woensdag 25 april 2018

HEILIG HART





Samenleven moet je leren. Arne Sierens toont het aan met zijn nieuw toneelstuk Heilig Hart

Wat stelt de voorstelling voor? Hoe twee jonge koppels, nauwelijks twintig jaar oud, de juiste manier zoeken om samen te leven in de samenleving. Of zoals de flyer van COMPAGNIE CECILIA ons leert ‘hun weg zoeken op de kronkelende autostrade van het leven. Heeft Moos met Titzia eindelijk de liefde van zijn leven gevonden? Slagen Boelie en Wanda erin hun persoonlijke drama een plaats te geven in hun relatie?’ 

DUBBEL MOEILIJK
Tussen willen en kunnen staan rituelen in de weg en onverwoestbare tradities, en ook gevoelens, waar niemand een vaste greep op heeft. Voor een jong koppel, onervaren en niet al te mondig is het daarom dubbel moeilijk om de juiste knoop bij het knoopsgat te vinden ten bate van een goede verstandhouding. Want daarmee valt of staat de relatie. Doe er gerust een flink schep bovenop als twee koppels hun wel en wee delen. Ze denken elkaar te kunnen helpen, terwijl vaak het tegendeel het geval is. 

Foto Kurt van der Elst 
TELKENS WEER 
Arne Sierens is van afkomst, de volkswijk, vertrouwd met de mensen die hun problemen kunnen benoemen maar ze niet verklaren. Niet naar een tafel- en bedgenoot toe, hun beste vriend[in] maar ook niet voor zichzelf. Die vertrouwdheid weet Arne Sierens telkens weer om te zetten in een goed verhaal met sterke dialogen. Jammer alleen dat de mensen, het volksdeel, over wiens levenswijze hij getuigt met zijn stukken, niet naar de voorstelling komen kijken. Ze zouden wat kunnen leren. Een toneelstuk is trouwens altijd een sociaal maatschappelijke les, of het probleem zich nu in een kasteel of in een krot afspeelt. 

DE WORDING EN UITWERKING
Niet alleen is Arne Sierens een bekwaam auteur maar tevens een goed regisseur. Bewust wil hij de oerversie van een toneelstuk zelf regisseren. Het maakt dat hij in de eerste speelperiode kan blijven schaven tot hij gaandeweg tot een definitieve versie komt. Een werkwijze waar ook de grote Griekse tragedieschrijvers aan vasthielden, en om een paar recente voorbeelden te noemen, Samuel Beckett en Hugo Claus. Eenmaal het stuk staat als een huis kan de auteur het stuk loslaten, waarna andere gezelschappen, en regisseurs, er mee aan de slag kunnen.
Voor de vormgeving heeft regisseur Arne Sierens gekozen voor een draaitoneel als speelvlak. De duur van de voorstelling blijft het speelvlak draaien. De verklaring is aardig maar simpel: het leven is een draaitoneel. Heel wat koppels blijven hun hele leven in het rond draaien met zichzelf.
Op het draaitoneel staan zuilen. Ze verbeelden de problemen waar de mensen dagelijks honderdmaal tegenaan botsen of er trachten omheen te lopen.
Een muzikant met een elektrische gitaar en een synthesizer speelt van begin tot einde. Wat mij betreft is die overbodig, maar Arne Sierens wijst op het feit dat in veel gezinnen de radio van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat aan staat, op luide toon. Ze denken hiermee een gezellige sfeer te creëren, zonder te beseffen dat dit gejank nu precies de druppel is die bij conflicten de emmer doet overlopen. Eigenlijk is het de laatste twintig jaar de gewoonte geworden de televisie in de keuken aan te zetten. Een televisie op het toneel zou bovendien veel goedkoper zijn geweest dan de gitarist.
Wie goed kijkt en luistert weet tot slot dat de voorstelling, zowel qua tekst als regie, opgedeeld is in drie delen, zijnde presentatie [van de problematiek], kristallisatie [van het conflict] en explicatie [van de verzoening die tot een loutering leidt]… of simpel gezegd: hemel, hel en vagevuur. 

Foto Kurt van der Elst 
WIE IS WIE EN WAT IS WIE 
Zoals eerder aangegeven wordt het verhaal verteld en verbeeld door twee koppels, klassiek van aard [m/v]. Het ene koppel is Moos en Titzia, Robrecht Vanden Thoren en Anemone Valcke, het andere Boelie en Wanda, Gilles De Schryver en Linde Carrijn.
Drie van de vier acteurs doen aardig hun best, van meet af aan is echter duidelijk dat de hele voorstelling door Anemone Valcke gedragen en gestuwd wordt. Door een totaal kaduke motoriek, een vuile uitspraak en de asynchrone motoriek van Linde Carijn, verliest de voorstelling echter een deel van zijn [geloof]waardigheid. 

GEEN KANTELMOMENT
Tot slot dient gezegd dat Heilig Hart inhoudelijk wat meer om het lijf mag hebben. Er mankeert een kantelmoment aan. Een stijlbreuk zorgt voor een verrassingsmoment. Dat is er niet. Omdat de voorstelling slechts vijf kwartier duurt valt het ontbreken ervan niet meteen op. Was het er wel geweest zou Heilig Hart een kroon verdienen. In de huidige vorm slechts een hoed. Mits wat extra getimmer zal het een hoge zijn. 

guido lauwaert

HEILIG HART
tekst en regie Arne Sierens
productie Compagnie Cecilia / Arne Sierens
gezien: 25 april 2018
t/m 12 mei De Expeditie - Gent
volgend seizoen op tournee
tickets & info:
www.compagnie-cecilia.be


zondag 1 april 2018

DE TOEKOMST VAN HUMO




Er gaat haast geen dag voorbij of de media maken zelf het nieuws. Tot voor de komst van het digitale platform was dat randnieuws. 

Bladen en zenders verhuizen van eigenaar sneller dan het Christus lukte uit de dood op te staan. Bleven journalisten tot eind vorige eeuw trouw aan hun blad of zender, het is een stoelendans geworden. En valt er vandaag iemand zonder stoel, vindt hij morgen wel een partij of instelling waar hij zijn praatje en maniertjes kwijt kan, tot hem een nieuwe stoel wordt aangeboden. Ideologie speelt geen rol meer. Wie gisteren felrood was is morgen hemelsblauw. Zelfs na de pensionering is men niet te beroerd om te shoppen in perscentra waar men in zijn beroepsleven op neerkeek. 

Een blad dat in de nabije toekomst flink in de belangstelling zal staan is HUMO, in een ver verleden HUMORADIO, tot de televisie de radio verdrong en Jef Anthierens de naam halveerde. Na Jef werd zijn broer Karel de hoofdredacteur. Hij bouwde het blad uit zoals we het nu kennen. Guy Mortier verfijnde vorm en inhoud en bouwde HUMO uit tot het meest importante magazine van Vlaanderen. Na diens pensionering ging het snel bergaf. Bekwame hoofdredacteurs en journalisten, daar niet van, maar de kwaliteit was zo hoog geweest dat het nieuwe journaille daar altijd werd op afgerekend. Als lezers, kijkers een zender, blad minder vinden slaan ze gauw aan het shoppen. 

Bijkomende reden voor het verval van HUMO: het speelde voornamelijk in op de markt van de televisie. Economie of politiek kwam nauwelijks aan bod. Ook Kunst & Cultuur of mode kon slechts een hoekje vinden. Wat niet het geval was met KNACK. Dat verdeelde de nieuwswereld over wekelijks drie bladen. Elk blad had een eigen identiteit en die werd benadrukt door er zelfstandige uitgaven van te maken. Strategisch niet onbelangrijk. Drie voor de prijs van één, de mensen denken daar voordeel mee te doen. Het is bovendien handig. Eenmaal gearriveerd kreeg de heer des huizes Knack, de vrouw Knack Weekend en de edele kinderen Focus. Iedereen best tevreden. 

Met HUMO ging het intussen van kwaad naar erger. De oplage blijft dalen. Ooit ruim boven de 200.000 exemplaren, momenteel niet eens een kwart ervan. De neergang beïnvloedt de redacteurs en journalisten zo sterk dat hun poeier nat werd. De meesten onder hen niet meer durfden zeggen voor welk blad ze werkten. De eigenaars verkochten het blad. Het kwam in handen van de Persgroep die het ook al niet opnieuw rendabel wist te maken, welke hoofdredacteur [m/v] er zich ook mee bemoeide. De laatste zet was om het onder te brengen onder een hoofdredacteurschap met een dagblad uit dezelfde stal, De Morgen. De redacties van HUMO en De Morgen gaan de krachten bundelen om, zoals dat op 8 maart laatstleden kond werd gemaakt, zowel het allerbeste digitale platform als de printversies – de papieren lezers, zoals dat tegenwoordig enigszins denigrerend heet – aan te bieden. 

Het is echter maar een tussenstap. De lezer mag zich niet rot schrikken. HUMO blijft een instituut. Wat in de nabije toekomst echter staat te gebeuren is dat HUMO als zelfstandig blad van de markt zal verdwijnen en tegen juni een wekelijkse bijlage van De Morgen wordt. Aan de juiste formule wordt momenteel gesleuteld. Dat is het scenario zoals dat dezer dagen op de directietafel ligt. Met de vraag aan de betreffende journalisten van de twee bladen om het niet aan de grote klok te hangen. Wat ze braaf doen; ze blijven van de klepel af. Hiermee een uitspraak van wijlen Johan Anthierens vergetend [of niet kennend]: ‘Als een journalist een nieuwsfeit verzwijgt is hij geen echte journalist. Hij heult dan met de vijand en niet met de lezer, zijn vriend.’ 

Ontkent de directie en redactie dat HUMO herleid wordt tot een bijlage van De Morgen, zal het enkel zijn om fakenews van dit artikel te maken. Het uitstel zal echter geen afstel zijn. Als het rumoer vergeten is zal alsnog gebeuren wat al beslist is. Het enige wat nog niet vaststaat, is welke dag van de week HUMO het pulpblad van De Morgen wordt. Woensdag lijkt te vroeg, maar die dag verschijnt Knack, met zijn voortreffelijk gemaakte en succesvolle Focus.
Toen Knack uitpakte met een show- en televisiebijlage heeft de toenmalige directie van HUMO beslist een dag eerder te verschijnen. Van woensdag werd het dinsdag.
Liefst van al zou de huidige eigenaar HUMO op vrijdag zien verschijnen. Net voor de nieuwe televisieweek begint. 

Wordt vervolgd.

guido lauwaert
gent, 2018-04-01