donderdag 29 maart 2018

MENUET



Een menuet is een oud-Franse barokdans, meestal in driekwart maat. In de literatuur is het een spottende term voor een driehoeksverhouding. 

Twee gevoelens schieten in het latere werk van Louis Paul Boon naar voor: Erotiek en eenzaamheid. De periode vangt aan met Menuet uit 1955 en eindigt met zijn laatste roman Eros en de eenzame man uit 1979 en postuum gepubliceerd in 1980. Beide zéér autobiografisch. In de proloog van zijn laatste roman uitte Boon zijn twijfels of het boek geschikt is voor publicatie: ‘Ik weet waarlijk niet of ik dit boek aan het openbaar mag prijsgeven. De vraag kwelt me, of deze schandelijk onzedige maar tevens smartelijke biecht van een eenzame door zijn driften vervolgde en opgejaagde man, niet best in de vergeethoek zou opgeborgen worden.’ 

Afstoting en aftrekking
Menuet is een vertelling van drie mensen, elk vanuit zijn/haar standpunt gebracht. Hoe erotische afstoting en aantrekking van de man tot zijn vrouw en de meid, de vrouw tot haar man en de meid, de meid tot de man én de vrouw, een spanning veroorzaken. De geboorte van het kind uit het huwelijk leidt naar een tragische ontknoping die een grote leegte toont. Geen van de drie ‘dansers’ is gelukkig, maar wat nu? Het enige besluit dat na de lezing kan worden getrokken is dat in dergelijk amoureuze affaire liefde lijden is en dromen nachtmerries zijn. 

Maat noch tempo, lijn noch hoek. 
In de regie van Liliane Brakema, zoals Menuet wordt opgevoerd door de laatste overlevenden van het ooit vermaarde NTG-gezelschap, is de korte roman van Boon een dans die maat noch tempo heeft en de driehoek lijn noch hoek. Het aandeel van de drie vertellers, zoals ze door Boon werden uitgewerkt, werd door dramaturg Koen Haagdorens in stukken gehakt en zo gemonteerd dat ze woord en wederwoord geven, helaas zonder spoor van discussie en van een dialoog. De steriliteit, die er het gevolg van is – daar kan je gif op innemen – is bewust nagestreefd, om de spanning te verhogen. Door echter te prutsen aan de structuur van Boon schiet hij de richting uit van de verveling. 

Gevangenisgevoel
Het Kasper Hauser-enigma – een psychologisch gevoel van in een gevangenis te leven die tot geestelijke duisternis leidt – is de auteur niet vreemd, maar die is in de bewerking noch de enscenering behouden, hoewel de link ernaar in de oorspronkelijke tekst met het blote oog te zien is. Tenzij de opeenstapeling van het huismeubilair, waardoor het huiselijk gevoel verdwijnt en plaats maakt voor de koude, het verkleurde grijs van een magazijn, een gevangenisgevoel moet veronderstellen. Ook het rondspringen als apen over de meubels, alsof ze in een kooi zitten, kan in die richting wijzen. Het is het meest treffende aan de voorstelling, maar de zielenroerselen eraan verbonden blijven onaangeroerd. Uiterlijk vertoon prevaleerde boven het wit maken wat zwart is. De enige opstoot van enig gevoel is de bruuske duw door het meisje waardoor een deel van het meubilair verschuift en de symmetrie verbroken wordt. 

Haags calvinisme
Het saaie van de voorstelling is geheel toe te schrijven aan Liliane Brakema, de regisseur. Het Haagse calvinisme slaat de toeschouwer in het gezicht. Het valt het best weer te geven met de korte [fictieve] dialoog: Hij: ‘Schat, zullen we vanavond eens vrijen?’ – Zij: ‘ Ja, goed idee? Het is exact drie weken geleden.’ – Hij: ‘En vijf uur.’ – Zij: ‘En vijf uur! O, dan is het hoogtijd. Wil je vooraf een koffie, en een koekje?’ – ‘Hij: ‘En een wolkje melk, graag.’ – Zij: ‘Mooi, ga je vooraf je voeten wassen?’ – Hij: ‘Doe ik.’
En dan de muziek. Totaal niet ter zake doende. Effectbejag typisch aan het amateurtoneel. Het verband tussen de meesterlijke muziek van G.F. Handel, een streepje uit diens Sarabande Main, en het trio arbeidersmensen is niet te vinden. In de film Barry Lyndon van Stanley Kubrick past ze perfect, in Menuet lijkt die erbij gesleurd door acht Brabantse trekpaarden. 

Geen acteursregie
De acteurs zijn volkomen op zichzelf aangewezen waardoor enkel Bert Luppes als de man body and soul krijgt. Hij is een typische Boonfiguur. Verfijnd in de omgang, bruut in zijn toneelspel. Chris Thijs als de vrouw doet haar best maar haalt te weinig uit haar nochtans rijke gevoelsarsenaal. Lien Wildemeersch als het meidmeisje heeft een prima ogenspel, maar de rest van haar lichaam doet daar niet aan mee. Nochtans zit het in haar en komt het eruit met de juiste acteursregie.
Niet onvermeld mag blijven dat als het geschreeuw vervangen zou worden door gefluister, het krachtig effect zou hebben gehad. Het is niet omdat het verhaal zich in een arbeidersmilieu afspeelt dat er zo geroepen moet worden dat het drie panden verder te horen is. Meer is minder en minder is meer. 

guido lauwaert

MENUET
naar de roman van Louis Paul Boon
regie: Liliane Brakema
dramaturgie: Koen Haagdorens
decorontwerp: Bettina Pommer
spel: Bert Luppes, Chris Thijs & Lien Wildemeersch
productie: NTGent
info en speellijst:
www.ntgent.be


donderdag 15 maart 2018

GEZIEN DE FEITEN

Griet Op de Beeck en het Boekenweekgeschenk 


Het Boekenweekgeschenk is in Nederland een begeerd object. Griet Op de Beeck schreef het. Een eerste klap op de omzet. Een tweede is dat zowat de hele Hollandse pers struikelde over Gezien de feiten. De fatale klap. 

Om te begrijpen wat volgt in het kort waar de novelle over gaat: Een 71-jarige vrouw verlaat haar gezin, gaat solo maar wordt al snel verliefd op een Afrikaanse man. Al wat voordien fout ging, gaat plots goed. 

Gejakker en clichés
NRC Handelsblad [NRC] kopte in zijn boekenbijlage van vrijdag 9 maart: ‘Onbeholpen gejakker roept wantrouwen op’. Een citaat uit de kritiek van Thomas de Veen: ‘Dat gejakker maakt Gezien de feiten steeds onbeholpener: Op de Beeck zegt dát de dingen lukken, maar neemt steeds maar geen tijd om te tonen hoe. “Voor het eerst benoemde ze hardop hoe ze zich voelde”, staat er, als Olivia met Daniel spreekt – maar hoe ze zich dan voelde wordt verzwegen. Zo blijft ook de verliefdheid een mededeling, hoogstens verwoord in een reeks clichés: ‘Ze keken naar elkaar en al wat doodsbleek was kreeg weer een kleur’, en zo nog een paar. Zo sijpelt het leven weg uit het personage, en de geloofwaardigheid uit het verhaal.’ Einde citaat. 
Gezien de feiten werd niet alleen door de criticus van de NRC zeer slecht ontvangen. Van de recensent van De Volkskrant kreeg het prul één ster. Een kort citaat: ‘De novelle Gezien de feiten is geen propaganda voor het Nederlandse boek. “Iets kunnen doen is zoveel beter dan niks kunnen doen.”, schrijft ze halverwege de novelle. O ja? Op de Beeck had beter niks kunnen doen.’

GEWENTENLOOS LAAT PUBERGEDRAG
Wat verklaart eigenlijk het literair succes van Griet Op de Beeck? Met als kers op de taart, de opdracht om een Boekenweekgeschenk te schrijven? Een explosie van laat pubergedrag omgezet in keukenmeidenliteratuur. Er blijkt een publiek voor te bestaan, en zeker als er een sensatie-element niet aan ontbreekt. Dat lukt Griet Op de Beeck aardig, desnoods gewetenloos, zoals in haar roman Het beste wat we hebben [2017], waarin de vaderfiguur zijn eigen dochters misbruikt blijkt te hebben. In De wereld draait door, de dagelijkse talkshow van Matthijs van Nieuwkerk op de Nederlandse televisie, gaf ze aan dat haar vader haar misbruikte. De toelichting op de tv deed de verkoop boomen. Terwijl deze bewering een flagrante leugen is en de morele verkrachting van haar vader. Een necrofiele daad.
Afijn, wat Alice Nahon was voor de Vlaamse poëzie, een valse maagd, is Griet Op de Beeck voor het proza, een [vrouwelijke[ Voldemort. Wie niet weet waar die typering op slaat gaat bij nonkel Google te rade.  

HET DAGET IN HET OOSTEN
Stilaan heeft niet alleen het literaire journaille door dat ze desnoods over lijken gaat, maar ook het publiek. Bovendien is haar stijl goed voor één, twee boeken, maar te zwak voor een oeuvre. Haar schriftuur begint te vervelen en haar onderwerpen zijn nauwelijks gestoffeerd. Bovendien sociaal maatschappelijk of historisch totaal irrelevant. 

Sommige boekhandelaars hebben het al van in het begin door. Zoals Gert Brouns, handelaar [niet in koffie] maar in het betere boek. Zijn winkel heeft de prachtige naam LIMERICK. Gert Brouns weigert Op de Beecks’ boeken in huis te nemen, al zijn hij ze wel bestellen als de klant aandringt, want hij doet niet aan censuur. Hij noemt het 'therapeutisch relatiegezeik' een quote van Herman Jacobs op Cobra.be.
Maar… maar hij heeft als Boekenweekgeschenk een flink aantal exemplaren van een ander boek, een pracht van een novelle van onder het stof gehaald. Extra voordeel: het is sober maar heel mooi uitgegeven. 

LOF VAN FRANZ KAFKA 
Genoeg lof… praktische info en docu. De novelle heet De wandeling, de auteur is Robert Walser en de uitgever LEBOWSKI. De novelle werd hooglijk geprezen door o.m. J.M. Coetzee, Herman Hesse, Elias Canetti en W.C. Sebald [hij schreef een laudatio opgedragen aan de auteur; het is opgenomen in de genoemde uitgave]. 

Robert Walser 
Ook Franz Kafka was vol lof over de auteur. Van hem is de uitspraak ‘Walsers werk is van een uiterste eenvoud, maar slechts eenvoud werpt licht op de wereld.’ 

Ik heb De wandeling, sinds Gert Brouns het me enkele weken geleden in de hand stopte, tweemaal gelezen. En het ligt op een ereplaats in mijn bibliotheek. Omdat ik mij kostelijk met de lezing geamuseerd heb [scherpe visies verpakt in warme humor]. Een citaat [en het past, gezien in het licht van de novelle van Giet Op de Beeck]: 'Zoals bekend zijn er immers lieden die hun wandaden uitstekend achter innemend, voorkomend gedrag weten te verbergen.' Zeg zelf, van zulke zin smul je toch.
Wat ben ik blij dat ik door de commotie rond de literaire gifpil van Griet Op de Beeck en de weldaad van Gert Brouns de aandacht op dat literair juweel kan vestigen. 

Voilà, ik heb deze week voldoende mijn best gedaan voor de literatuur en de lezer, dacht ik. Nu weer naar de eigen winkel, het verder schrijven aan mijn memoires. Ave! 


guido lauwaert
gent, 2018-03-15


LOOPSTATION


foto: Mirjam Devriendt 

Het Gents theatercollectief ONTROEREND GOED pakt uit met een nieuwe voorstelling. De meest onbenullige, vervelende en dus overbodige productie van het seizoen. 

OPEN BRIEF aan de leden van het collectief ONTROEREND GOED 

Een theatervoorstelling moet meer zijn dan wat de televisie via Amerikaanse soaps de huiskamer in slingert. Of is Loopstation gemaakt voor wie geen televisie heeft? Of er wel een heeft maar er niet naar kijkt? Zelfs voor die mensen is de voorstelling overbodig, want die kijken niet omdat ze zulke brol niet willen zien. Ook niet in  het theater. 

Een reclamespot parodiëren is leuk, als het element tot verbazing en verbazing tot een lach leidt.
Charly Chaplin kon een grap herhalen, niet één keer maar meerdere malen. Telkens lacht de toeschouwer tot hij denkt ‘doet hij het nogmaals is het niet meer leuk’. Maar Chaplin doet het niet. Bij het omslagmoment geeft hij de lol een draai, bijvoorbeeld dat het slachtoffer de dader wordt. Gevolg: daverend gelach. Het is een kleine omslag, maar in het kleine schuilt het geniale. Begrijpen jullie het? Nee! Oké, geeft niet. Met plezier een tweede poging. 



Foto: Mirjam Devriendt 
Anderhalf uur krijgt het publiek het leven zoals het is, de routines, voorgeschoteld in korte, snel op elkaar volgende scènes. Op een draaitoneel. Dat het leven een draaimolen is weet elke theaterganger een week nadat hij uit het ouderlijk nest is ontsnapt. Alle scènes spelen zich af óp de draaischijf. Wel, Luk Perceval heeft lang geleden in Hamburg The Truth about the Kennedy’s gemaakt. Met een draaischijf als symbool van de familiegeschiedenis. Centraal stond moeder Rose Fitzgerald Kennedy. Zoals elke Kennedykenner weet, zwaaide zij de plak. Een paar maal gaat de actrice die de matriarch speelt met één voet op en één voet naast de draaischijf staan. Zo zakt ze langzaam door de benen. Prachtige metafoor voor het ouder worden. De vondst evolueert. Wanneer ze de derde maal kleiner wordt, is er een zoon die haar ‘de stoep’ af helpt. Ook de vierde maal. De vijfde maal wordt ze opgevangen, net voor ze dreigt te vallen. Wel, zulke vondst, of eentje die langs een verrassende inval scheert, mis ik in Loopstation

Wat ik tevens mis is dat onderstreept wordt dat voor de meeste jonge toeschouwers – en die heeft Ontroerend Goed, terecht – er een leven zoals voorgesteld in deze productie, wacht… als ze de deur van de sleur nemen. Jonge mensen moeten tegen dat gevaar beschermd, gewaarschuwd worden. Het theater, veel meer dan de film, heeft hierin een belangrijk aandeel, naast de opvoeding door de ouders en het onderwijs. Wat Loopstation levert is een potje spot, helaas niet gekruid. Dan is de smaak niet raak. 
Foto: Mirjam Devriendt 

Stikvervelend, tot slot, is de muziekscore. Tachtig minuten een stemtoon met een zeldzame keer een achtste noot verschil. Steve Reich wist wanneer de slaap zou toeslaan en greep tijdig in. De minimalistische muziek van andere componisten van dat genre – John Adams, Philip Glass en Morton Feldman – balanceert ook op een gespannen koord, maar kent evenmin als bij die van Steve Reich een zwak moment. De muziekscore van Loopstation heeft een gebrek aan durf en verbeelding. Met als resultaat: verveling gaande tot de rand van de irritatie. 

Op de website van Ontroerend Goed staat ‘Het gezelschap is bekend voor het opzoeken van de grenzen van het medium theater’.
Niks, niets van gemerkt. Ergens onderweg, sinds de oprichting anno 1994 tot nu, kwijtgeraakt? Moet wel, want geen zoekwerk of grenzen gezien. De voorstelling is hooguit het experimenteren met clichés. 

Dames, heren van ONTROEREND GOED… sterkte, beterschap en tot een volgende maal, 

guido lauwaert
gent, 2018-03-15 

LOOPSTATION
productie: ONTROEREND GOED
regie: Alexander Devriendt
compositie: Joris Blanckaert
www.ontroerendgoed.be
info@ontroerendgoed.be


woensdag 14 maart 2018

HUGO CLAUS: CON AMORE


Hugo Claus 

Tien jaar geleden stierf Hugo Claus. Alle walletjes willen er van snoepen. Zo ook Marc Didden, die een tentoonstelling in de BOZAR versierde. 

In een verloren hoek met te smalle gangen mocht Marc Didden als curator zijn adoratie voor Hugo Claus etaleren. Hij leende schilderijen, brieven, gedichten, boeken, covers, posters, parafernalia en dropte die in kasten, hing ze aan muren. Het geheel heeft een zwakke en voorspelbare lijn – van voor Claus’ geboorte tot na zijn dood – en het oogt allemaal fraai, maar de bezoeker wordt er niet wijzer van. Het geheel smaakt naar het uitpakken van een vriendschap zonder meerwaarde. Extra zuurgehalte is te vinden in het zich haken aan de kar van anderen die Claus van nabij hebben gekend om de eigen relatie te versterken. 

DWEEPGEDRAG
Wanneer het geëxposeerde niet meer is dan het verfraaien van de muren en de ruimte, is het initiatief dan niet een bewijs van onkunde? Een tentoonstelling moet het informatieve overstijgen, op z’n minst een poging wagen door te dringen tot de schaduw van wie men in de ban is. Of laten blijken waarom men dweept met iemand, zoals de curator schrijft op de achterkant van de kaft van de bijhorende catalogus ‘… op basis van pure maar onbestemde bewondering.’ 

DE ENIGE EN WARE VRIEND
Die onbestemde bewondering stond Marc Didden in de weg om te onthullen op wat die vriendschap precies is gebaseerd. Het lijkt me eerder dat de expositie door zijn gebreken aantoont hoe mager die vriendschap eigenlijk wel was. Marc Didden heeft Hugo Claus van nabij gekend, geen twijfel aan, behoorde tot de inner circle van diens entourage, maar zich als vriend uiten is te veel van het goede. Om de eenvoudige reden dat Hugo Claus geen vrienden had. De enige die hem na aan het hart lag was de dichter Hugues C. Pernath. Dat hij de cyclus Het graf van Pernath schreef, wijst op een hechte band. Die cyclus staat kwalitatief op gelijke hoogte met The Love Song of J. Alfred Prufrock van T.S. Eliot.
Vriendschap voor Hugo Claus bestond erin mensen te gebruiken voor eigen doel. Het mooiste voorbeeld is Freddy de Vree. Hij heeft zoveel energie én [VRT-]geld in Claus gestoken dat heel wat mensen De Vree zagen als zijn secretaris. Toen Hugo Claus Veerle De Wit leerde kennen en zij zijn financiële puinhoop opruimde, was De Vree niet meer bruikbaar. Hij werd gedumpt, zoals zovele anderen. Guido Claus, de broer van Hugo en uitbater van de Hotsy Totsy vertelde me op een keer dat hij een audiëntie via Veerle moest aanvragen om zijn eigen broer te kunnen zien. 

LETTERDIEF
Enkele schilderijen van de leden van COBRA sieren de tentoonstelling, maar dat Claus zelf geen lid was van die club – en wáárom niet, hoewel hij in Parijs zeer goed bevriend was, komt niet aan bod. Evenmin dat Hugo Claus de inspiratie voor zijn toneelstukken ontvreemdde van andere schrijvers. Er is geen link tussen dief en bestolene. De voorbeelden liggen nochtans voor het grijpen. Het mooiste voorbeeld is het reeds genoemde toneelstuk Vrijdag. Het gegeven is ‘ontleend’ aan de novelle De biezenstekker van Cyriel Buysse. Het enige wat Claus gedaan heeft is de taal ververst, de plaats van het gebeuren gewijzigd, de tijd waarin het zich afspeelt ruim vijftig jaar verschoven en de literaire vorm gewijzigd: van proza naar toneel.
In een kijkkast is een uitgave van de Sonnetten te zien. Wat niet te zien valt zijn de vijftien sonnetten van William Shakespeare die Claus als inspiratiebron gebruikte om het zich makkelijk te maken. 

EIGEN STATUS EERST
Dit, en heel wat meer van de minder fraaie kanten van Claus komt nooit en nergens aan bod. Het is een en al adoratie en oppervlakkigheid. Tot glorie van de eigen status. Alsof een vriendschap met Claus, de paus van de Vlaamse literatuur van de 20ste eeuw, garant staat voor de eigen heiligverklaring. Het is zum kotzen. De expositie HUGO CLAUS, CON AMORE, is een toonbeeld van hoe een curator zichzelf op een hoger niveau tilt en de kunstenaar/auteur daar schaamteloos voor gebruikt. 

CATALOGUS
Gelukkig is er de catalogus. Al valt er ook in dat naslagwerk geen kritisch woord te vinden. Of een onthullend fragment, waardoor de lezer denkt ‘Ah, zo zit het!’.
Maar, het is een leerrijk boek; wordt enkel ontsierd door het Voorwoord van Sven Gatz, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Media en Brussel. Cliché op cliché, er bestaan gevulde kasten voor en magere  gastschrijvers. Van de literaire bijdragen zijn de beste en de meest leerrijke de artikels van Caroline Lamarche en Suzanne Holtzer. En als afsluiter het gedicht van Remco Campert, Bij de dood van Hugo Claus. Het blijft naar de strot grijpen. 

Cover catalogus expositie Hugo Claus, Con amore - BOZAR - uitgever LANNOO 


Besluit: de tentoonstelling is op z’n hoogst fraai en de catalogus een mooi kijkboek met een zekere historische waarde. Al is de persmap leerrijker dan de expositie en het naslagwerk. 

guido lauwaert 

HUGO CLAUS, CON AMORE
Curator expositie en eindredacteur catalogus: Marc Didden
Tentoonstelling: BOZAR – 28.02 – 27.05.2018
Catalogus: BOZAR BOOKS & Lannoo – 256 pag. - € 26,99


woensdag 7 maart 2018

MARX LEEFT!




Bij monde van Johan Heldenbergh, leeft Marx. De acteur toert met MARX door Vlaanderen, een monoloog van Stefaan Van Brabandt. 

Johan Heldenbergh is een acteur die vanuit zijn gevoelens, scherend langs zijn maatschappelijk engagement, op de scène staat. Wat meer is, hij heeft zich de voorbije jaren gefocust op individuen, mensen die gewild of ongewild in de marginaliteit zijn gesukkeld. 

Johan Heldenbergh 
Ontwikkeling 
Het mooiste voorbeeld van het laatste is Massis the musical. Hij speelt John Massis, de krachtpatser die vindt dat zijn leven en werk Broodway en West End verdient. De ontwikkeling is de situatie waarin iemand belandt, een verrijzenis betracht, maar door zijn ingesteldheid tegen een blinde muur in een sukkelstraat botst, met als gevolg de totale geestelijke neergang. Eenzelfde evolutie is er te vinden in MARX, zijnde de 19de-eeuwse filosoof Karl Marx [1818-1883]. 

Gebruik en misbruik
De belangrijkste theoreticus van het communisme nader voorstellen hoeft niet, toch? Elke landgenoot die kan lezen en schrijven weet wie hij is en waarvoor hij staat. De meeste mensen die denken dat Marx het communisme heeft ‘uitgevonden’ dwalen. Karl Marx gaf in zijn geschriften kritiek op het burgerdom én de anarchie. Zijn economische en politieke ideeën leveren de stof voor een totaal nieuwe levensbeschouwing. Het zijn anderen die er gebruik van hebben gemaakt als werkplan voor een socialistische maatschappij, en misbruik uitmondend in het communistisch systeem. 

Stefaan Van Brabandt & Johan Heldenbegh 
Gemiste kans 
Dat filosofisch schaakspel komt te schamel aan bod in de monoloog van Johan Heldenbergh. Wat er tevens aan ontbreekt is de oorzaak hoe Marx tot zijn gedachtegoed kwam. Terloops wordt gerefereerd naar een diefstal van sprokkelhout door de armen, dit om de status van de rijken te beschermen. Want wie vandaag één kers steelt en ongestraft blijft, zal morgen een hele oogst kapen.
Het gaat natuurlijk om veel meer en zit veel dieper.
De man die de monoloog schreef, Stefaan Van Brabandt, heeft de kans laten liggen om een werk met een steviger inhoudelijke structuur te maken. Iets wat andere auteurs met een sociale betrokkenheid in de periode waarin Karl Marx van de hoge toren blies, het einde van de negentiende eeuw, wel hebben gedaan. De meest voor de hand liggende voorbeelden zijn Anton Tsjechov [1860-1904] en Émile Zola [1840-1902]. 

Financier Friedrich Engels  
Stefaan Van Brabandt is uitgegaan van het familieleven en de vriendenkring, met als centrumgasten Marx’s echtgenote Jenny von Westphalen en zijn financier Friedrich Engels. Dat Engels een sociaal bevlogen man was staat buiten kijf. Het feit dat hij de zoon van een katoenbaron was en puissant rijk helaas niet. Dat Karl Marx na veel omzwervingen uiteindelijk in Londen een nest en rust vond is mede te danken aan Friedrich Engels die, by the way, in opdracht van zijn vader een katoenfabriek in Manchester leidde. Een feit dat evenmin voeding gaf aan de zwaarte van de monoloog. 

Zonder baard van een halve meter
Met een lichte tekst moest Johan Heldenbergh dus aan de slag. Zijn talent redt de voorstelling. Als de groten maakt hij de ruimte klein als dat nodig is en groot op de passende momenten. En dat met slechts enkele attributen en zetstukken. Zonder dat hij er een baard van een halve meter moet opplakken wordt hij Karl Marx. Zijn timing is feilloos; de toeschouwer krijgt – zoals een peuter zijn fruitpapje – geduldig en met kleine hapjes de mens Marx geserveerd. De geest van Karl Marx, om precies te zijn, die vertrekt van de teleurstelling over het desastreuze resultaat van zijn ideeën, om te eindigen met zijn persoonlijk falen. Johan Heldenbergh maakt de lange mars begrijpelijk en aannemelijk. 

Gezinsdrama
Johan Heldenbergh haalt door zijn spel meer uit de tekst dan erin zit. Marx leeft! Wat maakt dat deze voorstelling overeind blijft staan en leerzaam is. Is het niet ideologisch dan wel als gezinsdrama.
Wat natuurlijk ook zijn invloed had op het marxisme, en met een citaat is dat voldoende aangetoond: ‘
Sociale vooruitgang kan met precisie worden bepaald door de sociale positie van de vrouw.’ 

guido lauwaert
MARX -
tekst: Stefaan Van Brabandt
spel: Johan Heldenbergh
productie: De Verwondering en Zuidelijk toneel
info & speeldata:
info@ingegeukens.be
e.k. extra speeldata: 28 & 29 maart 2018 – Arenbergschouwburg –Antwerpen


maandag 5 maart 2018

DE COLLEGES VAN CAMIEL VAN BREEDAM


Camiel Van Breedam 

Tot zondag 4 maart had u de kans het artistiek werk van Camiel Van Breedam te zien. Maar gelukkig is er de catalogus. Een machtig document. De vitrinekast waardig. 

Beeldende kunstenaars, en in het bijzonder beeldhouwers, zijn knutselaars. Het mooiste voorbeeld uit onze contreien van de laatste halve eeuw is Panamarenko. Maar ook Camiel Van Breedam weet met schroef en spijker om te gaan. Het verschil tussen beiden is dat de eerste tot de dood van zijn moeder speelgoed in elkaar knutselde en de tweede zijn ergernis – en soms zijn liefde – bouwt en monteert tot beeldende colleges. 
   
DE ROOTS
Om het werk van Camiel Van Breedam te begrijpen is het goed om te weten waar zijn roots liggen. Geboren in 1936 in Boom, heeft hij meegemaakt hoe gevoelloos en moordend er is omgegaan met het historisch erfgoed van de Rupelstreek. Waar in Duitsland en Engeland oude fabrieken als kathedralen – met hun machinerie als heiligenbeelden – tot kunsttempels werden omgevormd, heeft de Belgische overheid, op een relikwie na, alles laten afbreken en opblazen. Door de media worden kunstvernietiging zoals boekverbranding en de beeldenstorm van IS aangeklaagd, maar voor de industriële kaalslag in onze contreien is er nauwelijks aandacht. Wel, dat is wat Camiel Van Breedam wil aantonen en er excuses voor vragen met zijn montages en collages. 

WOEDE EN TREURNIS
Maar er is meer. De Verenigde Staten moeten anderen niet de les spellen. Ook de Nieuwe Wereld – de Oude opnieuw gevernist – heeft zijn massamoorden. Is het niet in Vietnam was het op haar eigen gebied. Het heeft niet veel gescheeld of het Indianenvolk was uitgeroeid. Camiel Van Breedam verwerkt zijn woede en treurnis. Geen enkel artistiek werk van hem is zomaar een ‘schoon’ idee in beeld omgezet. Trouwens, geen enkel kunstwerk heeft een vooropgezet plan, er komt geen architecturale voorstudie aan te pas. Het werk maakt zichzelf, puttend vanuit de emoties die verband houden met een gebeurtenis, goed of kwaad.
Een voorbeeld van een kwade gebeurtenis zijn de torens uit de serie ‘Assemblages’. Ze herinneren aan de waarde en de plaats van de ingenieur uit het industrieel tijdperk. Een architect valt in de prijzen, zelden een ingenieur. Schande, want om een voorbeeld te noemen. Alle respect voor Henry Van de Velde, maar was er geen ingenieur aan te pas gekomen zou de Gentse Boekentoren er niet lang hebben gestaan. 

Camiel Van Breedam - Rothko's obituary - 2015 

Een voorbeeld van een goede gebeurtenis is de kleine maar indrukwekkende collage Rothko’s obituary uit 2015. Het is niet zozeer een groet over het graf aan een grootmeester, maar tevens het verlengde van de afdaling tot in het hart van de ziel. Van Breedam volgt Rothko in diens abstract expressionisme. In het genoemde werk van Camiel Van Breedham zit eenzelfde vibrerende, zinderende toonklank van het gemoed als in dat van Mark Rothko. Begrijp me goed, Camiel van Breedam heeft geen kopie – bij wijze van spreken – van een Rothko gemaakt, nee, een eerbetoon gebracht, en is daar zeer goed in geslaagd.  

ZEBRASTRAAT
Camiel Van Breedam kan het niet laten zijn expressionistische gevoelens te uiten. Het stoot sommige critici tegen de borst. Ze hebben liever een afstandelijk kunstenaar, dan kunnen ze pronken met hun eigen oordeel en impressie. De open geest van Van Breedam heeft gemaakt dat hij minder bekend is, ja, zijn werk niet voldoende aandacht krijgt.
Het viel weer op door de Gentse expositie in de ZEBRASTRAAT, opererend onder de vlag van de Stichting Liedts-Meesen. Groot respect voor Alain Leidts en zijn partner Françoise Meesen, maar de publiekswerving kan beter. Ik heb van anderen moeten vernemen dat ‘naast mijn deur’ Camiel Van Breedam tentoonstelde, terwijl ik wekelijks info krijg van het MoMa, Tate Modern én Tate Britain. 

DE CATALOGUS
De uitgave van de catalogus verdient dan weer een pluim op de hoge hoed van de stichting. De vormgeving heeft stijl en klasse, de duidende bijdragen van Rik Pinxten en Etienne Wils zijn helder, niet te uitvoerig, geen greintje pedante pretentie hebben ze. Pinxten benoemt Van Breedam tot ‘een poëtische revolutionair, een maatschappelijke estheet van zeer hoog niveau.’ Wils op zijn beurt verwoordt het als volgt: ‘… hij leidt in zijn constructies en structuren de zintuigen en emoties naar andere, onverwachte perspectieven, invalshoeken en uitvalshoeken. Hij biedt vrij baan aan de vlucht van de zoekende ogen.’ 

DE DOCUMENTAIRES
De finissage werd opgeluisterd met de vertoning van de documentaires die Julien Vandevelde over het werk van Camiel Van Breedam heeft gemaakt. Wat je weet wordt door de films verder uitgediept. De oud-leraar film & fotografie van de Gentse Academie voor Schone Kunsten slaat niet op de trom van de publiciteit, wat jammer is. Zijn werk heeft een grote historische waarde en eigenlijk verdient die een plek op VRT/Canvas.
De vertoning van de films rond Camiel Van Breedam was een laudatio. Waarna alle aanwezigen zich aan de drank en de knuffels begaven. Beschaafd en hartelijk, zoals dat gebruikelijk is bij kunstminnend volk. 

guido lauwaert


CAMIEL VAN BREEDAM
Zebrastraat Gent
Expo:
17-02 – 04.03.2018
Catalogus:
Zebrastraat –
ISBN 9789082808001 - € 50,-
Documentaires: Cavalier Seul producties –  http://users.telenet.be/cavalier.seul/hp/home.html