat hij zijn hoofdredacteur had gewezen op een schandaaltje, maar een extra dag nodig had om zekerheid te krijgen. ‘Extra dag!’ riep de hoofdredacteur. ‘Morgen verschijnen! Is het niet waar publiceren we de dag nadien een rechtzetting en zal de bedrieger hangen. Maar wij niet!’ 

Goed, dat is één voorbeeld, à la manière de Griet Op de Beeck. Het meest recente is Bart De Pauw. Nogmaals, zijn gedrag valt niet goed te praten, maar diens sms-en zijn peanuts. Door het opblazen van de affaire door de media echter lijkt het of hij een massamoordenaar is.
Het geslacht De Pauw is geslacht. De man kan zijn productiehuis opdoeken, zijn vrouw en kinderen worden massaal scheef bekeken en zijn carrière is afgelopen. Hij kan misschien nog een job vinden als taxichauffeur. Heel de zaak toont aan dat de Vlaamse journalisten van de traditionele media in hetzelfde bedje ziek zijn dan misdadigers als Jack De Ripper en cie. 

Een wapenstilstand is nog niet voor morgen. Uit goede bron is vernomen dat momenteel stuff verzameld wordt over enkele BV’s. Politici worden niet geviseerd. Mensen uit de entertainment daarentegen wel. Ze zijn de nieuwe sterren en adel. Daar valt heel veel geld mee te verdienen, al moeten ze als Barbertje hangen. 

guido lauwaert




woensdag 8 november 2017

TOM LANOYE - ZUIVERING

Tom Lanoye - foto WPG 

De tijd van de grote vertellers is voorbij. Indien Dostojewski, Zola, Musil, Céline en Proust vandaag met een roman bij een uitgever verschijnen, hij zou het pak bekijken en nog voor hij één letter heeft gelezen zeggen: ‘Te dik, daar hebben wij geen lezers voor.’ 

Een kroonjaar of een zoveelste boek, zoals onlangs met Herman Brusselmans en Hij schreef te weinig boeken bevestigt de regel. Hij werd zestig en voor zijn vijfenzeventigste boek kon er wat extra af: een harde kaft, ruim 800 pagina’s, weinig witruimte, geen grafische decoraties.
Een tijdgenoot en zéér goede vriend van H.B., Tom Lanoye, heeft ook een nieuwe roman uit, Zuivering. Volume 358 pagina’s, al had het verhaal ook in vijftig minder gekund, maar vaste vormgever Dooreman heeft graag wat speelruimte, en hij doet dat met kennis van zaken en het geeft lucht. Lanoye heeft daar ook oren naar. Hij houdt van een witregel tussen de alinea’s. Okay, genoeg over de vorm, over naar de inhoud. 

De hoofdpersonages
De eerste heet Gideon Rottier, heeft een sociaal en een lichamelijk probleem, maar verder is er niks mis met die kerel. Na een duiding van diens afkomst en karakter, een sprong te hebben gemaakt naar de klusjes die hij heeft vertimmerd, gezaagd, geboord en verknoeit, vindt hij een vaste betrekking bij een bedrijf dat huizen schoonmaakt na een ramp of het vinden van een gehangene in verre staat van ontbinding. ‘Extreme Cleansing’ heet de zaak en het motto luidt: ‘Wij beginnen waar andere afhaken.’
Eenmaal zover is het tweede hoofdpersonage het verhaal binnengeslopen. Youssef heet de knaap en hij is afkomstig uit het Midden-Oosten. Midden in een burgeroorlog is hij ontsnapt. Na een lange zwerftocht is hij in België neergestreken en heeft er werk gevonden, uiteraard bij het bedrijf waar Gideon werkt. Youssef wordt door het personeel voortdurend vernederd, tot hij bij een opruiming van een huis waarvan de bewoner een gaskamer had gemaakt Gideon redt bij het ontploffen van een gasfles. De vluchteling wordt de held van de stad. Uit dankbaarheid neemt Gideon hem in huis. 

De clash der culturen
Eenmaal zover laat de kerel zijn familie overkomen, een vrouw en twee kinderen. Niet geheel naar de zin van Gideon. Langzaam echter ontspant de sfeer, iedereen went aan toestand en elkaars kuurtjes.
Op een dag muist Youssef er onderuit, met achterlating van vrouw en kinderen. De clash der culturen volgt, als gevolg van moeder Karima die het huis in een bedoeïenentent ombouwt – met alle tralala eraan verbonden, zoon Rafid verzakt in verveling en dochter Loubna evolueert van meisje tot vrouw. Een eerste crescendo volgt wanneer de moeder halverwege de ramadan het huisdier offert, een haan die ooit neerstreek op de binnenkoer en zich daar meteen thuis voelde.
Gideon is er het hart van in. Hij houdt meer van zijn haan dan de paus van God. Ondanks de ‘moord’ mogen de moslims blijven. Uit begrip met hun cultuur? Deels, maar tevens omdat Gideon een eenzame is én omdat zijn sympathie voor de dochter stilaan een amoureus trekje aanneemt, dat natuurlijk uit de hand loopt. 

Geen blad voor de mond
Het hele verhaal van Zuivering ga ik hier niet vertellen, mijn opdracht is de lezer van deze beschouwing voor de keuze te plaatsen: Lezen of niet lezen? Wel, mijn gewoonte getrouw – ik ben geen boekbespreker van de DS en DM – neem ik geen blad voor de mond.
Tom Lanoye is een rasverteller en hij weet wat een goed verhaal is. Wat meer is, er is altijd een politiek actueel aspect aan verbonden. De constructie is tevens van die aard dat over pakweg honderd jaar de lezer beseft wat de wortels zijn van de nieuwe actualiteit. Iets wat Joseph Roth bijvoorbeeld tot in de finesse beheerste.
Tom Lanoye echter is Joseph Roth niet. Hij is er wel een leerling van. Zou een leerling primus inter pares zijn als hij wat beknopter was. Het tienmaal herhalen met hooguit kleine variaties remt het tempo. Storend is ook dat hij alle aanslagen, conflicten die de laatste jaren jaren de pers haalden, de irritaties van burgers in voorsteden als Molenbeek en Borgerhout – waar de moslims massa en macht zijn – in een notaboek heeft verzameld en ze serveert. Dat is goed, nodig voor een sluitend verhaal, maar het mag niet opvallen. Niet dat de lezer denkt, o ja, iets soortgelijks is daar en toen gebeurd. Er mag hooguit een vermoeden zijn. Wat ik ook mis is een dialoog. Niet één. Een boek zonder dialoog is als tomatensoep zonder gehaktballen. 

Meer draagvermogen
Tom Lanoye ligt me na aan het hart. Hij is onze beste toneelschrijver [beter dan Claus wiens stukken het amateurtoneel niet ontstijgen], een kerngezond performer en een literair politicus. Als romancier mag het echter wat meer draagvermogen hebben. Zes van zijn romans werden verfilmd, maar geen enkele heeft een beer, een palm, een leeuw of een Oscar gehaald. Kwam zelfs niet in de omgeving ervan. Kijk, Gaz. Pleidooi van een gedoemde moeder is een uitschieter. Waarom? Omdat Tom Lanoye een novelle geschreven heeft. Een miniroman als monoloog voor Viviane De Muynck. Door het gebalde is het een meesterwerk. 

Meteen na Zuivering heb ik de vrije bewerking door Tom Lanoye van Christopher Marlowe’s toneelstuk De felomstreden kroon van Edward II & Gaveston gelezen. Eerlijk gezegd heb ik meer plezier beleefd aan de lezing van het toneelstuk dan aan die van de roman. Wat niet wil zeggen dat Zuivering een mislukte roman is. Eerder een ‘niet gelukte’. 

De geachte lezer moet ook voor ogen houden dat de steller van dit epistel een volbloed theaterman. Dus, voor hij / zij die overweegt de roman te kopen, éen raad, en daarvoor citeer ik de jonge Mortimer in het genoemde toneelstuk: ‘Peinzen is een schitterend begin.’ 

guido lauwaert 

ZUIVERING ***
Auteur: Tom Lanoye
Uitgever: Prometheus
Genre: roman
Aantal blz.: 358
ISBN: 97890 44633245
Prijs: € 24,99 

DE FELOMSTREDEN KROON VAN EDWARD II & GAVESTON ****
Auteur: Tom Lanoye
Uitgever: Prometheus
Genre: toneel
Aantal blz.: 120
ISBN: 97890 44635522
Prijs: € 19,99



maandag 6 november 2017

DE ZAAK PUIGDEMONT/BELGIË

Carles Puigdemont tracht zijn al zieke buurman voor verdere infectie te behoeden 

Met de voorwaardelijke vrijlating van de voormalige minister-president Carles Puigdemont en de vier ex-ministers is de Belgische regering niet van het probleem verlost. Het wordt eerder zwaarder dan lichter want de vrijlating, eerder dan een arrestatie, zorgt voor heel wat extra werk en dus kosten. 

Het probleem had vermeden kunnen worden. Hoeveel staatshervormingen heeft België niet gekend, na de Tweede Wereldoorlog? Voldoende om van België een modelstaat te maken en waardig de Europese hoofdstad te zijn. Maar de politici waren blind en de Belgische grooteconomen, tot de jaren zestig overwegend Franstalig en Belgisch gezind, koppig. Ze kregen al hoofd-, buik- en rugpijn van de gedachte de naam van hun zaak te moeten vernederlandsen. 

Politieke chaos
Na de Eerste Wereldoorlog was al duidelijk dat de Europese staten, zoals ze gevormd zijn in de negentiende eeuw, niet voor eenheid in verscheidenheid zouden zorgen, maar de chaos die men dacht te hebben bezworen enkel vergroten. Het bewijs toont zich elke dag, is het niet in Spanje, dan in een ander land van Europa.
Mooi voorbeeld van de politieke chaos is de Britse kwestie – waar Schotland naar zelfstandigheid snakt en Ierland de noordelijke provincie terecht wat al te graag zou inlijven. Het uiteenvallen van de dubbelstaat Tsjecho-Slowakije is een ander mooi voorbeeld, net als Yugoslavia. 

De natte droom
De reden van de vorming van die staten had natuurlijk te maken met de ambities van de oude Europese adel. Koning worden was hun natte droom. Dat is ten dele gelukt, met desastreuze gevolgen. Had men de deelstaten in hun zelfstandigheid versterkt, zouden beide Wereldoorlogen er misschien niet geweest zijn. Dat Hitler een Germaans Rijk wilde, en daar de steun voor kreeg van bankiers en grootkapitalisten, ligt in het verlengde van die adellijke dromen. Deze korte uiteenzetting om de Zaak Puigdemomt en België beter te begrijpen. 

De angel
Ook België is een artificiële staat. Deze staat moest een buffer zijn tussen Engeland, Frankrijk en Duitsland. De Europese politici – verenigd in Wenen in 1815 – dachten dat een samenvoeging van België en Nederland dé sterke buffer zou zijn, maar ze hadden geen rekening gehouden met het verschillend christelijk denken van beide staten. Dát was de angel. Alle andere conflicten zijn daaraan gelinkt of daaruit voortgekomen. Bij de splitsing in 1830 dachten de Europese bonzen, verenigd in november van dat jaar in Londen, met een nieuw koningshuis het probleem voorgoed de wereld te hebben uit geholpen. Een miskleun van jewelste. Niet enkel het Belgisch maar heel het Europees probleem werd er enkel door vergroot. Houden we ons echter bij het Belgisch, dan zien we dat sinds zijn ontstaan de Belgische staat nooit rust en evenwicht heeft gevonden. Er was altijd heibel tussen Vlaanderen en Wallonië, en met de jaren is daar de zaak Brussel bijgekomen. Dat werd voor iedereen, inclusief de halfanalfabeet, helder als pompwater met de toespraak van de Antwerpse burgemeester Lode Craeybeckx op zaterdag 10 juli 1954 [de dag vóór de Vlaamse Feestdag in wording], met als slagzin: ‘Vlaanderen laat Brussel niet los.’ Voor de volledigheid: de slagzin en de toespraak werden bedacht door de vaste speechschrijver van Craeybeckx, als het over de Vlaamse zaak ging, Ger Schmook. 

Dwarsliggers  
Vanaf die dag was Brussel een staatsprobleem. Dat de lezer niet denkt dat ik afgedwaald ben van de Zaak Puigdemont. We komen er zo weer bij.
Hadden de Belgische politici in de jaren vijftig, na de klop op het hoofd door Craeybeckx, dit staatsgevaarlijk probleem aangepakt, dan was er helemaal geen Zaak Puigdemont-België geweest. De oplossing lag nochtans voor de hand. Sommige politici hadden er oren naar, zoals Hugo Schiltz, al moesten hij en zijn kompanen zich tevreden stellen met het Egmontpact en in het verlengde daarvan het Stuyvenbergakkoord.
Had koning Boudewijn en kardinaal Seunens niet dwars gelegen, dan was er waarschijnlijk de aanzet tot een oplossing geweest. Want die lag in een grotere zelfstandigheid voor de gewesten Vlaanderen en Wallonië, en… het allerbelangrijkste element, het omvormen van Brussel tot een variant op Washington DC. 

Pilatushouding
Was dat gebeurd dan zou Brussel nu geen gewest meer zijn, behoort het wel tot de Belgische staat, maar valt het onder de bevoegdheid van de Europese regering en is het een volwaardige Europese hoofdstad. Nu dat niet het geval is, en Brussel een nest is waar de moeder haar jongen niet meer in vindt, kan de Europese commissie en de EG voor elk heikel probleem de handen wassen als Pilatus. Zit België meteen opgescheept met de zorgen om een politicus die in eigen land, zelfs in de eigen deelstaat in nauwe schoentjes zit.
De grootste verdienste van Carles Puigdemont is – voor België, althans – dat hij aantoont hoe kaduuk de Belgische structuur is, dat de Vlaming en de Waal in een kaartenhuis leeft.
Het is echter nog niet te laat om het tij te keren. Een dam bouwen moet echter dringend gebeuren, wil men niet dat affaires zoals de Catalaanse in het Belgische Brussel uitgevochten worden. De dam is het opdoeken van de Brusselse baronieën, het ombouwen van Brussel tot een Europese enclave, en de Brusselse inwoner bij verkiezingen laten stemmen op een Waalse of een Vlaamse politicus. Hij / zij zou nog wel rechtstreeks, net zoals alle andere Belgen, mogen kiezen voor een Europees parlement, én een bijhorend president. Simpelweg gezegd: Brussel moet – voor wat België betreft – gedepolitiseerd worden. 

Bij zaken als die van Puigdemont zal België dan niet moeten opdraaien voor de kosten en zal de EG niet langer de andere kant kunnen uitkijken.
En wat het [voort]bestaan van België betreft, is onderwerp van een ander discours. 


guido lauwaert  

zondag 5 november 2017

KAMAGURKA en HERR SEELE GAAN VREEMD



Boven Kamagurka - Onder Herr Seele 

Op zaterdag 5 november 2017, volgens de kalender van paus Gregorius de dertiende van die naam, gingen Kamagurka en Herr Seele [= Cowboy Henk] vreemd. Ze verhuisden hun atelier naar de galerie De Zwarte Panter
Cowboy Henk 
Stichter en uitbater Adriaan Van Raemdonck liep er op de vernissage gespannen bij. Tot het aanvangsuur waren beide heren aan het werk, hier een streep, daar een retouche en dit moet hoger en dat moet weg, of toch niet, hang het in de traphal, nee, niet in achter- maar het voorhuis, en in de nis, je weet wel. Beide kunstenaars bleven er rustig bij. Het typeerde hun ingesteldheid. Ze houden van een dolle chaos, gesausd met een pikante dosis luciditeit. 


PIANO MET PIJPEN
In de grote kapel staat een beschilderde piano [met twee pijpen in het onderstel]. Herr Seele en Kamagurka zijn muzikanten, de eerste tevens pianostemmer. Het zou hen aangenaam zijn geweest – geen twijfel over – dat bezoekers een deuntje op de piano speelden. Indien zelfs iemand wild en atonaal de piano bespeelde, ze muzikaal had gesloopt, geen bezwaar hadden ze geopperd. Ze behoren nu eenmaal tot de generatie groot en verstandig geworden in de nasleep van de jaren zestig. 






NIEUWE ABSURDITEIT  
In de boeggolf van die periode ontstond een nieuwe absurditeit. De theatrale kunst heeft die vóór de jaren zestig gekend – als voeding tot verzet tegen het burgerlijk bestel, de beeldende kunst ná dat decennium. Als uiting van teleurstelling van het magere resultaat van de Flowerpower en Provo. Happenings, pop en beeldende kunstenaars als Andy Warhol, Joseph Beuys, Roy Lichtenstein en hun kunstbroeders hebben die kater enkel bevestigd. Het echte verwijt, als je het zo kan noemen, kwam uit een andere hoek. Hij was een mix van popart, conceptuele kunst, cabaret en strip. Vooral dat laatste genre heeft het hoogst van de toren geblazen, en doet dat nog. 

CIRCUSSCHILDERS
In onze contreien zijn Kamagurka en Herr Seele daar het meest voor de hand liggende voorbeeld van. Hun evolutie vertrekt van de cartoon, passeert langs de strip en eindigt bij de schilderkunst met links naar de performance. Wie beweert dat Kama Seele geen schilder[s] is / zijn, moet zich dringend bijscholen wil hij niet voor idioot doorgaan. Beide heren noemen zich geen schilders in de zuivere zin van het woord. Ze hebben het rauwe en het ruwe van de strip en de cartoon naar het canvas gebracht, met in de moraal-filosofische ondergrond een smak relativering en satire. Lekker geshaket is hun artistiek werk een vorm van soap waarin we elementen van Monty Python en collegerevues herkennen. Wat de benaming is voor dit soort kunstenaars? Circusschilders. Te vergelijken met de prinsen van deze zo goed als uitgestorven theatervorm, clowns. 

RARITEITENKABINET
Wat Kamagurka en Herr Seele siert, is dat ze maar al te goed weten dat niet elke grap [> cartoon- of stripschilderij] afgerond is. Sommige werken doen denken aan Tommy Cooper. Hij mislukte vaak om meteen daarna meesterlijk uit te halen. Zo ook met het duo Kamagurka en Herr Seele. Wat ze tonen is de overtreffende trap van maatschappelijke absurditeit en het neerhalen tot in het belachelijke. Dat te doen in een galerie maakt van het geheel een rariteitenkabinet. De bezoeker mag zich niet verliezen in een poging tot grondige analyse. Hij moet zich bij een bezoek aan de expositie eenvoudig overgeven aan de gedachte dat hij een gekkenhuis bezoekt. 

BEELDEND THEATRAAL CONCERT
Kamagurka en Herr Seele zijn gekken waarvan er te weinig zijn: goedaardig en tegelijk politiek kritisch. In het werk is de morele wetenschap, zo totaal gevangen gezet in wet en orde, te kakken gezet. Van dat soort schijt is er te weinig. Zelfs bij de jongste generatie artiesten, of wie zich al kunstenaar noemt op veertienjarige leeftijd. Artiest is de juiste benaming. Dat is wat Kamagurka en Herr Seele zijn. Het is jammer dat een bezoek aan een tentoonstelling in klasverband niet op het programma staat van eender welke academie, conservatorium, toneelschool. Want ook dat is deze expositie: een beeldend theatraal concert. Naast de al genoemde Tommy Cooper valt onder meer Erik Satie, Laurel & Hardy en Karl Valentin te ontdekken. Uiteraard in een hedendaags kostuum. Met Kamagurka en Herr Seele heeft de negende kunst in onze contreien zich op dezelfde hoogte geplaatst als de geconsacreerde schilderkunst. 

guido lauwaert 

KAMAGURKA en HERR SEELE – Het atelier van Cowboy Henk 
De Zwarte Panter – t/m zondag 24 december 2017
www.dezwartepanter.com