zaterdag 27 oktober 2018

KRIEGSALBUM




Michiel Hendryckx is een begenadigd fotograaf. Met de jaren is hij ook een historicus geworden. Al kan het een niet zonder het ander. 

Twee Vlaamse fotografen lopen voorop wat betreft het combineren van beeld en verhaal, Herman Selleslags en Michiel Hendryckx. Als geen ander weten zij de kijker het beeld in te trekken en op zoek te gaan naar de vraag waarom de fotograaf precies op dat moment afdrukte. De eerste heeft nooit en plein public commentaar gegeven op de keuze van het moment, de tweede daarentegen wel. Het grote voordeel is dat de kijker van de prent een beeld krijgt dat wordt omgezet in een filmisch verhaal.
Michiel Hendryckx becommentarieert met zoveel passie dat, telkens een fotoboek verschijnt waaraan zijn naam verbonden is, het een tournee langs Vlaamse zalen oplevert. En door zijn vurigheid daalt de kijker af in de geschiedenis van een gebeurtenis, een persoon, een landschap, ja soms een boom of een ruïne. 

Maar ook zonder het commentaar bij de projecties bij lezingen weet Michiel Hendryckx een foto body en soul te geven. De onderschriften in de fotoboeken gaan van innemend tot choquerend. Al zal de ene kijker dat anders zien dan de andere, maar goed, hij wordt getroffen en slaat aan het denken, en daar is het de fotograaf om te doen. 

De gerenommeerde fotograaf houdt het niet enkel bij de eigen foto’s. Soms werkt hij mee aan een fotoboek. Zoals aan het net verschenen Kriegsalbum, n.a.v. de herdenking van het einde van de Eerste Wereldoorlog honderd jaar geleden, 11 november 1918. Het toont Gent tijdens de Duitse bezetting, zoals de bezetter die zag.
Hendryckx is niet de enige samensteller van het fotoboek. De hele club van het Gentse stadsarchief heeft eraan meegewerkt, maar de fotograaf maakte de selectie aan wat er aan foto’s voorhanden is. De Duitse bezetter was niet alleen goed in papierwerk maar besefte ook dat fotografie deel uitmaakte van systeem en orde van een organisatie. Een verslag heeft nu eenmaal meer waarde als tekst en beeld elkaar aanvullen. 

Gent tijdens de bezetting komt tot leven door de selectie én de rangschikking van Michiel Hendryckx. Zijn de eerste foto’s sfeerprenten, gaandeweg ontwaakt als het ware de stad. Op pleinen, in ziekenhuizen, bij parades, in kantoren en woonkamers of tuinen. Dit alles geleid vanuit de Kommandantur, het prachtige rococohuis op de Gentse Kouter, bekend als Hotel Faligan, het schuiloord van de Club des Nobles. 

Gent - lege stad tijdens de bezetting 

Zo levendig het er vaak aan toe gaat, op de foto’s van de stadsgezichten lijkt het wel of Gent een stedelijk Bokrijk is na sluitingstijd. Geen burger te zien op straat, niet eens een hond of een kat, een uitzondering niet te na gesproken. In het Gentse uitgaanskwartier zal het wel druk zijn geweest. Het is jammer dat er van dat aspect van het stadsleven in oorlogstijd geen foto van te vinden is. 

Wat er evenwel niet aan mocht ontbreken is het bezoek van de oorlogsmisdadiger, de Duitse keizer Wilhelm II. Gedetailleerd wordt zijn karakter en verblijf op vermakelijke toon door Michiel Hendryckx beschreven. Zelfs over de postduiven heeft hij een verhaal. Een citaat: ‘Omdat altijd weer duiven gebruikt werden voor spionage, besloot Albrecht von Württenberg in mei 1915 dat alle duiven binnen enkele dagen moesten worden gedood. … Men probeerde duiven te verstoppen. Wat zelden lukte. Meestal werden de duivenmelkers verraden door jaloerse boeren. … Bij de aanvang van het verbod had een Gentse slager in de buurt van het stadhuis in zijn uitstalraam geslachte duiven op een rij te koop aangeboden met de mededeling “gesneuveld voor het vaderland”. Nog dezelfde dag werd de man gearresteerd.’ 

Willy Wending 
De meest indrukkende foto, mijn inziens, is deze van Willy Wending, de Duitse officier die bij terechtstellingen van terdoodveroordeelden het vuurpeloton leidt. Op de keerzijde schrijft hij: 'Zur freundlichen Erinnerung an die Zeit in Gent, 20 januari 1916.' Cynischer kan het niet. 

Kriegsalbum is een geïllustreerd geschiedenisboek. Al is Michiel Hendryckx geen gediplomeerd historicus, zijn historische kennis is treffend. Een professor houdt zich aan de feiten, de fotograaf levert er diepte en gevoelens bij. Het maakt dat je nog meer van Gent gaat houden dan het al was. Net zoals je uit moeders mond een verhaal hoort over haar voorouders en hoe die zich hebben opgewerkt als aanloop naar de op- of ondergang van de hedendaagse materiële en morele toestand. 

Met Kriegsalbum bewijst Michiel Hendryckx nogmaals hoeveel hij van Gent houdt, maar bovendien de geschiedenis achter elke geschiedenis zoekt en die kennis wil doorgeven. Het fotoboek is een winteravondboek. Kan eveneens een stadsreisgids zijn. Met dezelfde waarde als de literair gezinde Nederlanders door Antwerpen dwalen, op zoek naar resterende sporen van Maria Van Dam in het [voormalig] schipperskwartier rond de Vrijdagmarkt, met diens novelle Het dwaallicht in de hand.
Een juweel van een boek is Kriegsalbum, en het is daarenboven fraai vorm gegeven door Dooreman en Gert Verbelen. Het verdient een ereplaats gedurende drie maanden in de boekenkast, cover naar de koper gekeerd. 

guido lauwaert 

KRIEGSALBUM
Fotoselectie: Michiel Hendryckx  
Teksten: Georges Antheunis, Storm Calle, Maria De Waele, Guy Dupont, Pieter-Jan Lachaert, Michiel Hendryckx en Herman Maes
Uitgever: Hannibal en Archief Gent
Formaat: 22 x 28 cm / Aantal blz.: 208 /  Verkoopprijs: € 29.95 / ISBN 978949267709  

zondag 21 oktober 2018

BERG

Matterhorn 



De voorstelling BERG van het gezelschap Raumteid lijdt aan dezelfde ziekte waar Icarus last van had: hybris. 



Al gooi je er een batterij beroeps tegenaan: wie of wat te hoog klimt, valt diep. Misschien is dat wel de oorzaak van de val. Te veel beroeps, die allemaal hun inbreng willen hebben, het resultaat is een overdaad aan ideeën. Op zich staan ze ergens voor en zijn ze best interessant, maar op een hoop [berg] gegooid, levert het enkel verveling op. 

INSPIRATIEBRON
De Toverberg
van Thomas Mann is zowat de belangrijkste inspiratiebron voor BERG. Ter nadere verklaring is een citaat uit de roman geplukt en vooraan gezet in het programmablaadje: ‘De wereld zoekt de rust op en verdrijft hem dan door er zich met een lachwekkend verlangen op te storten.’ Precies dat wordt door de voorstelling bereikt. Helaas wordt dat verlangen voor het publiek niet lachwekkend. In plaats van een lach verwekt de productie een geeuw. 

DE ENIGE VERDIENSTE
Het verhaal van de roman valt best te volgen, althans, voor wie een basiskennis Herr Mann en zijn romans heeft: Hans Castorp gaat op bezoek bij zijn neef in het Zwitserse Davos. Het bezoek duurt echter niet drie weken, zoals gepland, maar zeven jaar. In die zeven jaar leert het hoofdpersonage de bewoners beter kennen, tot en met hun gewoontes en zoektocht naar de volmaakte rust.
Dat die niet bestaat is misschien wel de enige verdienste van de voorstelling. Moet het besef van het onbestaande echter zo gebracht worden dat dit al na vijf minuten duidelijk is? Dat mag, maar dan hoeft daar geen tachtig minuten aan toegevoegd te worden. 

VOORSPELBARE TECHNISCHE GRAPJES
Flink wat muziek is uit het klassieke repertoire gevist, net als mist en een sneeuwtapijt. De technische grapjes zijn zo voorspelbaar dat de saaiheid wordt afgewerkt met een portie dufheid, zodat jeuk voor irritatie in het hoofd zorgt. Wagner en Schubert hebben mooi werk geleverd, maar de muzikale garnituur levert niets anders op dan dat zelfs de meest boeiende muziek slaperigheid verwekt.
Het decor stelt niet veel voor en wat er tijdens de voorstelling wordt aangesleept, levert geen greintje verbeelding op. Een doek met een digitale afdruk van de Matterhorn, dat grote stuk rotsblok nabij Davos, werkt ook al niet bevorderlijk voor een begin van verbeelding. Evenmin als een plaasteren en grijs beschilderde rotsformatie met bergbloemen, voorop een bosje plastic Edelweiss.
O, o … correctie! Eén grapje verwekte bij de première een vederlichte lach: de verschijning van een e-duc die vanop afstand bestuurd werd. Na twee rondjes hield die eend het helaas voor bekeken en gaf geen kik meer. 

VERLIES VAN GRANDEUR
Zijn de spelers met de invulling van hun rol individueel en in groep het bekijken waard? Jammer genoeg niet. Fraaie mensen, daar niet van, maar wie niet kan acteren kan niet spelen. En daarom overstijgt Pascale Platel, om het beste voorbeeld te nemen, niet de kostumering en de maquillage. Deze heerlijke, stijlvolle dame moet je haar ding laten doen. Zichzelf laten blijven, ten voeten uit. Wring je haar in een rol verliest ze veel van haar grandeur.
De andere acteurs lopen er bij alsof hun kostuum anderhalf maatje te klein is. En de smalle schoenen niet bij hun brede voeten passen. Al kan het ook zijn, zoals ik tijdens de voorstelling bedacht, dat een inspiciënt een prop papier in de toppen van hun schoenen stopte en ze maar net de tijd hadden om één schoen van zijn last te verlossen. 

THEATER ALS KUUROORD
Thomas Mann wist de eenzaamheid te cultiveren. BERG van Raumteid slaagt daar in de verste verte niet in. Maar goed, voor wie het theater als een kuuroord ziet om de slapeloosheid te bestrijden, is deze voorstelling een aanrader. Goedkoper dan één portie Valium. En je moet geen uur op de werking ervan wachten.
BERG wil een hymne zijn aan de nacht, en de droom … jammer genoeg niks hymne, niks magnetisme, of misschien toch wel een bepaald element ervan: dat van de afstotende magneten. Wat niet ontbreekt is een corpulente berg zelfgenoegzaamheid. 

guido lauwaert 

BERG
Productie Raumteid
coproductie Ludwigsburger Schlossfestspiele, NTGent en C-Takt
regie: Steven Prengels en Arno Synaeve
spel: Pascale Platel, Tom Goossens, Witse Lemmens, Gregory Van Seghbroeck

dramaturgie: Koen Haagdorens en Anna Luyten
Info: www.ntgent.be &  


De val van Icarus - Pieter Breugel de Oude
[Icarus' benen te zien achtersteven van het schip - let op de boer > hij ploegde voort]  

zondag 14 oktober 2018

DE MARKT – DE MUNT – HET STADHUIS



Mag ik even uw aandacht voor drie gebeurtenissen die er staan aan te komen, veel belangrijker dan het politiek gekrakeel van de laatste weken.
Want, geef toe, geen enkele partij heeft een degelijk programma en daarom wordt de man gespeeld en niet de bal. En al dat snauwen en sneren heeft vooral aangetoond dat er veel politici zijn, maar weinig staatsmannen [m/v].
De man eerder dan de bal spelen geldt niet enkel voor de politici, maar evenzeer voor het journaille, op Zinzen & Van Cauwelaert na. Zij serveerden gemarineerde wijsheid met gebakken humor, ijskoud opgediend, et voilà, daar heb je stijl en klasse. Ofte, samengevat in een oud Vlaams spreekwoord: Al lachend zegt de zot de waarheid. Goed, concentreren we ons op de culturele agenda.
1 = MARKT - Boeken vinden nieuwe vrienden
Wat de ene buitenzet, zet de andere binnen. Dat is het geval met huisraad, maar evenzeer met boeken. Niet zozeer omdat de eigenaar ze beu is, maar vooral omdat de voorraad in slagorde op hem afkomt. En omdat het bovendien getuigt van een zekere verstandelijke ontwikkeling is het dus zelfs door de boekengek beter boeken te verkopen dan te verbranden. Om die reden ontstonden boekenmarkten. 
Alweer een schitterend initiatief van Johan Braeckman en zijn team. Op zondag vier november a.s., dus de vierde dag van de elfde maand, organiseert het literair-filosofisch miniatuurtheater De Corridor, i.s.m. Café ’t Gesproken Dagblad (Spoorweglaan 136, Wetteren) een tweedehands boekenmarkt. Op beide locaties zullen honderden kwaliteitsvolle boeken te koop worden aangeboden aan zéér democratische prijzen, waarop naar aloude gewoonte nog valt af te dingen. 
Zowel in De Corridor als in ’t Gesproken Dagblad is ook spijs en drank voorradig. Maar eten en drank is bijkomstig, nietwaar. De boekenfanaat geeft, net als Erasmus, zijn geld uit aan boeken. Als hij daarna nog wat over heeft koopt hij eten. 
De markt begint om 11u en sluit de boeken omstreeks 17u. Toegang gratis. Er is geen cameratoezicht. Bij onenigheid tussen koper en verkoper beslist ondergetekende, een scheidsrechter met propere handen en tanden.

2 = De Munt – Aan een dodenhuis ontsnapt

Begeven we ons vervolgens naar Brussel en houden halt bij de Munt. Niet de Munt van de Nationale Bank maar het wat lager gelegen operagebouw, waar in september 1830 het startschot gegeven werd van een kolderrevolutie, overgoten met geuzenbier. Na het uitslaan van zulke scabreuze taal sloegen de Hollanders de handen voor de oren en riepen om hun mama.

Zes november wordt in de Muntschouwburg het startschot gegeven van een nieuwe productie. Eentje om in te lijsten, daar staat de regisseur garant voor. Over hem zo meteen meer. Vooreerst wat info over de productie. Uit een dodenhuis is de laatste en naar algemeen wordt aangenomen de krachtigste opera van de Tsjechische componist Leosj Jánatsjek. Het libretto is gebaseerd op Herinneringen uit het dodenhuis van de gekwelde Russische auteur Fjodor M. Dostojewski

De stof voor deze roman haalde Dosto bij zijn eigen ervaringen als dwangarbeider in Siberië. Dat de opera geen gebruikelijke verhaallijn heeft, komt omdat de auteur zijn aantekeningen in de inleiding bestempelt als ‘Scènes uit het dodenhuis’. 
Even hard, krachtig en agressief als de taal van de roman is de muziek. Het overdonderend klankgeweld is niet enkel te danken aan de driftige vertelstijl van Dostojewski, maar typisch voor de tijd waarin Jánatsjek Uit een dodenhuis componeerde, het interbellum. Aan de klassieke stijl worden moderne elementen toegevoegd. Maar even vaak is het net het omgekeerde. De moderne muziek is niet vies van klassieke muziekvormen. Het resultaat is niet zelden een duel tussen oud en nieuw. 

En daar komt de regisseur aangelopen, Krzysztof Warlikowski. Een Pool, geboren in 1962. Hij heeft het communistisch regime met zijn paranoia en onderdrukking van nabij ervaren. Het tekende zijn karakter. Net als twee andere beroemde landgenoten trouwens, Roman Polanski en Roland Topor. Meer dan enig andere vazalstaat van de Sovjetunie heeft Polen een strijdersnatuur. Het toont zich in menige kunstvorm, met voorop de theaterkunst in al zijn geledingen. De Poolse theatermaker, Tadeusz Kantor, mag beschouwd worden als de peetvader van de drie genoemde landgenoten.
De regies van Krzysztof Warlikowski zijn altijd verrassend. Soms schiet hij naast het doel, maar al even vaak erin. Met als resultaat een voorstelling die men niet licht vergeet. De aard van Warlikowski is daar verantwoordelijk voor. Hij is driftig, koppig met een luisterend oor. Heeft het eerste en het laatste woord, doch houdt tot op zekere hoogte rekening met de mening van de hele bemanning en schuwt risico noch experiment. 


De verdere bezetting is om duimen en vingers af te likken. Ga maar eens piepen op de website van de operatempel.

Z MRTVÉHO DOMU - UIT EEN DODENHUIS van LEOŠ JANÁČEK speelt van 7 t/m 17 november. www.demunt.be 

3 = Het stadhuis – Geboekte Herinneringen 

Uitzonderlijk eens op de tamtam slaan uit eigenbelang, toegestaan? Dank u. Na lang aandringen van drie goede vrienden en evenveel mislukte pogingen is het gelukt, het schrijven van mijn memoires met als passende titel Alvorens alles vervaagt. 

Het ontwerp van de cover is van Joyce Lanssens, voor een rake foto zorgde Michiel Hendryckx en alle betrokkenen van Uitgeverij Houtekiet waren geduldig en geëngageerd.
De plechtige doop gaat door in het Gentse stadhuis, met dank aan de burgemeester en het schepencollege. Iedereen is welkom, echter zonder schoothondjes en/of langharige katten. Ik zal mijn voeten wassen en een vers hemd aantrekken. Wat er precies op het programma staat vindt u hieronder.

Het e-mailadres om uw komst te melden vindt u onderaan de invitatie. 

guido lauwaert

UITNODIGING


Uitgeverij Houtekiet, boekhandel Limerick en Guido Lauwaert nodigen u uit
 op de boekpresentatie van

Alvorens alles vervaagt
memoires

op vrijdag 16 november om 20.00 uur
 in het
 Stadhuis van Gent, Botermarkt 1, 9000 Gent.


PROGRAMMA 


Begroeting door Vé Bobelyn (Houtekiet)

Welkom door burgemeester Daniël Termont

Inleiding door Karel Anthierens 
Overhandiging van het eerste exemplaar
aan Matthias Schoenaerts, zoon van de
tweede leermeester van de auteur
De auteur aan het woord
Receptie, boekverkoop, signeersessie 
Chanson-act door Pas de Panique
  

Gelieve uw komst vóór 10 november te bevestigen via 

Alvorens alles vervaagt van Guido Lauwaert is een uitgave van Houtekiet. ISBN 9789089246899, prijs € 22,99. Verschijnt ook als e-book ISBN 9789089246905, prijs € 14,99.




woensdag 10 oktober 2018

RASSENSTRIJD? Moet kunnen…






RASSENSTRIJD? Moet kunnen…  

Karel Anthierens [gastredacteur]

Het loopt zoals het altijd loopt. Eerst was er de algemene verbijstering en verontwaardiging na de Pano-reportage over “Schild en Vrienden”. Die laat duidelijk zien dat het om club gaat die er racistische, xenofobische, seksistische, nazistische ideeën op na houdt. Hoe ze wapengeweld idealiseert en trainingen houdt voor de komende “rassenstrijd”. Hoe ze foto’s van verhongerende zwartjes online zetten met het bijschrift “I don’t care”, hoe ze spotten met de foto van het lijkje van  het driejarig Syrische jongetje Aylan, aangespoeld op het strand van Bodrun, Turkije. Hoe ze zich vrolijk maken over de beelden van uitgemergelde gevangenen in de nazi concentratiekampen…
Nadat de eerste golf van ontzetting in de publieke opinie wat geluwd was, begon meteen het “sussen”. We moesten nu, zo heette het, geen heksenjacht organiseren. Het was niet allemaal zo slecht bedoeld. Het waren niet allemaal racisten en neonazi’s. En tenslotte was er ook nog zoiets als vrijheid van mening en van spreken. De vrijheid om massamoord, discriminatie, aanzetten tot geweld te verheerlijken?
In dezelfde orde constateren onderzoekers dat Theo Francken, N-VA staatssecretaris voor asiel en migratie, bij iedere xenofobe uitspraak in de pers wel mag worden neergesabeld, maar dat zijn aanhang in de publieke opinie evenredig groeit. En nergens anders dan in Vlaanderen zijn er meteen bij het verschijnen zo vlug zo veel exemplaren verkocht van “Mijn Strijd” (Mein Kampf) van Adolf Hitler.
Ik heb het hierboven al gehad over het wegsussen van de onthutsende beelden in de Pano-uitzending over “Schild en Vrienden”. Gisteren pakte Het Laatste Nieuws uit met een eigen onderzoek waaruit gebleken is dat 15 verkiezingskandidaten op de lijsten van het Vlaams Belang nazi-sympathisanten zijn, in sommige gemeenten zelfs lijsttrekkers. De krant heeft helemaal geen undercover procedé moeten toepassen, de journalisten hebben het gewoon uit facebook correspondentie geplukt. Het was groot voorpagina nieuws in HLN en binnenin over twee volle bladzijden onder meer de foto’s van de vijftien. Ze zijn lid van de groep “De Nationalist”, die het logo (een soort rond hakenkuis) heeft overgenomen van de divisie Langemarck, een Vlaamse eenheid van de Waffen-SS, en hebben als slogan “Mijn eer heet trouw” (Meine Ehre heisst Treue, ook van de SS) Ze vieren op 20 april samen de geboortedatum van Adolf Hitler (° 1889).
Een citaat uit hun communicatie op facebook over asielzoekers: “Vijftig jaar geleden werd zo’n Untermensch doodgestampt. Nu trekken alle Europese regeringen subsidies uit om zulke lage diersoorten hun zin te laten doen!” Ze wapenen zich en trainen omdat “de grote dag van wraak nabij is”. Ze dwepen ook met de Ku Klux Klan, en juichten de aanslag van de KKK toe die 23 jaar geleden 368 mensen doodde door een truck vol explosieven te laten ontploffen voor een overheidsgebouw in Oklahoma City. Ook een aantal N-VA kandidaten op de verkiezingslijsten zijn facebook volgers van de club, onder meer in Leopoldsburg, Erpe-Mere, De Pinte en Antwerpen.
Je zou toch denken dat dit bijzonder groot en zeer verontrustend nieuws is. Ik verwachtte dat het uitvoerig weerklank zou vinden op radio en tv, en ’s anderdaags in andere kranten. Nee dus, het bericht is overal doodgezwegen. Anders dan de tv-reportage over Schild en Vrienden hoefde dit niet eens te worden gebagatelliseerd, het is alsof het er gewoon nooit is geweest.
Op het voorzittersdebat, onlangs bij het openingscollege politicologie in Gent, zei onze Grote Leider Bart de Wever nog “Als alles wat ik als 17-jarige dacht online stond, dan kon ik naar Patagonië vertrekken en nooit meer terugkeren. Jongeren moeten de kans krijgen om volwassen te worden.” Zou hij dat ook zeggen over de jongeren met IS-sympathieën? Overigens, de nazi-sympathisanten op de verkiezingslijsten van het VB en in mindere mate de N-VA over wie HLN het heeft, zijn echt niet allemaal “jongeren”, het gaat zo te zien vooral, eigenlijk uitsluitend om oude knarren.
Opmerkelijk: niet één vrouw. 







maandag 1 oktober 2018

HET LAM GODS ANNO 2018

Fotograaf Michiel Devijver 


Vanuit een wolk wordt de Aanbidding van het Lam Gods opnieuw geschilderd, niet door de gebroeders Van Eyck maar door Milo Rau. 

Wolken spuiten, het gebeurt vaak vanuit effectbejag, maar in de productie Lam Gods, zoals de NTGent productie genoemd wordt, betekent de wolk de schepping van hemel en aarde vanuit het niets en de duisternis. Halen we er het Oude Testament bij, Hoofdstuk I, eerste alinea: ‘In het begin schiep God hemel en aarde. Maar de aarde was nog ongeordend en leeg, over de wereldzee heerste duisternis, en Gods Geest zweefde over de wateren. God sprak: Daar zij licht. En er was licht.’ 

Herschildering
Het herschilderen van het beroemde schilderij Lam Gods doet de nieuwe artistieke leider van het NTG niet alleen. Milo Rau koos een paar oudgedienden van het Gentse gezelschap en gaf ze de leiding over een bont gezelschap dat – zo lijkt het wel – auditie moet doen voor een nieuwe productie. 

Fotograaf Michiel Devijver 
Zelfs de oudgedienden doen auditie, ten aanschouwe van het publiek, dat gezien kan worden als een jury. Chris Thys [zéér inlevend!] vertellend hoe ze de beleving van haar acteren ingelepeld kreeg en Frank Focketyn [zonder geschmier!] wat de oorsprong is van zijn ‘toneelmuziekje’ aan de hand van een jeugdherinnering en een baton. 

Fotograaf Michiel Devijver 

Rome, Mekka en Jeruzalem  
De auditie ontplooit zich gaandeweg tot een spektakel dat niet verveelt, op één moment na, waarover zo meteen meer. Geen verveling en geen schokkende scènes, niet voor de puritein en al evenmin voor wie zich bekent tot de leer van Rome, Mekka of Jeruzalem.
Wat in het bijzonder opvalt is dat door de vermenging van de godsdiensten de Westerse Cultuur verder reikt dan het Europese continent. Noord-Afrika behoort er ook toe. Milo Rau toont dat handig aan vanuit dialogen die organisch ontstaan zijn en tijdens de opbouw van de productie hun definitieve vorm kregen. 

God als volkszanger
Een repetitieproces in de klassieke betekenis van het woord is er niet geweest. Tijdens de eindfase is er herneming na herneming geweest om wat er gezegd wordt op het toneel in overeenstemming te brengen met de boventiteling. Dat kan als repetitie gezien worden. Wie waar moet gaan staan, daar is het geheugen voor uitgevonden, en welke houding hij of zij aanneemt heeft er voor naar het schilderij gekeken.
Centraal op het schilderij staat God. Voor de productie is hij vervangen door een Gentse volkszanger met een trekharmonica. Tweede centrale figuur is het lam, dat in werkelijkheid een schaap is. Zowel op het schilderij als op het toneel. Waarom het schilderij dan niet het Schaap Gods heet, heeft te maken met een lam dat al in hoofdstuk XXII van de Genesis opdraaft. Als God Abraham op de proef stelt en hem vraagt zijn zoon voor hem te offeren, aarzelt de aartsvader. Wanneer hij dan toch op de vraag van God ingaat, wijzigt God op het laatste moment zijn vraag in die zin dat voor hem een lam evenveel waard is als een zoon. Met een beetje goede wil kan je God als de eerste sadist van de Westerse cultuur zien.
Maar niet alleen in de roomse, ook in de joodse en de islamitische religie speelt het lam een belangrijke rol. Voor het jaarlijks islamitische offerfeest wordt een schaap – oorspronkelijk een lam – geslacht. 

Fotograaf Michiel Devijver 

Rituele slachting 
Voor de Gentse productie is het schaap, eerder dan God, als centrale figuur gekozen. Vrij kort na aanvang verschijnt een [echte] herder en zijn hond met vijf al even echte schapen. Voor veel toeschouwers is dat spectaculair, aan de spanning in de zaal te horen.
Een schaap wordt op het toneel geschoren, de voorgeschiedenis van het ritueel slachten, terwijl de projectie gebeurt van een slachting, van het genadeschot tot de ophanging van het kale kadaver.  
Milo Rau slaagt er echter in het zo in te kleden dat het wel raakt maar niet choqueert. Omdat hij kiest voor een nuchtere weergave van de logica van de religieuze slachting. 

Adorerende engeltjes
Langzaam worden de diverse panelen van het triptiek ingevuld. Adam en Eva verschijnen, ontkleden zich en nemen de oorspronkelijke houding aan uit de eerste wordingsgeschiedenis van het schilderij. Dit voor de ogen van een anderhalf dozijn kinderen, die de musicerende engeltjes van het middenpaneel verbeelden. Adam en Eva besluiten tot een copulatie, wat uiteraard gesuggereerd wordt, het liefdespel eindigt bij een zedige kus en een knuffel. 

Fotograaf Michiel Devijver 

De moeder Gods werd oorspronkelijk vertolkt door een vrouw van Arabische afkomst. Ze kreeg na de première zoveel haatmails dat ze uit de productie stapte. Die scène, zoals ze sinds de derde voorstelling, zondag 30 september, gebracht wordt, is de zwakste van de productie. Voor haar uittrede is er maar een halve oplossing gevonden. In die zin dat je haar verhaal hoort, maar er niets bij vertoond wordt. Stilte is gevaarlijk en leegte vervelend. Hopelijk wordt hier voor de komende voorstellingen een nieuwe invulling bedacht. 

Eén grote familie
In zijn geheel genomen is de productie Lam Gods niet geheel geslaagd. Het oogt allemaal mooi, jammer genoeg beperkt de productie zich tot taferelen die nooit één geheel vormen, zoals de panelen van de triptiek dat wel doen. Al blijven het panelen, ze vormen één schilderij.
Wat Milo Rau wel bereikt heeft, is aan te tonen dat de wereldbevolking, vanuit de Westerse Cultuur bekeken, één grote familie is. Dat alle oorlogen in wezen familieruzies zijn. Dat valt al op te maken uit de verhalen van de Bijbel en de Koran, maar wie leest die boeken nog ten gronde? Het is dus goed dat het eens naar het toneel vertaald werd. Niet vanuit de vijandschap en de oorlog, maar vanuit de vriendschap en de vrede. 

Mengvorm van twee lessen
Nuchter bekeken is de productie Lam Gods van het NTGent een vermenging van een geschiedenis- en een zedenles. Wat meer theater en wat minder school en Milo Rau promoveert van bouwmeester naar nieuwe opperbouwmeester van het toneel in het stads-theater van de toekomst in de Nederlanden.
Hoe dan ook, deze productie betekent het begin van een nieuwe golf in de toneelkunst. Eindelijk. 

Tot slot wil ik wijzen op het lied van Leonard Cohen waarmee de voorstelling aanvangt, en dat ter sprake komt in de scène van Leentje, die aanvankelijk mee speelde, maar halverwege de opbouw naar de afdeling Palliatieve Zorgen verhuisde en overleed kort voor de première: Dance Me to the End of Love. Terecht. Pakkend. Treffend. Een lied dat in alle religieuze vieringen een ereplaats zou moeten krijgen. De aanbidding niet van het lam maar van de mens zoals hij zou moeten zijn. 

guido lauwaert 

LAM GODS
Concept, regie & tekst: Milo Rau
Dramaturgie: Stefan Bläske
Productie: NTGent
Coproductie: Internationaal Theater Amsterdam en Schauspiel Stutgart,