donderdag 18 mei 2017

LIJMEN IN MINARD - aflevering 3




Willem  Elsschot

LIJMEN

een theatermonoloog van

Guido Lauwaert


LIJMEN
uit 1923
is
de eerste roman
uit de Nederlandse literatuur
met een economisch gegeven
als achtergrond en drijfveer.


 
  WILLEM ELSSCHOT


Pseudoniem van Alfons Jozef de Ridder,
Belgisch prozaschrijver en dichter
(Antwerpen 7.5.1882 - aldaar 31.5.1960)

Groeide op in Antwerpen
waar hij na enkele jaren atheneum,
werd opgeleid aan het Hoger Handelsgesticht.
Daarna werkzaam op kantoren in Parijs (1907),
Rotterdam (1908-1910) en Brussel.
Na WO I stond hij aan het hoofd van een eigen reclamebureau.

Elsschots literatuur munt uit door een eigen,
onmiddellijk herkenbaar cachet,
waarin achter de laconieke en wrange humor
een sterke bewogenheid schuilgaat.
Het is alsof de hardheid van het menselijke lot
en van de wereld,
zoals hij die uit de praktijk had leren kennen,
hierin wordt afgereageerd.
Zijn romans, die zich gewoonlijk in de zakenwereld
of in het huiselijke milieu afspelen,
zijn meestal door eigen belevingen geïnspireerd.
Maar deze zijn gesublimeerd tot een unieke vormgeving
in een geconcentreerde stijl.
Uit het werk spreekt zijn medegevoel met de kleine man,
zijn gebondenheid aan het eigen gezin
en een grote verering voor de moeder en de toegewijde vrouw.
Dit gevoel ligt verscholen achter een laconieke
constatering van de werkelijkheid.

Elsschot werd onderscheiden
met de Letterkundige prijs van de provincie Antwerpen (1934),
de Interprovinciale prijs (1938),
de Driejaarlijkse staatsprijs voor het proza (1948) en
de prestigieuze Nederlandse Constantijn-Huygensprijs (1951).
Beroemde bewonderaars zijn o.m. Simon Carmiggelt,
Johan Anthierens, Vic van de Reijt, Louis Paul Boon
en Hugo Claus.
Werken van Elsschot werden vertaald
in het Engels, Italiaans, Duits, Frans, Tsjechisch en Deens.

Elsschot ligt begraven op het Erepark
van de begraafplaats Schoonselhof
(Wilrijk/Antwerpen).


KORTE INHOUD 


Laarmans, een marginaal type, ontmoet na de zoveelste teleurstellende betoging de zakenman Karel Boorman. Laarmans treedt in dienst van Boorman als diens secretaris. Vrij vlug blijkt dat het ALGEMEEN WERELDTIJDSCHRIFT, waarvan Boorman beweert directeur & hoofdredacteur te zijn, de dekmantel is om bedrijven op te lichten. De ijdelheid van de mens dient als anker om bestelbons te laten tekenen voor een meerdruk van Boormans tijdschrift waarin het bedrijf van de geviseerde dik in de verf wordt gezet. De extra oplage is helaas de gehele oplage, op een tiental exemplaren na, die in Boormans archief verdwijnen, om in geval van juridische moeilijkheden als bewijsstuk te dienen, en aan te tonen dat het zoveelste nummer van de zoveelste jaargang ook werkelijk is uitgegeven.
Nadat Laarmans voldoende is opgeleid, kan hij de zaak alleen aan. Maar... er ontbreekt wat. Een nieuwe secretaris, misschien?


LIJMEN

(de feiten)

De roman is gebaseerd op waar gebeurde feiten. Elsschot was kort vóór de eerste wereldoorlog secretaris van de oplichter Jules Valenpint, een voormalig lutteur en circusartiest. Het uitbreken van Wereldoorlog I maakte een eind aan hun praktijken. Jaren van naarstig speuren brachten niets op. 
Ruim tien jaar geleden werden exemplaren van
La Revue Continentale Illustrée
gevonden in de bibliotheek van de Gentse universiteit. 
De waarheid bleek nog sterker dan de fantasie.






woensdag 17 mei 2017

MAESTRO HERREWEGHE




Het totale geluk is onbereikbaar, het geluk wel. 
De ene mens zoekt het en de andere vindt het. 
Sommigen delen hun geluk. 
Vanuit de stille kracht van een sociaal engagement. 
Mooi voorbeeld is Philippe Herreweghe [foto]. 
Maar hij heeft wat extra in de korf zitten. 
Dat bewees hij voor de zoveelste maal 
tijdens de concerten rond zijn 70ste verjaardag. 

Dat muziek de enige kunstvorm is die de rusteloosheid kan wegnemen staat buiten kijf. Binnen die kunstvorm neemt de klassieke muziek een prominente plaats in. Klassieke muziek is een ontsnappingsoord voor al wie een hoog niveau van de beschaving naar denken en doen heeft bereikt. Een niveau dat steeds meer bedreigd wordt. Klassieke muziek is niet enkel een pleister op de wonde maar tevens een manier om de eigen beschaving te verscherpen, want slechts met een regelmatige update wordt het geluk verstevigd en wint aan kracht. 

Die kracht verdubbelt in waarde wanneer dit genre in een concertzaal geconsumeerd wordt. Het toetje op het verdubbeld gewicht is de uitvoering. Een toporkest annex koor zorgt er voor dat het geluk en de rust van de consument samenvloeien en hem voeren naar een zevende hemel. Er is echter een achtste. Bij de klassieke muziek is de eigenaar/uitbater ervan de dirigent. De bekendste en algemeen erkend als primus inter pares van België en omliggende landerijen – als daar zijn Frankrijk en Nederland – is Philippe Herreweghe

Locatie, orkest, koor en dirigent van topniveau samen maken dat de toeschouwer vanuit de achtste hemel verlicht en verlucht vertrekt. Hij kan het verval van de Westerse cultuur weer even aan.
Wijlen Erik Antonis stelde, n.a.v. ‘Antwerpen – Culturele hoofdstad van Europa’, de vraag of kunst de wereld kan redden. Nee, maar kunst, en de klassieke muziek in het bijzonder, bieden wel een stevige walmuur tegen de bestorming der nieuwe barbaren. 

Philippe Herreweghe heeft vanaf zijn eerste stappen in de klassieke muziek gekozen voor discipline en helderheid. Beide krachten staan bij de maestro voorop om koor en orkest een topprestatie te laten leveren. Het merkwaardige aan Herreweghe is echter dat hij zichzelf kan wegcijferen. Want goed bekeken, wie staat daar met zijn rug naar het publiek in een zwart Mao-pakje? Een bescheiden man met niet eens een bâton in de hand. Bovendien toont hij nauwelijks emotie en mankeert het gezwaai van Leonard Bernstein en de dictatuur waar Herbert von Karajan beroemdheid mee vergaarde. 

Het aandeel van Philippe Herreweghe mag echter niet onderschat worden. Zijn kracht ligt hem in de klare lijn. Het tempo en het gevoel met kleine aanwijzingen leveren die accenten op, nodig voor een zuivere uitvoering van wat de componist betrachtte, aangevuld met het eigen zegel. Wie een cd van Bach opzet en enig benul heeft van klassieke muziek kan zonder te kijken naar het hoesje raden wie de dirigent is. Claudio Abbado, Wilhelm Furtwängler, Neville Marinner, Nikolaus Harnoncourt, Bernard Haitink of de maestro van Gent. 

Philippe Herreweghe staat er dus niet onopvallend maar wel bescheiden bij. Een enkele keer kleurt hij buiten de lijntjes. Zoals zaterdag 13 mei in deSingel, bij de uitvoering van de Hohe Messe van J.S. Bach. Blijft Herreweghe traditiegetrouw op zijn vierkante tegel staan, kwam hij bij momenten los van die plek en zwierf langs de rand van koor en orkest – met een paar maal een kleine inbraak ten bate van het verscherpen van de kwaliteit. Hij voelde dat het goed was maar wilde het nog beter. Met succes. Het dirigeren hield hij strak maar heel zijn lichaam leefde mee. Bij momenten kon er – bij wijze van spreken – een minuscuul danspasje af. 

Een kroon past om dit alles Philippe Herreweghe, al zal hij er nooit een dragen. Hij legt bloot wat hij kan maar loopt daar niet mee te koop. In zijn gedrag ligt zo veel verborgen als in zijn talent. Voor dat talent heeft hij moeten werken, voor zijn gedrag niet; hij is bescheiden van nature, al moet je die natuurlijk blijven onderhouden. Na de bekendheid volgt de beroemdheid en dan komt een mens met een wat al te krappe relativering wel eens van de grond, zoals sommige boeddhistische monniken, maar dan zonder de religieuze stroming ervan. Hij zal ook nooit de blikkendoosglimlach van Mona Lisa opzetten. 

De concertreeks n.a.v. zijn zeventigste verjaardag loopt op zijn eind. Nog 1 reeks te gaan. Herreweghe dirigeert het Antwerp Symphony Orchestra, het Collegium Vocale Gent en vier solisten. Op het programma sonnetten van William Shakespeare op muziek gezet door Luc Brewaeys, opus 18, Tristia, van Hector Berlioz. Na de pauze volgt de apotheose: Symfonie nr. 9 van Ludwig van Beethoven. De gevierde zal het orkest niet opzwepen, zoals Beethoven heeft gedaan bij de première op 7 mei 1824 in Wenen. Stokdoof stond hij achter de dirigent driftig het orkest op te zwepen. 
Zo niet Herreweghe. Hij zal alle muzikanten en zangers [voor het vierde deel] de hand opleggen en met kleine vingergebaren de achtste hemel invoeren.
Maar dit alles, gedrag en talent staan ten dienste van de muzikanten, de koorleden én de achtste hemel van het publiek. Dat is zijn sociaal engagement. 

Nog dit: de laatste concertreeks is uitverkocht. Maar zoals bij eerdere concerten zullen er gaten in de zaal zijn. De concertdirectie valt niets te verwijten. Er zijn echter mensen die online kaarten bestellen, betalen maar niet opdagen. Voor de koppige liefhebbers is het dus zaak ter plekke geduld te hebben. 

guido lauwaert
gent, 2017-05-17 

PHILIPPE HERREWEGHE 70
18-05 > Cultuurcentrum Hasselt, Hasselt
19-05 > Koningin Elisabethzaal, Antwerpen
20-05 > Muziekcentrum De Bijloke, Gent
21-05 > Zaal Henry Le Boeuf, Brussel


zaterdag 13 mei 2017

GENT FESTIVAL van Vlaanderen


 


Aan festivals in Vlaanderen geen gebrek. De vakantiemaanden spannen de kroon. Geen wijk of het heeft een nieuwe kermis. Maar welk festival is het nec plus ultra? Het antwoord staat al in de titel, enige verduidelijking is dus gewenst. 

Een bekende uitspraak van de haast vergeten maar voortreffelijke regisseur en acteur François Beukelaers luidt: ‘Als ik wil horen zingen ga ik naar de opera.’ Hetzelfde geldt voor de muziek. Alle componisten en zangers van na de Tweede Wereldoorlog hebben hun verdienste. Des goûts et des couleurs, on ne discute pas. Over kwaliteit daarentegen kan wel getwist worden. Feit is dat als een componist en een compositie een halve eeuw overleeft, mag je spreken van een grootmeester / meesterwerk tot het einde der tijden. Het komt dus niet zozeer op reputatie aan. ‘Mag het wat meer zijn, mevrouw?’ – ‘Ja, slager, veel meer!’ 

Het leven na de dood bestaat niet, althans voor 99,99,99% van allen die waren, zijn en zullen komen. Zij die het eeuwig leven verwerven halen de topmusea en de festivals grand cru. Omdat zij een hoogte bereiken die de geest voortdurend inspireert, activeert, stimuleert, zelfs al kennen we hen en hun werk al zeer goed. Een schilderij van Caravaggio, een compositie van Buxtehude, alle toneelstukken van de drie grote Griekse tragediedichters, de poëtische roman Paradise Lost van John Milton blijven een raadselachtigheid behouden, wat voor kenners er zich ook op hebben gestort. Precies het enigmatische is een belangrijk bestanddeel van het eeuwig bestaan. 

Gaan we naar het puntje van de top belanden we terecht bij de oppergoden. In de muziek is dit Johann Sebastian Bach. Geen discussie over. Er gaat dan ook geen editie voorbij of hij staat prominent op de affiche van GENT FESTIVAL, zoals dit jaar, naast Mozart, Beethoven en gewone goden als daar zijn Dimitri Shostakovich, Edward Elgar, Joseph Haydn, Giacomo Puccini, Richard Wagner en Claude Debussy

De erkenning als onsterfelijke krijgt kracht van wet door de uitvoerders. Ze zijn te vinden op de website maar enkele verdienen met naam en toenaam vermeld te worden: Phillippe Herreweghe – oprichter van Collegium Vocale Gent en het Orchestre des Champs-Élysées de Paris, Vladimir Ashkenazy en het London Chamber Orchestra en de European Chamber Music Academy.
Hoeft een verder bewijs geleverd te worden over de topkwaliteit van GENT FESTIVAL 2017? Dan is met José Van Dam de laatste twijfelaar van deze geestelijke druk verlost, al blijft twijfel een kenmerk van intelligentie. De wereldvermaarde Belgische bas-bariton brengt samen met sopraan Sarah Defrise een rits liederen als daar zijn, even kijken, de ouverture van Le nozze di Figaro, Odu, Mein holder Abendstern en Omio babbino caro. 

Het zou ronduit schandelijk zijn de komst van filmster, muziekliefhebber en heer van stand John Malkovich over het hoofd te zien. Hij komt dus [4 oktober] en grijpt niet naar een instrument of de baton maar stelt zijn stem en gebaar ten dienste van The Music Critic. Ter verduidelijking een citaat uit de promo-brochure: ‘Met The Misic Critic vertaalden acteur John Malkovich en componist Aleksey Igudesman snedige recensies naar een humoristisch en [zelf]relativerend optreden. Niet alleen zetten ze zo zichzelf in hun blootje, ook de muziekcriticus krijgt ervan langs. Alsof diens leven nog niet hard genoeg was.’ 

Het GENT FESTIVAL is aan zijn zestigste editie toe. Tijd voor nieuwe kroonjuwelen. De lay-out van het drukwerk is frisser / verjongd, een nieuw sober maar bijzonder stijlvol logo en straks ook nieuwe kostuums voor de stewards en hostessen, verlost van de geur en treur van de Expo-pakjes anno 1958? Laat ons hopen.
Het lijkt onbelangrijk, de verpakking van een festival, maar is het allerminst. De grafiek en couture van een festival versterken zijn waarde. Ze zijn getuigen van het verfijnd karakter van de staf. Een keizer, koning, kardinaal dos je niet uit met vodden en presenteer je niet zonder stijl en klasse. 

Extra versterking van GENT FESTIVAL als top of the bill van de jaarlijkse carrousel van festivals zijn de nevenactiviteiten.
OdeGand bestaat 15 jaar. Een hele dag kan je met kind en gezin genieten van miniconcerten en ´s avonds krijg je er een spektakel tussen Gras- & Korenlei bij dat niet moet onderdoen voor het carnaval  op het Canal Grande van Venetië. Tel daarbij PARKLIFE, ODEGAND in ’t klein [voor peuter en honderdjarigen], GENT FESTIVAL MEETS GENT JAZZ en ART & BEATS.
Stuk voor stuk zijn het initiatieven op delicatessenniveau. De bedoeling is niet zozeer mensen warm te maken voor klassieke muziek, oud of jong, maar om het publiek dat al houdt van dit soort muziek een optimaal genoegen te schenken. Zo bekeken gaan ze door voor nieuwe hoogdagen. Elke bevolkingslaag heeft recht op zijn charme van brood en spelen, dat is wat GENT FESTIVAL met zijn randgebeurtenissen betracht. 

Een bovenbewijs van de hoge stijl en klasse is de keuze van de sponsors. Ze zijn niet voor het geld gekozen, evenmin als de firma’s zich met het festival verbonden om te pronken, al is das kapital en de support niet weg te denken. Zowel het festival als de firma’s en de instellingen uit Onderwijs & Cultuur hebben een naam op te houden. De artistieke machtsverhouding tussen, om een voorbeeld te noemen, GENT FESTIVAL en MERCEDES is daar een treffend voorbeeld van. Net zoals de samenwerking met Pianoatelier Chris Maene. Er is trouwens een concert van een door Maene zelf ontwikkeld eigen instrument: een rechtsnarige vleugel [30 sepember, Handelsbeurs]. 

Werkelijk verse, uit het nest geroofde initiatieven voor de zestigste editie zijn er niet. Die er zijn, zijn door de nu goed een jaar verjongde staf verder verscherpt en gepunt. Het geeft aan dat het de kwaliteit wil behouden, de kunde in functie van… verder wil uitdiepen, om via de ervaring andere invalshoeken te vinden. Je hoeft er geen loep voor te halen en bergschoenen voor te kopen om dat te zien. 

Maar vooreerst GENT FESTIVAL 2017. Je vous tiens au courant. En detail.

guido lauwaert
gent, 2017-05-13 

GENT FESTIVAL van Vlaanderen – 10 september t/m 9 oktober 2017 – www.gentfestival.be – infobrochure gratis te verkrijgen in alle cultuurhuizen, scholen, stadsdiensten en > magazine@festval.be


Piano's Chris Maene - rechtsnarige vleugel 

vrijdag 12 mei 2017

LIJMEN IN MINARD - NU BOEKEN!!!!


Willem Elsschot 


ALLER ALLER ALLER ALLERLAATSTE 
voorstelling van 

LIJMEN 

de wereldberoemde monoloog van 

Guido Lauwaert 

naar de gelijknamige in vele talen vertaalde roman
van de hooggewaardeerde Antwerpse auteur 

Willem Elsschot,
bij leven Alfons De Ridder 

De monoloog is de tweede, na de legendarische JOB, naar het gelijknamige Bijbelboek. De derde was Reis naar het einde van de nacht, een bewerking van de roman van Louis-Ferdinand Céline Voyage au bout de la nuit. Later zouden nog een solo volgen van Who’s afraid of Virginia Woolf? van de vorig jaar overleden Amerikaanse auteur Edward Albee en Macbeth van William Shakespeare. Het klinkt vreemd, een monoloog met tientallen personages, maar niet voor Lauwaert, die er altijd vanuit gegaan is dat 'Als één man het geschreven heeft, dan kan één man het spelen.'  

Bekijken we het acteursparcours van Lauwaert, dan valt op dat elke monoloog een weloverwogen keuze is. Ook de volgorde is belangrijk om zijn drijfveren te begrijpen. Job speelde hij kort na het debacle rond de Nacht van de Poëzie van 1973 en 1975. Beide Nachten zijn Vlaams cultureel erfgoed van formaat, maar zelf kwam hij er financieel en moreel berooid uit. 

De wijze waarop de uit Mechelen gevluchte en in Gent gestrande zwerver zijn wil wist door te drijven om zijn culturele ideeën te realiseren valt te vergelijken met de manier waarop Alfons De Ridder zijn reclamewinkel runde en dat omfloerst omschreef in Lijmen onder de naam Willem Elsschot. 

Net als de roman is de monoloog Lijmen nu eens nostalgisch, sardonisch, humoristisch en soms vermengen die vormen zich. De uitgeboorde taal van Elsschot helpt een handje om zijn aard aan te tonen. De auteur was in wezen een anarchist in driedelig pak. Een Robin Hood eveneens die de blufferige, zelfgenoegzame, asociale rijken oplichtte en in stilte jonge artiesten financieel steunde. 

Vorig jaar speelde Lauwaert een allerlaatste maal Reis naar het einde van de nacht. Dit jaar is het de beurt aan Lijmen. Beide voorstellingen hebben bij benadering dertig jaar op de affiche gestaan. Van start gegaan in het legendarische Shaffy Theater hebben ze zowat overal gestaan in de culturele centra met een tweede theaterzaal. Daarom dat voor de aller aller allerlaatste voorstelling van Lijmen gekozen werd voor een intieme zaal, de Minardschouwburg in zijn geliefde Gent.
De acteur is bijzondere dank verschuldigd aan Gert Brouns, eigenaar / uitbater van boekhandel Limerick, en Rik Vandecaveye, directeur van de Minardschouwburg. Hij beschouwt de inzet van beiden niet als een erkenning [daar heeft Lauwaert lak aan], maar als waardering voor wat hij heeft gedaan voor het culturele leven van Vlaanderen. De bewust gekozen eigenzinnige weg, conform aan die van Elsschot, is niet vreemd aan de waardering. 

De waardering kan ook u tonen door aanwezig te zijn op de aller aller allerlaatste voorstelling. Volgend op dit artikel vindt u verdere informatie die u de zaal in helpt. 
Boek nu! Reservatie: limerick@skynet.be  

Het organiserend comité garandeert u een prachtavond, met dank aan de sponsors om na afloop het glas te heffen op ons aller samenzijn. Denk er echter aan: wie eerst komt, eerst zit en vol is vol. 

Henri de Jonckheere
secretaris-generaal VBVGL
gent, 2017-05-12 




Guido Lauwaert - foto: Michiel Hendryckx 



zondag 7 mei 2017

ONDERWORPEN


Foto Phile Deprez 

Vorige week ging de laatste productie van de intendant van NTGent, Johan Simons, in première. Een point finale in mineur.

Zo sterk als Platform was, zo zwak is Onderworpen. Beide producties vormen een tweeluik. Niet enkel omdat ze bewerkingen zijn van een roman van auteur Michel Houellebecq, maar dezelfde boodschap inhouden: het verval van de Christelijke cultuur en het oprukken van de Islamitische. 

Tussenvoegsel 1: Heel wat critici in binnen- en buitenland spreken van de dood van de Christelijke natuur, wat uiteraard niet waar is. De dood van een cultuur is een cultuur die niet meer bestaat. Goed voorbeeld is de Egyptische, uit het Oude Rijk. De Christelijke cultuur heeft het stadium van decadentie bereikt, een paar stappen verwijderd van de dood. 

Breekt de Islamitische cultuur definitief door aan het einde van Platform [2002], middels een bomaanslag, in Onderworpen is de terreurtijd gepasseerd en heeft die cultuur op democratische wijze de Christelijke van de troon gestoten. De nieuwe grote baas van Frankrijk is een Moslim. Wat zich vervolgens afspeelt is de bekering van de culturele en wetenschappelijke elite tot de Islam. Eenmaal zij bekeert is volgt het volk vanzelf en wie zich niet schikt is een vogel voor de kat. Hij wordt een marginaal, een zwerver, een bedelaar, een uitgestotene. 

Foto Phile Deprez 
In Onderworpen wordt die evolutie treffend geschetst door een professor [François = Jan Modaal van Frankrijk] die zich weigert te bekeren en daardoor zijn job – via een riante uitstapbonus – verliest, zich verbitterd terugtrekt in een Frans dorp – niet eens te vinden op een Michelinkaart – en op een fatalistische toon terugblikt op de machtsovername. De verveling slaat echter toe en hij keert terug naar de Sorbonne. Zijn terugkeer raakt bekend en bereikt het rectoraat met aan het hoofd een Islamitische rector. 
De man weet het ijs tussen hem en de banneling te breken, warm te maken om de gerenommeerde professor te overhalen zijn leerstoel weer in te nemen – dat is goed voor het imago van de universiteit. De enige voorwaarde die hij stelt is dat zijn poulain een Islambroeder wordt. Schoorvoetend zet hij de stap en wordt opnieuw aangesteld. Het fatalistische toontje blijft aangehouden, meer dan een schijnislamiet zal hij niet zijn. Maar dat was hij al als Christen. Dus, wat is het probleem?
Het fatalisme bereikt zijn hoogtepunt middels de voorwaardelijke wijs van het laatste [korte] hoofdstuk van de roman, waarvan een fragment als voorbeeld volgt. 

Tussenvoegsel 2: Een paar maanden later zou het nieuwe collegejaar beginnen en zouden er natuurlijk studentes zijn – knap, gehoofddoekt, timide. Ik weet niet hoe de informatie over de bekendheid van de docenten rondging onder de studentes, maar die informatie ging rond, altijd al, en ik had niet het idee dat er echt iets was veranderd. Elk van die meisjes, hoe knap ook, zou blij en trots zijn als ze door mij werd uitverkozen, en vereerd dat ze mijn sponde mocht delen. Ze zouden de liefde waard zijn; en ik zou die liefde weten te tonen. 

Johan Simons en zijn team hebben de aanslag in Platform van achter [in het boek] naar voor [in de toneelbewerking] gehaald. Wat volgt op het toneel is een terugblik aan wat er voorafging. Een schitterende vondst. De toeschouwer moest niet afwachten wat het gevolg zou zijn van het verval van de Christelijke waarden, het kon zijn aandacht richten op de oorzaak ervan, wat voor een hoogwaardige spanning zorgde. 

Tussenvoegsel 3: Identieke truc wordt gebruikt in de detectivefilm van Alfred Hitchcock uit 1972, Frenzy. Het publiek weet al vroeg wie de moordenaar is, maar de wijze waarop hij de boel verknoeit, tracht te herstellen en de wijze waarop hij door de rechercheur ontmaskerd wordt, voeden de spanning. Een horrorfilm buiten categorie. 

Foto Phile Deprez 
In Onderworpen wordt de lijn van de roman aangehouden. Als toneelvorm verzwakt het de actie. De toeschouwer ondergaat het verhaal maar ervaart geen spanningsmoment. De zwakte van deze productie zit hem in de bewerking. Geen verbeelding. Voorspelbaar. Risicoloos. Je moet niet eens het boek gelezen hebben om de voorstelling vervelend te vinden.
De verhaallijn van Onderworpen is rechtlijnig. Schijn. Onder de rechte lijn liggen heel wat reflecties op de persoonlijke relatie van de professor, de ik-figuur – dus de auteur Michel Houellebecq, tot het gebeuren. Ze zijn in de bewerking verdwenen, of zo goed als. De enige reflecties zijn deze op wat voorvalt en de verhoudingen tussen de personages onderling. De zijwegen zijn gesneuveld, terwijl net zij de hoofdlijn weelde en waarde geven. Het is duidelijk dat de bewerking werd gemaakt en de regie uitgevoerd toen de tribulaties bij het NTGent gezelschap vaste vorm kregen. Dat heeft zijn sporen nagelaten. Dramaturg Koen Haagdorens, bewerker Jeroen Versteele noch regisseur Johan Simons mankeerden het [NTGentse] heilig vuur. De inbreng van Chokri Ben Chikha als tweede regisseur heeft voor een lichte speelsheid gezorgd, maar essentieel niets bijgebracht. Het is zoals de hulp inroepen van een tweede arts om de patiënt alsnog te redden. Kortom, het boek is beter dan de film, excuus, de voorstelling. 

Over de acteurs: Steven Van Watermeulen [de professor] speelt zeer goed, al valt hij – wegens een verwaarlozing van de acteursregie, wat al te vaak terug op puberaal bekkengetrek, schele ogen en stemverbuigingen uit zijn beginperiode als acteur. Marijke Pinoy speelt onder haar niveau, Zouzou Ben Chikha levert aardig werk – hij is nog jong, Sara De Bosschere is niet om aan te zien – heeft geen sexappeal, als lustobject dus miscast en haar stem mist vibrato in de zang. Ronduit briljant echter is Mourade Zeguendi [de rector]. Wat een acteur! Wat een vaardig, organisch spel. De man verdient een internationale carrière. 

Tussenvoegsel 4: Mourade Zeguendi draagt deze productie zoals Orson Welles [Harry Lime] The Third Man, hoewel Welles maar kort over de helft opduikt en een beperkt aantal scènes heeft. 

Tot slot nog dit: Platform|Onderworpen is een tweeluik: aan te raden valt om Onderworpen ten volle te begrijpen, beide voorstellingen te zien. Waar de ene voorstelling eindigt met een bouwval, begint de andere. Tot aan het slot, wanneer een begin gemaakt wordt met de opruiming. 

Tussenvoegsel 5: De aanslagen van januari 2015 in Parijs gebeurden een paar weken voor de roman Onderworpen verscheen. Beide feiten hebben een grote invloed op het succes van Marine Le Pen. Niet zozeer haar gedrag heeft haar succes beïnvloed, dan wel de angst om een Islamitische overheersing. Of hoe oorlog en kunst een zeer grote invloed hebben op het maatschappelijk leven, in het bijzonder in combinatie met elkaar. Geen Michelangelo zonder de oorlogen van de Renaissancepausen. 

guido lauwaert
gent, 2017-05-07 


ONDERWORPEN [SOUMISSION] ***
Auteur: Michel Houellebecq
Bewerking: Jeroen Versteele
Dramaturgie: Koen Haagdorens
Regie: Johan Simons & Chokri Ben Chikha
Productie: NTGent
Info & docu:
www.ntgent.be 

woensdag 3 mei 2017

JAZZ MIDDELHEIM 2017

JAZZ MIDDELHEIM 2017 

Het programma van JAZZ MIDDELHEIM 2017 werd voorgesteld middels een persconferentie op het Antwerps stadhuis. Maar… was het wel een persconferentie? 

Wat belandt er niet allemaal in de mailbox! Net als in de traditionele brievenbus luxueus drukwerk dat de bewoner van het pand probeert te lijmen tot de aankoop van badsloffen, of een urn waarin het dierbaar overschot na verbranding eindelijk rust vindt. Al het aangebodene aan de meest voordelige prijs. ‘Elders goedkoper… geld terug!’ Wat natuurlijk niet waar is; pas na verschijning in battledress en haast struikelend onder het gewicht van de wapens krijg je een bon om te ruilen. ‘Nee, niet hier meneer, maar in ons filiaal [waarop de naam volgt van een spookdorp in een mistige vallei van Wallonië].’ 

Uitzonderlijk is er een aanbod bij dat je bevalt, maar het gebeurt. Zoals eind vorige week: ‘U wordt vriendelijk uitgenodigd op de persconferentie van JAZZ MIDDELHEIM in het Antwerps stadhuis. Na afloop wordt u een slok en een hap aangeboden door topchefs van de Belgische keuken!’ 

Ola! Als er te eten valt ben ik tot alles bereid. Zelfs tot een tocht naar Antwerpen en naar de kitscherige barak waar Bart De Wever waakt over het welzijn van alle Antwerpenaars en vooral dat van zichzelf. Ja, u hebt goed begrepen: Rococo ligt mij niet. Een mens moet soms van zijn steen een hart maken, daarom was uw verslaggever een kwartier voor aanvang aanwezig, kwestie om alvast te kijken uit welke hoek de hapjes en drankjes zouden komen. Maar eerst de plechtigheid. Geen Bart De Wever te zien. Zit waarschijnlijk premier Michel te jennen met zijn zuurstofapparaat, zoals een gsm wel eens genoemd wordt. 


Vooraan in de trouwzaal stonden de generaals en de veldmaarschalk, Bertrand Flamang. Els De Baedt, Klara-presentatrice met de fluwelen stem verwelkomde de aanwezigen en liet er meteen op volgen dat de VRT de jazzfakkel heeft doorgegeven aan de Scheldestad, dat de samenwerking gecontinueerd wordt in de vorm van captaties en live-uitzendingen. Waarop zij het hoofd wendde en de microfoon doorgaf aan schepen van Cultuur & Economie Caroline Debaedts. De schepen rechtte de schouders, haalde haar meest blinkende glimlach tevoorschijn en stak van wal. ‘Dames en heren, welkom in de trouwzaal van het Antwerps stadhuis. Ja, het is waar. De stad Antwerpen heeft de licentie van de VRT overgenomen en voor de komende 33,33 jaar is JAZZ MIDDELHEIM een stadsfestival. Voortaan is iedereen welkom, van pasgeborenen tot halflijken, met of zonder krukken. De hongeringen spijzen, de dorstigen laven, zo staat er in de bergrede, van muziek alleen kan je niet leven, daarom dat een paar topchefs werden aangetrokken. U zal meteen met hen en hun kunstje kennis maken. Alvast de namen, Frank Fol en Seppe Nobels. Applaus NU!’ 

Alle aanwezigen [op één na] sloegen snel de handen op elkaar, bang als ze waren verbannen te worden naar de frituur op de hoek van de Grote Markt en de Hoogstraat. 


De microfoon werd met een door olie en vet gesmeerde stem van Els De Baedt doorgegeven aan de veldmaarschalk, in de promotiefolder voorgesteld als Festivaldirecteur Jazz Middelheim, Bertrand Flamang. Er staat zelfs een foto boven zijn naam. Hij heeft net met een sprongetje plaatsgenomen op een schouw van Sandton Grand Hotel Reylof, in het centrum van de goede stad Gent gelegen en voorzien van fietsverhuur en twee specifieke Tesla oplaadpunten. 

Geven wij echter het woord aan de heer Bertrand Flamang. 
‘Dank u Els. Hallo iedereen! ’t Is weer een heel schoon programma geworden. Ik ga hier niet uitweiden want ik hou niet van uitweiden, de topchefs wachten en de mooie jonge barman en nog mooiere barvrouw lonken. U ziet, we hebben aan ieders aard gedacht. Wat het programma betreft. Dankzij de medewerking van de Stad Antwerpen, hier vertegenwoordigd door de schepen van Cultuur, u al voldoende bekend, is JAZZ MIDDELHEIM eindelijk aan een tweede leven begonnen. Het werd tijd, maar de hele aanloop is vlekkeloos verlopen. De samenwerking met dé stad der Vlaamse steden en de VRT, in het bijzonder KLARA heeft ons de kans geboden de structuur grondig te vernieuwen en de inboorlingen en de uitheemse bezoekers een programma aan te bieden dat op gelijk, misschien wel een iets hoger niveau staat dan eender welk ander Europees jazzfestival. JAZZ MIDDELHEIM gaat, zoals u ongetwijfeld al weet maar het kan niet genoeg herhaald worden, een weekend eerder door dan de vorige jaren, het eerste weekend van augustus. De reden waarom, daar heeft u geen zaken mee. Voilà, ik heb gezegd. De hapjes ruiken de keuken uit, verlangen naar tong en tepels. O ja, wat het programma betreft! Wie komt en waar optreedt staat netjes in de folder die u bij het verlaten van de zaal aangeboden krijgt en vanaf vandaag over heel Vlaanderen uitgestrooid wordt. Een paar namen wil ik noemen: Van Morrison op zondag 6 augustus, Mingus Big Band op zaterdag 5 augustus, The Cinematic Orchestra op vrijdag 4 augustus en Charles Lloyd & The Marvels op vrijdag 3 juli, pardon, verkeerde keizer, augustus! En nu welkom Bourgondië! EÈN VOOR ALLEN EN ALLEN VOOR EÉN! Dat is de nieuwe slogan van GENT JAZZ, pardon, JAZZ MIDDELHEIM.´ 


De microfoon werd gedumpt en allen verlieten spoorslags de trouwzaal. Uw verslaggever werd aan de deur haast vertrapt door de uitgehongerden en de eeuwig uitgedroogde karvelen met een lek in het vooronder. Wat gekreukt en gedeukt bereikte hij de receptiezaal, waar hij geconfronteerd werd met geplunderde schotels en lege flessen. Een lucht als van in een abattoir sneed hem de adem af. Hij dreigde te kapseizen, maar werd tijdig opgevangen door Bertrand Flamang en Paul Schyvens, de redder van de Roma. De ene gaf hem een glas plat water [het spuitwater is op, Guido, heb je mij verstaan?] en de andere een stuk droog brood, met zeven granen. 

Bekomen van de commotie nuttigde uw verslaggever zijn lunch, verliet de zaal en sloeg de richting uit van de uitgang. Een korte stop in het toilet. Niet om aan te kijken, dacht hij, nadat hij zichzelf in de spiegel had bekeken. Op dat moment kwam Bart De Wever het toilet binnen, de sluiting van zijn rits in de hand. Zip! en de burgemeester hing zijn IJzertoren in de urinoir en wendde zich tot de nuchtere verslaggever. ‘Wel, makker. Wat vindt ge van ons nieuw stadsfestival?’ – ‘Knap, zeer goed, meneer de burgemeester. Houdt u van jazz?’ 

Uw verslaggever werd even later door de elite van de stadswacht van de trappen gegooid en de straat opgerold. Zwaar beschadigd bereikte hij Gent, zijn werkplaats en gaf zijn laatste krachten aan het uittikken van zijn wedervaren. Toen gaf hij de geest. 

Het afwerken en bloggen van dit schoon verslag op het Schoon Verdiep werd verzorgd door Korthals & Zoon, Hoogpoort 14, Gent, dat eveneens instond voor het afleggen, balsemen en kisten van uw verslaggever. 


guido lauwaert 

gent, 2017-05-03 


JAZZ MIDDELHEIM 2017 

– 3 t/m 6 augustus 2017 – Park Den Brandt, Antwerpen