dinsdag 31 januari 2017

WILLEM ELSSCHOT RETROUVÉ

WIILLEM ELSSCHOT 

En daar hebben we Willem Elsschot weer, burger Alfons De Ridder. De Amsterdamse uitgever Athenaeum, Polak & Van Gennep liet diens literaire werk aansloffen. Wat voor mindere aandacht door de media zorgde. De Antwerpse auteur dreigde in de vergeetput te belanden. Tot grote ergernis van de erven. 
  
Volgens Jan [Tsjip] Maniewski, het eerste kleinkind van Elsschot / De Ridder zijn de boeken al geruime tijd niet meer verkrijgbaar en waren er geen plannen door uitgever Athenaeum, Polak & Van Gennep om de boeken eerdaags te herdrukken. Een andere uitgever lag voor de hand. Aan kandidaten geen gebrek, maar na ampel beraad werd gekozen voor Harold Polis, de naamgever van Uitgeverij Polis.
De eerste drie delen van zijn oeuvre verschijnen in april van dit jaar, de andere in de loop van dit en volgend jaar. De Verlossing [1921], Het Tankschip [1941] en Pensioen [1937] zijn niet zijn bekendste werken. Uit elk boek werd een fragment gekozen dat de sfeer van het roman typeert. Onderaan kan de lezer ze vinden. 

Een geluk bij een ongeluk
De keuze van de drie romans als starters van de heruitgave van het gehele werk is het gevolg van het feit dat zij – al veel langer dan de meer bekende – niet meer verkrijgbaar zijn. Een geluk bij een ongeluk mag gesteld worden, want net deze drie romans zijn uitgesproken sociaal bewogen aanklachten, zetten ons in deze barre, egocentrische tijden aan het denken. De Verlossing is een scherp pleidooi voor de vrijheid van denken, Het Tankschip een sterk profiel van het profitariaat van het kapitalisme en Pensioen een schets van de graaicultuur van de kleine burgermens.
Inhoudelijk mogen ze dan steekwonden zijn, de toon is luchtig, vaak op het hilarische af.
Bovendien tekenen ze Elsschot ten voeten uit: een anarchist in driedelig pak en een moderne Robin Hood. De reclamecampagnes, advertentieslijterijen waren lucratief – vrouw en kinderen hoefden zich geen financiële zorgen te maken, niet vergeten echter mag worden dat Elsschot geen geld schonk of leende aan jonge kunstenaars, maar wel jeugdwerk van hen kocht. Het interieur van Huize De Ridder leek met de jaren op een locatie uit de romans van Agatha Christie. 



Ten huize Willem Elsschot [Alfons De Ridder] 


Autobiografie
Er is door Elsschotkenners in Nederland en Vlaams-België al meermaals gewezen op het feit dat de verhalen zich, zeker vanaf Kaas, in en rond de woning van Elsschot in de Antwerpse Markgravewijk afspelen. Ze presenteren zich als een autobiografie, de fictie in gezwierd. De eerste drie nieuwe uitgaven maken door hun keuze niet geheel duidelijk dat het tijdsverloop in Elsschots oeuvre te vergelijken valt met A la recherche du temps perdu van Marcel Proust. Bekijken we het hele oeuvre dan vallen namelijk vier periodes op. Misschien is het goed daar eens op te wijzen. Staat er een schuine streep verwijst dit naar een dubbelroman. Het getal dan weer naar de volgorde van de verschijning van de eerste druk.
De eerste periode beslaat de jeugd: Een ontgoocheling [2], De Verlossing [3] en Villa des Roses [1]. De tweede omvat de jong-volwassenheid: Lijmen [4] / Het Been [8]. De derde behandelt de volvette volwassenheid: Kaas [5], Tsjip [6] / De Leeuwentemmer [9] en Pensioen [7]. De vierde is de laatste ronde: Het Tankschip [10] en Het Dwaallicht [11]. 

Historische evolutie
Enige verwarring is mogelijk indien het volgende niet in acht genomen wordt. Het vermoeden bij ondergetekende bestaat dat Elsschot pas na het verschijnen van Villa des Roses tot een verdere beschrijving van zijn leven besloot, langs de weg van de fictie. De Villa is geschreven op aansturen van Anna Christina van der Tak, een collega op de Rotterdamse scheepswerf waar de jonge meneer De Ridder werkte. Het succes was zo groot dat dit hem tot meer proza moet hebben aangespoord. Hij begon dus met zijn prilste jeugd, een stedelijk lanterfanten als leerjongen drukker na een eerste mislukte studietijd – Een ontgoocheling, gevolgd door een tweede met een blokperiode bij een tante in de Kempen – De Verlossing. Eenmaal het diploma van 'Licenciaat van de Hogere Graad in de Handels-, Consulaire en Koloniale Wetenschappen' op zak, trok hij naar Parijs en trad in dienst van de iemand die meer oplichter dan [Argentijnse] consul was. Het eerste jaar van zijn verblijf in de Franse hoofdstad logeerde hij in een pension, genaamd Villa des Roses. Daar maakte hij de meid zwanger. Zij pleegde abortus en Alfons De Ridder gooide het 'pakje' over een schutting. Dat gebeuren zorgde voor de eerste abortus in de Nederlandse literatuur, en het is ook de reden waarom Elsschot's eerstgeborene lang op de lijst van de 'verboden boeken' stond.

Happy end
Met deze toelichting wordt voor de buitenstaander de ontstaansgeschiedenis van Elsschots als schrijver [denkelijk] duidelijk. Hoe past dan Het Been in het plaatje? Goede vraag. Deze, korte, roman mag worden beschouwd als een ‘nakomertje’, geboren na een herhaaldelijke opmerking van Menno ter Braak. Namelijk, kort gezegd, dat Lijmen een open einde heeft. Dat moest gecorrigeerd worden en naar een happy end leiden. Na enig aandringen heeft Elsschot zich laten overhalen en is dus Het Been geschreven en verschenen. Heel vermakelijk en werkelijk de moeite van het lezen waard, al haalt het niet het niveau van de andere romans. 

Een tip
Wie dus de ziel van Willem Elsschot wil grijpen moet de romans in de juiste volgorde lezen. De nieuwe uitgaven kopen en meteen lezen is goed – elk deel leidt een eigen leven [op Het Been na], maar beter is het te wachten tot alle romans verschenen zijn. Het is een tip voor wie zich op Elsschot wil storten. De jonge generatie, maar ook de voorgaande. De grote fout die door het onderwijs werd gemaakt, is zijn boeken aan pubers op te dringen. Ze verstaan er geen knijt van. Het is pas met enige levenservaring – eenmaal de dertig gepasseerd, dat ze in hun volle waarde gesmaakt kunnen worden. 

Wie is wie
Als hulpmiddel om de romans van Elsschot beter te begrijpen, verschijnt in de loop van februari een vademecum Van Aasgaard tot Van der Zijpen – Wie is wie bij Willem Elsschot?
De eerste familienaam slaat op een figuur uit de eerste roman, de tweede op een personage uit de laatste, Het Dwaallicht. Het naslagwerk van Steven Walland [1946] wordt gepresenteerd in de aanbiedingscatalogus als een vondst, een ontdekking, eindelijk gaat de lezer begrijpen hoe de vork aan de steel zit. Dat is niet het geval. Al heel wat publicaties hebben deuren  geopend. Wat wel meegenomen is, is dat wat al bekend was, geordend wordt. Denk ik, want ik heb het lexicon nog niet gelezen. Maar laten we het beste verhopen. Dat zelfs de Elsschotkenner verrast wordt en wat bijleert. Het zou de kost van het boek al verantwoorden. Want met Elsschot ben je nooit klaar. 

Afscheidswens
Rest mij enkel nog u de beloofde fragmenten te bezorgen. Veel leesplezier en hopelijk brengen ze u tot de lezing van deze – onterecht – minder bekende boeken van de bekendste bewoner van de Antwerpse Lemmèstraat. 

guido lauwaert
gent, 2017-01-31 

De Verlossing
[in een poging van de graaf en de pastoor (Kips) om het pand van de vrijdenker mits een flinke som geld te kopen en hem vervolgens het dorp uit te jagen]
“Neen, meneer Kips, hij moet weg en wel dadelijk.”
“Hij zal het willen uitzingen. Ik ken de vogel. Schep zijn land in karren en voer het weg, dan hoort immers de kuil hem nog toe? En daar gaat hij vast inzitten.”
De graaf keek nadenkend voor zich uit.
“Daar stuur ik Lamarche op af. Ik heb er een paar bankjes voor over.”
“Wie is Lamarche?” vroeg Kips.
“Mijn notaris,“ zei de graaf. “Een oude pimpelaar die de duivel en zijn moer te leep is. En dan geld bij de vis…”

Het Tankschip: 
[het verhaal van een grote zwendel aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog, met de schoonbroer van Elsschot als stroman]
‘Ik vroeg hem of zijn boekhouder dat niet vakkundig oplossen kon, want daar heb je die mensen toch voor, maar hij beweerde van niet, want je kan wel nieuwe rekeningen openen en aan ’t gireren gaan, die winst dus in een ander kleed steken, maar zij blijft bestaan, als een daad die eenmaal gesteld is. Al dat omboeken was slechts een uitstel van executie.’

Pensioen
[Schoonmama heeft gedurende jaren staatsteun gekregen voor een gesneuveld kind. Maar het kind had een zoon, en hij had recht op de uitkering. Wat gedaan? De familieraad vergadert]
‘Er stond slechts één punt op de agenda.
Moeder heeft namelijk een exploot ontvangen waarbij haar betekend wordt dat het eerste vonnis door het Beroepshof bekrachtigd is. Zo iets had ik van die voorzitter met zijn vriendelijk gezicht niet verwacht.
Zij boden een meewarige aanblik zoals zij daar stonden met hun dikke koppen en ik ondervind nu dat ik niet voor beul in de wieg ben gelegd.
Toen allen gezeten waren heb ik gevraagd waar of die heren de voorkeur aan gaven, aan het systeem van de hypotheek of aan dat van de verkoping [van het ouderlijk huis, gl].’

Willem Elsschot – Uitgeverij Polis – www.polis.be

Jos De Haes interviewt Willem Elsschot 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten