dinsdag 26 december 2017

KERSTCONCERT

Logo Arte Musicale 

Naar jaarlijkse traditie gaf Arte Musicale uit Gent een concert op Tweede Kerstdag in de Sint-Pieterskerk. Het gebouw is prachtig, het concert was forte, ma non troppo.  

Op aanraden van vrienden en aangezien uw trouwe cultuurspion zin had de benen te strekken, trok hij erheen. Op het programma een mix die te vergelijken valt met een kerstmarkt. Voor elk wat wils als het maar baadt in een lucht van wierook en mirre. 

Arte Musica heeft vijf vingers aan de hand: een dameskoor, een jongerenkoor, een jeugdkoor, een kamerkoor en een jeugdorkest. Elk heeft zijn rol en krijgt zijn deel – zoals onze vriend Joost van den Vondel zei – en naar het einde toe gaan ze er met z’n allen samen een paar maal flink tegen aan, of zoals in het programmaboekje staat… TUTTI. 


Een goed gevulde kerk met duidelijk veel mensen met weinig concertervaring. Als je zo iets beweert en je wil in 2018 niet door een onbekende een verbaal pak slaag krijgen, moet je aantonen wat je tot zulke bewering brengt. Wel, vaders met peuters op de schoot en moeders met baby’s aan de borst, het wijst al in een bepaalde richting. Ter versterking van mijn vermoeden vroeg ik tussen twee muziekstukken door aan mijn buurvrouw waarom ze aanwezig was. Mijn kinderen zingen mee, antwoordde ze. Na afloop zag ik koorleden groot en klein zich op fiere opa’s en oma’s storten. De jongeren waren blij dat de ouderen er waren en de ouderen hielden niet op met hun kinderen te bejubelen. Geen kritische noot. 

Nochtans, er zijn er. Het dameskoor dat in het Magnificat van Kim André Arnesen een paar maal flink uitschoof, net als het jongerenkoor en het kamerkoor dat wel kan zingen, maar klemtonen verkeerd legt zodat akkoorden niet mooi afgerond worden. Terloops gezegd: Wat Arnesen aantoont is dat hij voor zijn Magnificat goed geluisterd heeft naar andere componisten als Ralph Vaugham Williams, Edward Elgar en Olivier Messiaen. Wat geen verwijt is, enkel de kanttekening dat zijn compositie van te veel walletjes eet.
Wat de kwaliteit van het concert verder ondermijnde was de mix. Een allegaartje zoals vroeger gepresenteerd werd in de colleges voorafgaand aan de prijsuitreiking. Ik dacht dat die rammelende rommel tot het verleden behoorde. Niet dus, er heeft zich enkel een verschuiving voorgedaan. 


Ik heb niets tegen het samenvoegen van diverse genres, maar asjeblieft, maak er geen gamellenkostje van. Een beetje zelfkritiek en een evenwichtige balans mag toch gevraagd worden van het bestuur. Met zulke smos bewijs je enkel een gebrek aan kritische zin en totaalbeeld. Na drie minuten in een saloon van de Far West te hebben vertoefd, plots te worden gekatapulteerd naar St-Paul’s Cathedral, ’t is wel een cultuurschok, mensen. En zulke schokken waren niet zeldzaam. 

Het moet echter gezegd dat het rommeltje – het gekartelde kantje en de mineurklanken – geheel te wijten is aan bestuur en artistieke staf, inclusief de dirigent. Steve De Veirman was zich van geen kwaad bewust. Dat gebeurt niet zelden met mensen die een paar maal per jaar plots de maat mogen slaan. Een salade van zenuwen, ijdelheid, faalangst, te veel kerstkalkoen, de verkeerde sokken en zweet in de bilspleet beschadigt het talent. De maat slaan is niet de lucht in stukken hakken of je handen bibberend ten hemel verheffen.
En o ja, nog een stoornis. Mannen die met een camera op de buik via de zijbeuken naar voor sluipen om een foto te maken. Soms afdrukken net boven je hoofd. Naast die bompa’s heb je ook nog medewerkers die ergens naartoe haasten, met een blik of ze net een geheime opdracht van een curiekardinaal gekregen hebben. 


Het enige wat mij niet voorbarig de kerk deed uitrennen, was de inzet van de kinderen en jongeren. Al zongen ze niet altijd zuiver, hun enthousiasme maakte veel goed. Ze waren oprecht en stortten zich with double cracks [W. Shakespeare, Macbeth, act one scene two] op hun opdracht. Hun gezang bracht verademing en verluchting. Juist wat dit concert nodig had. 

Tijdens het slotapplaus vroeg mijn buurvrouw, die mij notities had zien nemen of er misschien verwanten meezongen, een instrument bespeelden. Ik schudde het hoofd en zei op droeve toon dat mijn vrouw overleden was, mijn kinderen vermoord, mijn zusters op zoek waren naar missieposten en mijn broers huurmoordenaars zijn. Ze sloeg een kruis, keek mij aan alsof ik Donald Trump senior was en klonk zich vast aan haar andere buur.
Enfin, al met al niet ontevreden met de uitstap op Tweede Kerstdag. 

guido lauwaert
gent, 2017-12-26

KERSTCONCERT ARTE MUSICALE 
Magnificat
Gezien [en gehoord] dinsdag 26 december 2017
St-Pieterskerk, 15 u - 




maandag 18 december 2017

DE WARMSTE KWEEK



De Warmste Week in het raam van Music For Life is een solidariteitsactie die in de week voor kerstmis wordt georganiseerd door de VRT-radiozender Studio Brussel. Ik word er niet warm van. 

De bedoeling van het soort acties als de Warmste Week zal wel oprecht zijn, al heb ik zo mijn twijfels. Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat het de initiatiefnemers vooral te doen is om zichzelf in het zonnetje te zetten. Ze moeten ook voortdurend wat nieuws bedenken om hun marktwaarde hoog te houden. Hun winkel in the picture te brengen. Dat soort acties, vooral de manier waarop ze georganiseerd worden, heeft iets kleuterigs. Moderne Akela´s zijn het, de nieuwe Jugendführers die iedereen opstoken. Wie geen badge op de borst speldt, is tegen ons. Eraus! 

Nieuwslezers met badges op het scherm… je wordt er misselijk van. Ik althans. Velen met mij, maar de grote meerderheid durft het niet openlijk te zeggen. Ze doen mee, met het massaspel. Als ik ze er over aanspreek, halen ze de schouders op en zeggen, wegkijkend, dat ze niet willen beschouwd worden als asociaal. Nieuwslezers moeten neutraal blijven, zelfs afstand bewaren van goede doelen. 

De initiatiefnemers bespelen ook de ijdelheid. Je gezicht op de tv en een praatje met een BV, het overgrote deel van de bevolking wil het maar al te graag. Ze zouden desnoods midden in de nacht hun kinderen uit bed halen of hun blote kont tonen, als ze de kans krijgen op een praatje met een van die mini-bv’s. 

Vraag me niet met een badge rond te lopen. Ik ben geen kuddedier. Al even triest vind ik de mensen die in een shirt rondlopen waarop een logo gedrukt staat. Van Coca Cola, Hard Rock Café, de Rode Duivels et cetera. Vroeger kon je geld verdienen om als sandwichman rond te lopen. Nu betaal je veel geld om dat te doen. Hoe dwaas kan je zijn. Die logo’s zijn de nieuwe religieuze tekens.
Zelfs de minder dwazen laten zich verleiden om met hun god op de borst rond te lopen. Ik heb groot respect voor Einstein, Marx… om een paar namen te noemen, maar ik ga me niet belachelijk maken om met hun kop rond te lopen. Evenmin met slogans als PIZA QUEEN of STOP MAKING STUPID PEOPLE FAMOUS. Dat is net waar ze mee bezig zijn, de 'stupid people' te promoten, want ze zijn er een voorbeeld van. 

Acties waar massa’s mensen aan meedoen bewijzen dat het volk nog steeds bereid is om allemaal samen te groeten, om de arm gestrekt, de vuist gebald boven ooghoogte te brengen, waar het fascisme begint. Het heeft niets geleerd van de geschiedenis, het klootjesvolk, het canaille zoals Louis-Ferdinand Céline samentroepende mensen noemde. Al even gevaarlijk zijn protestbetogingen. Ze beginnen al wandelend en eindigen marcherend, links-rechts, links-rechts… Die Fahne hoch! Die Reihen fest geschlossen! En de boel in elkaar timmeren, eenmaal ze uitgezongen zijn. 

Nee, ik zal nooit tot de nieuwste club van de Warmste Kweek of iets soortgelijks behoren. Heb het vroeger niet gedaan en nu ben ik te oud om het nog te doen. Denk nu niet dat ik niet aan goede werken doe. Het belangrijkste is mijn eigen voortbestaan. Maar af en toe ga ik voor de bijl.
Ruim een week geleden werd er aangebeld. Een zwarte jongen van een jaar of achttien. Andy. Uit Ghana afkomstig. Hij woont al acht jaar in België en spreekt beter Nederlands dan die Lekkende Dakgoten van Music For Life. Andy en zijn maten waren in de wijk bezig om mensen een maandelijkse betaling aan te smeren voor Artsen Zonder Grenzen. Het was bitter koud. Hij stond te bibberen. Ik heb hem uitgenodigd op een kop thee waar hij gretig op inging. Met waarlijk enthousiasme, niks gekunsteld, prees hij ‘zijn waar’ aan. Zijn oprechtheid stond in schril contrast met dat opgeklopte gedoe van de voortrekkers van de Warmste Week. 

Ik heb in de voorziene vakjes de nummers van mijn bankrekening ingevuld en ingetekend. En hij gaat nog eens aanbellen om een praatje te maken bij een kopje thee. Want hij voelt zich vaak eenzaam. De mensen zijn eerder solidair met de arme in een ver land dan bezorgd om hun buren.
Ik hoop dat ik thuis ben. Hij is welkom. 

guido lauwaert
gent, 2017-12-18


zaterdag 9 december 2017

OORLOG EN TERPENTIJN



De meest succesvolle roman van Stefan Hertmans werd vertoneeld door Jan Lauwers. Een lange zit. 

Hoe vaak hoor je niet ‘Het boek is beter dan de film’. Hetzelfde geldt voor de toneelversie van de roman Oorlog en terpentijn van Stefan Hertmans. Al scheelt er ook wat aan dat boek. Wat precies wordt duidelijk door de voorstelling. Misschien is het de grootste verdienste van de productie. De zwakheden van de roman kunnen niet weggemoffeld worden. 

Staketsel en bekleding
Het commercieel succes van de roman zit hem vooral in het feit dat Hertmans kan schrijven, daar valt niet aan te ontkomen. Hij is een technicus. Met techniek kom je echter niet ver. Een multiplex historie is nodig. Stefan Hertmans dacht aan wat er stond aan te komen in de maatschappij. Ha! De herdenking van de Eerste Wereldoorlog. Mooi. Dus de oorlog werd het staketsel. Bekleed met terpentijn – symbool voor de kunstsector - en erotiek, et voilà, je hebt een paar ton kopers. Nu nog het eeuwige gevoel noodzakelijk om het gemoed van de lezer te pakken. Daarvoor leg je gewoon een soortgelijk boek naast je klavier. Zoals hét boek over WO I dat alles heeft om de gemoederen te beroeren: seks, gas, shellshock, een kerstbestand en flink wat psychologisch gepieker: Regeneration-Trylogie van Pat Baker. Wat knippen, schuiven, plakken en pats! een prachtige collage. Voor de eerste klaroenstoot onder de Menenpoort schalt in aanwezigheid van een krat ministers en een koppel koningskinderen gooi je de roman de wereld in. De collagekunst en het juiste momentum, zo simpel is het voor een gegarandeerd succes.

Twee schriftjes
Om het geheel geloofwaardiger te maken verkondig je dat de inspiratiebron twee schriftjes zijn die je grootvader je op zijn sterfbed gegeven heeft. Maar, heeft ooit iemand de schriftjes gezien? In geval dat ze bestaan verdient zijn naam op de cover te staan. Als de schrijver van Deel 1. Zoals dat voor Het dagboek van Anne Frank het geval was. Vader Frank, Otto, heeft flink wat geknipt, geschoven en geplakt – wat Hertmans naar eigen zeggen ook heeft gedaan met de schriftjes - maar zijn naam niet naar voor geschoven. Het was en blijft het dagboek van zijn dochter.
Door de scheve constructie en de zwakke aankleding moet het een hele klus zijn geweest om van de roman een toneelstuk te maken. Jan Lauwers had er alle vertrouwen in en samen met zijn vaste dramaturge Elke Janssens, wist hij een vlotte toneeltekst te concipiëren. Een vertelster die verslag uitbrengt van haar geliefde, een kunstenaar die naar het front werd gestuurd. Eenmaal uit de startblokken of de muze van een bekende Vlaamse schilder verscheen op mijn netvlies. Nel, van Rik Wouters. Mooi gevonden. Had Jan Lauwers zich voor zijn regie daarop gefocust, zou het een prachtvoorstelling zijn geworden. Helaas heeft hij de bombast niet kunnen laten. Lauwers is als regisseur een mengeling van Breughel, Bosch en Jan Steen. Het resultaat is levendigheid, chaos en wellust. Heerlijk theater levert het op. Pers je dat trio echter in een klassieke regie pakt de mayonaise niet. 

Pief, paf en poef 
Het concept werkt tevens nadelig voor de vertelster. Door opgeroepen beelden letterlijk uit te beelden verliest haar stem en spel een groot deel van zijn waarde. Viviane De Muynck, de vertelster, had moeite haar draai te vinden. Had Jan Lauwers alle macht aan de vertelster gegeven, dan was er iets wonderlijk ontstaan. Viviane De Muynck, de verpleegster als edelfigurant, de muziek – schitterend, geen beter woord voor – en fragmentarisch figuranten met uitgelijnde pief, paf en poef, meer moet dat niet zijn voor een geslaagde productie… zeker als je kiest voor een klassieke regie.
Kortom, Oorlog en terpentijn als toneelproductie is niet geheel geslaagd. Jan Lauwers moet je – bij wijze van spreken – geen schouwburg geven. Geef hem een sporthal, een black box en hij voelt zich in de juiste omgeving. Enkel daar ontstaan werken die men als meesterlijk kan bestempelen en mettertijd een plaats verdienen in de kunsthemel. 

guido lauwaert

OORLOG EN TERPENTIJN
naar de roman van Stefan Hertmans
Theaterbewerking en regie Jan Lauwers
Dramaturgie Elke Janssens
Productie Jan Lauwers & Needcompany & Toneelhuis
Gezien: 07-12-2017 – Bourlaschouwburg Antwerpen
www.toneelhuis.be & www.needcompany.org



woensdag 6 december 2017

DE VIERKROON VAN IVO VAN HOVE


Ivo van Hove [foto Jan Versweyveld] 

Een zopas binnengelopen bericht: Vier boeken over Ivo van Hove staan te verschijnen. N.a.v. zijn zestigste verjaardag in 2018 kan je geen beter cadeau wensen.  

En terecht. Als er één regisseur is die een vierkroon verdient is het de man die zich vanuit de Kempen en Kwaadmechelen heeft opgewerkt tot een van de belangrijkste theaterregisseurs ter wereld van de laatste vijftig jaar. Hij mag plaatsnemen naast mensen die het hedendaagse theater tegelijk schoonheid en engagement hebben gegeven, onder meer Robert Wilson, Peter Brook, Rainer Werner Fassbinder en Peter Greenaway. Elk met een eigen cachet.  

Nooit boven ooghoogte
Ivo van Hove is een verfijnd stillist en tegelijk een artistiek politicus.
Wat telkens opviel, en ik meen dat ik daar al eerder op gewezen heb, is hoe hij een roman of een film naar zich toe haalt. Elke regie mag dan klassiek van aard en spectaculair zijn, tegelijk is hij een subtiele variatie van zijn persoonlijke visie op wat fout ging met de Westerse beschaving van de laatste vijftig jaar. En als hij regisseert tot zijn pensioen zal dat van de laatste zeventig jaar zijn. Wat moet benadrukt worden: Van Hove steekt de vinger nooit op. Zijn hand – letterlijk zowel als figuurlijk – gaat nooit boven ooghoogte. Eenmaal daarboven begint de dictatuur, het fascisme, het militarisme.
Een heer van stand als Ivo van Hove houdt afstand van de verloederde democratie, maar ze domineren wel zijn regies. 

Totale beheer
Die mening wordt bevestigd in het bericht dat werd verspreid door de persdienst van Toneelgroep Amsterdam, het gezelschap waar Ivo van Hove directeur van is. Niet artistiek leider maar directeur. Wat wil zeggen dat hij het totale beheer in eigen hand wil houden. In de meeste gevallen loopt dat fataal af. Je dient twee heren. Van Hove is er echter in geslaagd te bewijzen dat het totale beheer kan leiden tot een niveau waarin het theater tegelijk een parlement en een rechtbank is. Maar om terug te komen op het persbericht. Van Hove’s regies zijn naar eigen zeggen ‘gemaskerde autobiografieën’. 

Over de vier boeken
De vier te verschijnen boeken in 2018 bevrijden die typering van hun enigmatische codes. Het vertrekpunt daartoe zijn de ondertussen meer dan 120 regies van de ruim dertigjarige carrière van Ivo Van Hove.
1 - Professor David Willinger (City College of New York, CCNY) geeft bij uitgeverij Routledge Ivo van Hove Onstage uit. De Engelstalige studie bevat o.a. een uitgebreid, veelzijdig verslag van Van Hoves werk (inclusief analyses van producties als Het begeren onder de olmen, Faces, Hedda Gabler, Persona en Edward II), bespreekt zijn innovaties op de scène en zijn revolutionaire benadering van tekst en ambiance. De 336 pagina’s tellende uitgave verschijnt in februari.
2 - Professor Susan Bennett (University of Calgary, Canada) en Prof. Sonia Massai (King’s College, Londen) werkten samen aan het boek Ivo van Hove: From Shakespeare to David Bowie dat in augustus bij uitgeverij Bloomsbury verschijnt. De luxueuze hardcover bevat een bundeling van interviews, kritische overzichten en gedetailleerde analyses van Van Hoves ‘internationally acclaimed work as the foremost director of theatre, opera, and musicals in our time’.
3 - Als theaterjournalist van de Volkskrant volgt Karin Veraart Van Hove al jarenlang. ‘Theater is een vluchtige kunstvorm en het is zonde om het werk van Van Hove voorbij te laten gaan. Het boek gaat over hoe zijn leven zijn werk beïnvloedt en omgekeerd.', aldus Veraart. Veraarts biografie over Ivo van Hove zal in oktober, als hij zestig wordt, verschijnen bij uitgeverij Querido.
4 - Bij Uitgeverij Polis verschijnt het portret Ivo van Hove: Theater van de Lage Landen tot Broadway van Emile Schra. De auteur gaat naar eigen zeggen op zoek naar ‘de man die Nederlandse tenen laat krommen wanneer hij wordt aangeduid als De Belg die Amerika richting geeft en die Vlamingen jaloers maakt omdat hij al bijna twee decennia lang het grootste repertoiregezelschap van Nederland leidt’. Eerder schreef Schra boeken over onder meer regisseur Peter Brook en over zanger-entertainer Herman van Veen. De uitgave over Van Hove verschijnt in het voorjaar. 

Artistieke hersens
Van de laatst aangehaalde verschijning kan men zeggen dat het een idolatrie is. Moet kunnen en ik kijk er naar uit. Leerrijker echter zijn de andere drie boeken. Zij zullen de artistieke hersens van Van Hove blootleggen en hoe ze elkaar bevruchten verklaren.
Tevens zullen ze aantonen hoe een toneelvoorstelling, veel meer dan een film, een mening bij de toeschouwer kan beïnvloeden over een sociaal gebeuren. Terug naar de basis, het Griekse theater van Dionysos, maar dan met de meest geavanceerde middelen. 

[foto Jan Versweyveld] 
Wie wil nagaan of wat ik zeg klopt als een zwerende vinger, kan eens gaan kijken naar Kings of War, een explosieve bundeling van drie koningsdrama’s over leiderschap in tijden van crisis en oorlog van William Shakespeare. Na Amsterdam, Wenen, Parijs, Londen, New York en Wracklaw, staat deze ronduit verbluffende voorstelling weer in eigen huis. Hans Kesting won vorig jaar, voor zijn vertolking van Richard III de Louis d´Or, de onderscheiding voor de beste mannelijke hoofdrol.
´t Is maar dat u weet hoe belangrijk de producties van Ivo van Hove en alle leden van zijn cast en crew zijn. 

guido lauwaert 


Ivo van Hove viermaal in boekvorm – 2018
Kings of War – Stadsschouwburg Amsterdam – 15 t/m 22 december 2017
www.tga.nl 



zondag 26 november 2017

DE VOD ALS MENS




Negen september 2016 was de eerste voorstelling van nicht schlafen. Na een wereldreis is deze prachtproductie eindelijk te zien in Gent, de thuishaven van Alain Platel en Berlinde De Bruyckere.

Koeienbellen, dat is het eerste wat je hoort. Je waant je in de Zwitserse Alpen, waar het leven vredig is, als we de reclamespot van Milkana mogen geloven. In elke leugen echter zit een schakel, die de leugen ontmaskert. Hij is het beeld van drie dode paarden, klaar om naar de slachtbank gevoerd te worden. Die er even later aankomt. Na elkaar afgetast te hebben scheuren de dansers de kleren - het beschaafde vel - van elkaars lijf. Meteen is duidelijk: agressie zit in de genen van de mens. 

Versleten cultuur
Ziehier het gevoel dat Alain Platel en Berlinde De Bruyckere hebben gestoken in nicht schlafen. Wie dacht dat de muziek van Gustav Mahler [1860-1911] een pleister op de wonde is, komt bedrogen uit. Door de voorstelling wordt duidelijk dat de grootste laatste romanticus het leven nog valer zag dan Platel en De Bruyckere samen. Naast een flinke portie eigen ellende, kreeg hij er die van een versleten cultuur ook nog bij. Hij zag hoe de bourgeoisie van het maatschappelijk trio – politiek, economie en financiën – een uitbuiter was, waar de kleine burgerman het grootste slachtoffer van is, en dat zijn ellende maar zou toenemen. Wat ook gebeurde. Drie jaar na zijn dood, in augustus 1914, begon een slachtpartij die de geschiedenis in zou gaan als Wereldoorlog I. 


Verzwaard gemoed
We lezen boeken over de eerste massamoord van de twintigste eeuw, kijken naar documentaires die deze periode met zwart bloed bevestigd weten door wat ons in de middenschool is ingepeperd. Zo gedetailleerd dat we er, volwassen geworden, ongevoelig voor zijn geworden. Ja, dat gebeurde, volgende bladzijde alstublieft. De voorstelling drukt de toeschouwer echter zo sterk op de feiten, dat hij inziet hoe die bladzijde van toen de bladzijde van vandaag is. Hij verlaat de zaal met een verzwaard gemoed. Dat ‘verzwaard’ wordt benadrukt door een minutenlange, staande ovatie. Het wachten is enkel op Doomsday, in vroeger tijden Apocalyps geheten. 

nicht schlafen wil een waarschuwing zijn. Mensen, we staan aan de rand van afgrond. De dansers zijn, gezien door de bril van Alain Platel en de beeldvorming van Berlinde de Bruyckere – de achter- en zijwand in de vorm van een versleten, vaal doek vol gaten en scheuren, is even belangrijk als de dode paarden – de dansers dus, zijn geen dansers maar kunnen gezien worden als soldaten, maar ook als een eindeloze stoet van vluchtelingen die elkaar vertrappen en verscheuren. Bij momenten is er een rustpauze, te vergelijken met het bestand op Kerstavond van 1914 tijdens de Eerste Wereldoorlog, door de soldaten over zowat het gehele front zelf georganiseerd, en dat een paar dagen duurde. De legerleidingen waren fel gekant tegen deze Pax Noël. Maar ja, als je in een kasteel reebok zit te eten met kroketten, veenbessen en rode wijn, is het moeilijk het slijk te zien in de hersens van de frontsoldaat. 

Wakker blijven 
Na een week van rust was het weer nicht schlafen geblazen. Wakker blijven en doden om zelf niet gedood te worden. Zo bekeken heeft de titel van de voorstelling meer dan één betekenis. nicht schlafen geldt voor alle tijden, rassen, religies, generaties. Dat de eerste letter van de titel van de voorstelling in deze beschouwing uit ‘de onderkast’ [grafische term] geplukt werd, is bewust. Alain Platel kiest, psychologisch gezien, van de titel tot de voorstelling, voor wie in het onderste van de kast zit.
tauberbach [ook al uit de onderkast gevist] zette de mens neer als ‘De mens als vod’. Zo luidde ook de titel van mijn recensie. Zat er nog hoop in deze productie, in nicht schlafen rest slechts wanhoop: ‘De vod als mens’. 

 Het slagveld
De rustpauze, wat hoger verklaard, zit ook in de voorstelling. Met volksliederen die door de Afrikaanse spelers/dansers worden gezongen. Een tweede rustpauze is het strelen van de dode paarden en een derde het verlaten van de speelvloer om plaats te nemen op de publiekstribune, te kijken naar het slagveld met de dode paarden. Het doet denken aan een compositie van Ludwig van Beethoven uit 1813, Wellington Sieg op. 91. Als de slag gestreden is lopen soldaten rond om gewonde mensen en paarden het genadeschot te geven. Beethoven componeert het zo scherp dat de schoten je naar de keel grijpen. 

Van hoogtepunt tot dieptepunt
tauberbach en nicht schlafen, tot besluit, vormen een tweeluik. Is de muziek van het eerste luik van J.S. Bach, dat van het tweede van Gustav Mahler. Bach componeert het glorieuze hoogtepunt van de Westerse cultuur. Mahler het roemloos dieptepunt ervan. Wat volgt is de neergang. En toch wordt die periode vaak als een noodzakelijk kwaad gezien door historici. Alain Platel heeft dat soort wetenschappers met nicht schlafen op de vingers getikt. 

Uw theaterdetective was aanwezig bij de eerste voorstelling. Hij zal dat ook zijn bij de laatste. Een goede vriend, een meester in zijn vak, groet men tweemaal. Bij het komen en gaan.

guido lauwaert 

nicht schlafen – regie: Alain Platel – decor Berlinde De Bruyckere – muziekregie: Steven Prengels - productie: Les ballets C de la B – coproductie: Ruhrtriennale –

Vlaamse Opera Gent – 31 januari & 1 februari 2018 
info www.cdlb.be – tickets www.operaballet.be  





donderdag 23 november 2017

KOOR


Peter Verhelst 

Het is niet omdat je kan dichten dat je kan voordragen. Peter Verhelst bewijst het ten volle. 

Promotekst NTGent: ‘Begin 2017 maakte Peter Verhelst een keuze uit 30 jaar poëzie, een nieuwe bundel Koor [uitg. De Bezige Bij], vol herschikte en aangepaste gedichten. In november 2017 brengt hij in NTGent een keuze uit Koor, met [opnieuw] aangepaste versies van die gedichten. Kreng [Pepijn Caudron] maakt met geluiden, stilte en muziek een raamvertelling.’ 

Een uur naar de voordracht van een dichter luisteren kan verrijkend zijn voor lichaam en geest. De poëet die kan voordragen brengt rust en lust, die het niet kan slaap en jeuk.

Peter Verhelst mag dan een begenadigd dichter zijn – is dat werkelijk, geen twijfel aan – als performer is hij een ramp. Hij heeft geen kaas gegeten, niet eens een Petit Suisse, van voordracht. Wat het allemaal nog erger maakt is dat zijn dictie lamentabel is. Zijn stem heeft een nasale toon, hij praat binnensmonds, de eindklanken slikt hij in, zijn blik is leeg en de rest van zijn gelaat lijkt wel van pvc.
Het kan enkel door pronkzucht zijn dat je dit wil doen, de vloer op gaan. Waarom niet een acteur van het gezelschap gevraagd om de hele zwik voor te lezen? Er zijn er niet veel meer, wel een paar die het best kunnen. 

Elke mens, ongevaarlijk voor de gemeenschap, is ijdel. Enkel gekken zijn dat niet. Het is een van de redenen waarom ze opgesloten worden. Nu is een zekere mate van ijdelheid noodzakelijk om te bereiken wat je wil. Het is geen ziekte, zoals Prediker ons wil laten geloven. Kunstenaars moeten het ruim voorhanden hebben, willen ze de eigen stolp en wolk ontstijgen. Dichters het meest van al, want die kunst valt even moeilijk te verkopen als diepvriezers aan Eskimo’s.
Voorzichtigheid is echter geboden. Wie pronkt met zijn ijdelheid maakt een karikatuur van zichzelf en zijn kunstje. Onderkoelde ijdelheid is echter al even gevaarlijk, en dat is wat Peter Verhelst heeft. Het maakt dat zijn voordracht wel raakt maar niet door de poriën dringt. Wat een acteur, een causeur net moet kunnen, wil hij succes boeken. 

Rondkijkend tijdens de voordracht van Peter Verhelst, zag uw theaterspion dat de helft van de toeschouwers uit leden van het gezelschap bestond en het overige part uit fans van zíjn eerste tot hún laatste uur. Maar zelfs zij allen hadden moeite om de oogluiken hoog te houden. Ze moesten de riemen ervan stevig vasthouden.
Stel. Stel dat… Peter Verhelst geen personeelslid van het NTGent was, niet tot de staf behoorde, zou deze productie op de affiche zijn genomen? Het had de eerste meeting niet overleefd. Wat meer is, door het verloren jaar van het NTGent wegens verbouwing van de schouwburg, van het gezelschap, de paleisrevoluties en een gebrek aan verbeelding heeft KOOR de affiche gehaald. 

Wat deze voorstelling helemaal naar de verdommenis helpt, is een mistbank die de toeschouwer op de adem slaat, de ogen en de geur beschadigt en voor haaruitval zorgt. De live uitgevoerde muziek leek het meest op een uur durende soundcheck. Wie zulke zenuwvretende geluidstoot bij de voordracht neemt, weet dat hij tekort schiet om een uur lang zijn eigen poëzie voor te dragen. 

Op de eerste binnenbladzijde van het programmablad staat: ‘Het is niet toegelaten audiovisuele opnames te maken.’ Nu, ik denk niet dat iemand daar zin in had. Trouwens, door die mistbank van een uur was het nemen van een foto onmogelijk.
Koor. Bangelijk slecht. Te mijden. Luister niet naar Peter Verhelst, lees hem. 

guido lauwaert 

KOOR –
Peter Verhelst
– tekst, regie & spel [?]
Productie
: NTGent
Gezien woensdag 22 november 2017 in NTGent Arca
www.ntgent.be


maandag 20 november 2017

POQUELIN II


Molière 

Zelden te zien in het Vlaamse theater: een voorstelling losjes uit de hand gevallen, zo lijkt het wel, die diep snijdt in de hypocrisie van de burger die doneert aan Artsen zonder grenzen, Oxfam, het Rode Kruis en de buurtkring. 

In zijn komedies had Molière kritiek op adel, clerus en les bourgeois. Ze teerden op hun sleur, hadden blinde aanbidding van gezag, minachting voor kunst en wetenschap. Als ze het al hadden was het oppervlakkig, net voldoende om een eind ver mee te komen in een maatschappij waar recht en orde het maatpak is naar de mode van de dag. Molière richtte zijn pijlen tevens op medici, schijngeleerden en de overdreven bewonderaars van titels en kapitaal. 

Salut et bonjour
Molière, wereldberoemd komedieschrijver, werd geboren in 1622 als Jean-Baptiste Poquelin in Parijs, de stad waar hij 51 jaar later zou overlijden, na de vierde voorstelling van Le malade imaginaire waarin hij de hoofdrol vertolkte. Hij vroeg nog om Parmezaanse kaas, helaas, geen goed idee want nog dezelfde avond stierf hij. Poquelin is geen naam om carrière mee te maken. Weg die voornaam en simpelweg Molière, wat slaat op molenaar. Hij koos voor die naam toen hij salut et bonjour zei hij tegen zijn rechtenstudie. Als je dan toch voor het beroep van advocaat kiest, moet hij gedacht hebben, is het beter de eigen molensteen in het theater te laten rollen dan in de rechtszaal. Bovendien was hij van kindsbeen af een grapjas die de ene dag een koord over straat spande om de parvenu te laten struikelen en de andere naast hem liep, met een flinke schep spot. 

Rechtszaken
De toneelstukken van Molière zijn dan ook, als je het goed bekijkt, rechtszaken. Een beschuldigde of beschuldiging, een verdediger en een aanklager, getuigenissen ten laste en ten onlaste worden aangevoerd, bewijsstukken worden gewikt en gewogen en aan het eind van het proces beslist de rechter, zijnde het publiek. Een fout vonnis is onmogelijk, al kan er wel over getwist worden. In Molières glorietijd had hij de protectie van de zonnekoning, maar zelfs Louis XIV vond dat zijn amuseur par excellence soms doordraafde. In de 20ste en 21ste eeuw is daar geen sprake van. Zelfs zij die zich ontkleed weten, vergaat het lachen niet. Een gediplomeerde ijdeltuit weet wat hij is; dat anderen hem zo zien vindt hij zo fijn, dat zijn ijdelheid er een pond meer van gaat wegen. 

Tweede machtsgreep
Toneelgezelschap Stan is zich daar zeer van bewust. Het collectief heeft zich al eerder gewaagd aan een machtsgreep op het toneelwerk van Molière [Poquellin I]. Het was er blijkbaar zo tevreden van dat het dertien jaar later de beenworp overdeed, met behulp van Toneelhuis/Olympique Dramatique, Dood Paard en Arsenaal/ Lazarus en omdat elke wagen een vijfde wiel nodig heeft, NTGent. Het resultaat is een ruim twee uur durende voorstelling om je te bescheuren. L’Avare en Le Bourgeois gentilhomme werden ontdaan van hun franje. Een vlijmscherpe tekst restte waarmee de acteurs solo of in koor alle registers kunnen opentrekken.
De kern van beide stukken gaat echter niet verloren. In L’Avare luidt die dat geld geen doel mag zijn, maar slechts een middel is, zo niet leidt die tot gierigheid. Deze van Le bourgeois gentilhomme: wie zich hoger voordoet dan hij is, wordt lager geschat dan hij was. 

Wagenspel 
Twee extra cadeaus. De voorstelling is opgevat als een wagenspel met het publiek driekwart rond de kar. De warmte verhoogt erdoor en waar het warm is wordt makkelijk gelachen. Het is niet toevallig dat er in het zuiden en Afrika meer gelachen wordt dan in het noorden en Alaska. Het tweede cadeau is een mix van theatervormen die elkaar bekampen om even later samen op te trekken, al zingend ’t vrije lied. Absurd, burlesk, grotesk, poppenspel, operette, melodrama, het komt allemaal aan bod, aan een razend tempo. Met als toetje kwinkslagen tussendoor, richting publiek. De toeschouwer wordt voortdurend verrast, zonder dat hij de tijd heeft van zijn verbazing te bekomen door deze dolle klucht. 

De pannen van het dak
Zeven acteurs spelen 13 [L’Avare] en 16 [Le Bourgeois gentilhomme] rollen. Ze brengen het zeer aannemelijk, maken het haast logisch. Puntig acteerwerk, niks geschmier. Ze spelen de pannen van het dak, zelfs Jolente De Keersmaeker, die eindelijk extra pannen heeft gevonden.
De voorstelling doorkruist de lage landen tot eind van het jaar. Het is te hopen, verdient het, dat het volgend jaar op het Theaterfestival staat. Werkelijk een aanrader, zelfs voor wie Poquellin II al gezien heeft. Zoals een steengoede roman meer dan eens gelezen kan worden, kan een uitmuntende voorstelling meermaals gezien worden, zonder dat een geeuw de kans krijgt op te borrelen. Het blijft lachen, gieren, brullen. Stan, man, chapeau voor dit cadeau. 


guido lauwaert
POQUELLIN II 

Gezien zaterdag 18 november, Minardschouwburg, Gent
Productie en decor tg Stan,

Op reis t/m 22 december 2017
www.stan.bewww.ntgent.be




dinsdag 14 november 2017

DE ZAAK BART DE PAUW … en de media



DE ZAAK BART DE PAUW 

… en de media 


Het nieuws van het wangedrag van de Bekende Vlaming van de bovenste plank, de genaamde Bart De Pauw, werd door de media opgepikt als was er een massamoordenaar na maandenlang vruchteloos zoeken eindelijk gearresteerd.
Mensen uit alle rangen van de showbizzwereld werden meermaals geïnterviewd, door hoofdredacteurs en journalisten onder druk gezet hun mening te geven in radio- en televisieprogramma’s. Speciale bijlagen van kranten werden gevuld met opinies van artiesten, filosofen, advocaten en psychologen. Weekbladen brachten speciale edities uit wanneer er nieuwe beschuldigingen werden geuit door voormalige vrouwelijke medewerkers over zijn misbruik van macht en bekendheid. Of ze al dan niet terecht waren werd niet onderzocht. Hij had zich werkelijk misdragen, dat stond vast, had hij zelf bekend, op een klacht meer of minder keek men niet, integendeel, ze leverden beduidend meer kijkers, lezers en geld op.
De mediabonzen wreven in hun handen tot hun hele lichaam er van gloeide. 
Een CEO van een televisieketen verklaarde in de talkshow Van Gils & Gasten dat de kwestie van schuld of onschuld een zaak is van het gerecht, niet van de media. 

De affaire nam zulke proporties aan dat het leek of de duivel werkelijk bestond. Daar wisten prelaten en priesters handig gebruik van te maken door speciale missen op te dragen, die door de eenvoudigen van geest werden bijgewoond. Uit alle maatschappelijke rangen en standen trokken de prominenten naar de kerken en lieten zich vóór of na de diensten op de trappen interviewen, omringd door hun kinderen, ouders, grootouders, vrienden en huisdieren. Zij die niet naar de kerken trokken verzamelden zich in hun tempels en clublokalen om de verloedering van de zeden, waarvan het gedrag van Bart de Pauw een schoolvoorbeeld was, te bespreken. In culturele centra werden debatten gevoerd met auteurs, acteurs, opiniemakers, historici, melkboeren en marketingspecialisten. De zalen zaten tot de trappen gevuld, sommigen debatten duurden tot vroeg in de ochtend.
De overtuiging dat hij niet de enige duivel was won veld door de hysterie. Snel zou aan het licht komen dat ook anderen in eenzelfde bedje ziek waren. Vermoedens werden off the record verteld, namen achter de hand genoemd. Niemand wist of de praatjes waarheid dan leugen waren. Toch werden ze door de media op zulke wijze publiek gemaakt dat de oplagen van de kranten en weekbladen bleven stijgen en de kijk- en luistercijfers dagelijks records braken. Journalisten en nieuwslezers klopten overuren en dachten aan de extra vakantiedagen die ze zouden opbrengen. Folders en catalogi werden door hun man of vrouw bij het dichtstbijzijnde reisbureau opgehaald en in de files doorbladerd.
De mediabonzen wreven in hun handen tot hun hele lichaam er van gloeide. 

De minister van Justitie en de gerechtelijke overheid vergaderden dagelijks. Hun woordvoerders verklaarden dat een grondig onderzoek werd uitgevoerd en dat snel een beslissing genomen zou worden of Bart De Pauw al dan niet vervolgd zou worden. Zijn advocaten verklaarden voor het oog van tientallen camera’s dat hun cliënt meermaals verhoord was, dit de komende dagen nog zou gebeuren en hij alle medewerking verleende. Bovendien was hij zich bewust van wat hij had misdaan. De gemoederen bedaarden echter niet, integendeel. Door het zich vastbijten van de media in Bart De Pauw eiste het volk een snelle beslissing. Betogingen werden opgezet, georganiseerd door schooldirecteurs. Politiewagens vóór en achter. De optochten vertrokken van marktpleinen en eindigden op de parkings van justitiepaleizen. Kinderen lieten zwarte ballonnen op, verslenste ruikers werden neergelegd aan de poorten van radio- en televisiegebouwen. De huizen van de verwanten van wat al een misdadiger genoemd werd werden met rotte eieren en tomaten bekogeld. De media brachten er verslag van uit. Docenten, onderwijzers, leerlingen, ja zelfs kleuters kregen een microfoon onder de neus geduwd. De interviewers formuleerden hun vragen zo dat de antwoorden van de ge-interviewden beschuldigingen inhielden richting zijn vrienden. Ze kenden hem toch zo goed dat ze op de hoogte geweest moesten zijn van zijn ontaarde moraal, én, ze hadden er niets aan gedaan.
De mediabonzen wreven in hun handen tot hun hele lichaam er van gloeide. 

De volkswoede nam zulke proporties aan dat het onderzoek naar de Bende van Nijvel nauwelijks nog ter sprake kwam. De koning drong bij de premier aan om in te grijpen. De premier zette de minister van Justitie onder druk. De minister van Justitie spoorde de hoogste magistraat aan snel een beslissing te nemen, wilde hij niet naar een of andere Europese instantie verbannen worden. En zo kwam het dat al een maand na de eerste beschuldigingen, een proces gehouden werd voor de rechtbank van Leuven tegen Bart De Pauw wegens grensoverschrijdend gedrag en ‘het stelselmatig lastigvallen van een of meerdere personen van het vrouwelijk geslacht, door die een of meerdere personen van het vrouwelijk geslacht te achtervolgen, steeds op hinderlijke wijze contact op te nemen en soms ook te bedreigen’, lang voor er een stevig dossier was. De mediabonzen wreven in hun handen tot hun hele lichaam er van gloeide. Ze wreven nog harder door een juridisch gehakketak. Gezien de klagers niet allemaal in hetzelfde gerechtelijk arrondissement woonden en sommigen Franstalig waren, wilde de rechtbank van de hoofdstad de zaak naar zich toe trekken. Maar de rechters van de Vlaams-Brabantse hoofdstad lieten zich deze zaak niet meer uit handen nemen.
De mediabonzen wreven in hun handen tot hun hele lichaam er van gloeide. 

De zaak had zulke proporties aangenomen dat journalisten en televisieploegen uit de hele wereld opdaagden. Het proces zou aanvankelijk doorgaan in de assisenzaal van het Leuvens gerechtsgebouw. Gezien echter de grote mediabelangstelling, de vele klagers en het dubbel zoveel advocaten werd besloten dat het proces in de schouwburg zou doorgaan en uitgezonden zou worden door de televisiezenders van zowel de VRT als de VTM. In de vertrekhal van stations werden grote schermen opgesteld.
Nog voor het einde van het jaar werd gevonnist en de uitspraak werd de aangeklaagde voorgelezen. Tijdens de lezing viel het land stil. Treinen, trams, bussen hielden halt, de handel op de beurs werd opgeschort, vluchten van vliegtuigen werden uitgesteld om het personeel, de handelaars en de reizigers de kans te geven de lezing live te aanhoren.
‘De genaamde De Pauw, Bart, producer van televisieprogramma’s en aandeelhouder van productiehuis Koeken Troef! zal met ingang van maandag aanstaande in gevangenistenue worden opgesloten in een kooi. Ze zal gedurende vijf opeenvolgende dagen worden opgesteld op de Grote Markt van Brussel, zodat de bevolking hem naar goeddunken verwijten naar het hoofd kan slingeren. Het is de media toegestaan ter plekke opnames te maken en uit te zenden. Spuwen en het gooien van voorwerpen is verboden en elke overtreding zal worden bestraft met geldboetes. Na uitvoering van dit vonnis zal de veroordeelde toevertrouwd worden aan de Broeders van Liefde van het Dr. Guislain Ziekenhuis, te Gent, alwaar De Pauw, Bart, een psychiatrische behandeling zal ondergaan. De duur van zijn verblijf zal afhangen van het oordeel van de medische commissie. De benadeelden hebben recht op een financiële schadeloosstelling, welke zaak is van een burgerlijke rechtbank. De kosten van het geding, de medische behandeling en de kooi vallen ten laste van de veroordeelde. Het vonnis met zijn bijlagen zal over twee dagen worden gepubliceerd in alle Belgische kranten. De kosten eraan verbonden vallen eveneens ten laste van de veroordeelde. Bewarend beslag met onmiddellijke ingang wordt gelegd op de roerende en onroerende goederen van het productiehuis Koeken Troef! waarvan veroordeelde de hoofdaandeelhouder is.’ 

De week dat Bart De Pauw gekooid aan het oog van het volk werd getoond, was een feestweek. Dat er niet gewerkt werd sprak vanzelf. De Belgische Spoorwegen legden speciale treinen in en gaven korting na voorlegging van de krant waarin het vonnis was gepubliceerd. Door de volksverhuizingen wreven de mediabonzen zich elke dag van die week in de handen tot hun hele lichaam gloeide. Er was een tribune opgesteld voor de pers en een tribune voor de politici en hun mooie dames. Marskramers sloegen hun tent op en verkochten kopjes bedrukt met een gekooide Bart. Etsers maakten spotprenten die ter plekke werden gedrukt en verkocht. Bakkers bedachten een broodje waarin men de letters sms herkende. Chocolatiers verkochten pralines in de vorm van een koekoek. Er was zelfs een kraam dat zitkussens verkocht met een afbeelding van een schalkse ruiter waarin men Bart De Pauw herkende. Een zichzelf noemende kwaliteitskrant deelde rollen toiletpapier uit met op elk velletje het hoofd van de gevallen BV, de handen rond de tralies van een celdeur. Een poppenkast vertoonde een parodie op De Slimste Mens waarin Bart bespot werd door Gioppino en Pulcinella, en verloor van Hanswurst en Katrijn.
De mediabonzen wreven in hun handen tot hun hele lichaam er van gloeide. 

Na de feestweek werd Bart De Pauw overgebracht naar de psychiatrische afdeling van het Dr. Guislain Ziekenhuis. Na een jaar en zes maanden kwam hij vrij. De vrijlating was geheim gehouden maar gebeurde niet in stilte, dankzij de loslippigheid van een verpleegkundige. Hij had alle mediahuizen exclusiviteit beloofd en kon zich eindelijk een BMW Cabrio permitteren. Fotografen en cameramensen waren al vroeg in de ochtend opgedaagd, net als de rijdende koffiepot van Dikke Freddy. Zijn vrouw en dochter smeerden broodjes. Bart De Pauw werd opgehaald door zijn vrouw en zijn advocaat. Na flink wat gedrum en getrek lukte het Bart achterin de wagen te krijgen die er als de weerlicht van door ging.
En zie, een jaar later gebeurde er een wonder. De Televisiezender 4,5 kondigde een televisieserie aan van de hand van Bart De Pauw.
Het gegeven was de op- en ondergang én wederopstanding van een BV, genaamd Bert De Haan, een steracteur en chanteur die zich bezondigd had aan het tekenen van droedels van jonge, naakte figuranten waarop duidelijk een naam te plakken was. 
De charmezanger Peter Bartens schreef een passend lied voor de generiek. Het werd als mini-cd uitgebracht en werd grijs gedraaid op heel wat radiozenders. Sabam zeer tevreden. 

De media stortten zich op de serie. Advertenties als tennisvelden zo groot, covers, interviews met scenarist Bart De Pauw, regisseur Rik De Kloyer en in alle talkshows de hoofdrolspeler Tim Neerbrouck als centrale gast.
De avonden dat de afleveringen uitgezonden werden was er nauwelijks een kat op straat te zien. Niet eens een straathoertje. De serie werd bejubeld, het scenario verscheen in stripvorm met als tekenaar de hoofdrolspeler. Het weekblad KRRÁK versierde de voorpublicatie. Rijen mensen in boekhandels schoven geduldig aan voor een gesigneerd exemplaar, met een droedel. Selfies tegen de sterren op. 

De mediabonzen wreven in hun handen tot hun hele lichaam er van gloeide. En weldra was het leven weer genormaliseerd. De mensen werkten vlijtig en sliepen goed. Ze klaagden over het weer, de regering, de belastingen, de hond van de buren, zetten ’s morgens de radio aan en ’s avonds de televisie uit.

guido lauwaert
gent, 2017-11-15