maandag 19 september 2016

IVO VAN HOVE: DE DINGEN DIE VOORBIJGAAN




Foto [en volgenden]: Jan Versweyveld


Zo zwart is het zelden vertoond. Uit de roman van Louis Couperus, Over oude mensen, de dingen die voorbijgaan, heeft Ivo van Hove het meest zwarte van het zwarte gehaald om de nadruk te leggen op twee zaken: het huwelijk is passé en het verleden gaat nooit voorbij. 

Louis Couperus heeft opzettelijk geen familienaam geplakt op de leden, enkel hun voornamen gebruikt. Wat in deze familie gebeurt, geldt voor vele huisgezinnen. De schijn stuurt in Den Haag het noodlot en de predestinatie van de gehele welgestelde klasse. Couperus was zich daar van bewust en heeft dit in deze roman zwaar benadrukt. Bewerker Koen Tachelet en dramaturg Peter van Kraaij hebben de Haagse putjeslucht van Hotel Des Indes en omgeving voortreffelijk tot een toneelstuk verwerkt, ongetwijfeld in samenspraak met Ivo van Hove, die altijd meer is dan een regisseur. Hij is tevens een psycholoog. Deze wetenschap vormt de basis van zijn transformatie naar het toneel en het heden toe. De scenografie van Jan Versweyveld is in deze de vormgever, en in De dingen die voorbijgaan, zoals de toneeltitel luidt, heeft zijn talent zich ontplooid tot een verfijnde maar macabere schoonheid. 



Maar wat is het verhaal achter deze demonische krachten en heersende machten? Het staat gevat op de folder van deze productie:
‘Het stilzwijgen van de overspelige relatie tussen Ottilie en Takma en de moord op Ottilies echtgenoot laat sporen na in de volgende generaties. Lot en Ellie zijn de jongste telgen van dit verdoemd geslacht. Zij hopen zich uit de Haagse wurggreep te kunnen losmaken maar komen na hun huwelijksreis gedesillusioneerd weer thuis. Er is geen ontsnapping aan deze familie die aangetast is door geheimen die het daglicht niet mogen zien.’ 

Wat er echter niet bij staat maar wel in het stuk zit is dat de erfelijke ballast zich ook uit in het huwelijk. Een huwelijksreis hoort een plezierreis te zijn. Naar Brussel [ja, toen was Brussel nog een bruisende stad] en Parijs. Wat blijkt? Vrij vlug ziet echtgenoot Lot in dat de burgerlijke banden, hoe wild een vrijpartij ook kan zijn, de vrijheid van denken en doen beknotten en dat deze leiden tot een droog en saai bestaan. 



Elly vraagt aan haar man waarom zij, volgens hem, nooit "het fysieke geluk", de gloed van het vrij ademen kunnen naderen. Citaat: 

‘LOT: Omdat wij het Noorden blijven voelen in onze ziel, hoe zeer onze ziel ook poogt aan dat Noorden te ontsnappen, en ook omdat…
ELLY: Omdat…
LOT: Niets.
ELLY: We zouden vrij met elkaar spreken.
LOT: Omdat onze liefde het meeste heeft van sympathie. Omdat de zinnelijkheid eraan ontbreekt.

Dat ik dus meer tederheid voor je voel dan passie…
En dat ik niet in staat ben het leven woest te omarmen.’ 

De huwelijksscène is de enige scène met kleur. De pas gehuwden zien er fris en kleurig uit. Hun bewegingen zijn speels en soepel. Door de tekst echter ziet de toeschouwer het verschil tussen hoe men zich voordoet en wat men werkelijk voelt [of niet voelt]. Het huwelijk is een stel handboeien waarvan elk lid van het koppel er een om de pols heeft en toch een pas de deux dansen… als nette burgers in een stijve burgerij. 

Vóór en na de huwelijksscène overheerst de zwarte kleur. Alle acteurs zijn in het zwart gekleed en als oma Ottilie en Takma gestorven zijn, kort na elkaar, vormt zich een rouwstoet. Het is winter. Sneeuw wordt verwacht. Allen klitten samen, wandelen traag - choreografisch een hoogstandje - met hangend hoofd naar de begraafplaats, plooien zwarte paraplu’s open. Het begint te sneeuwen. Niet witte sneeuwvlokken maar zwarte… pekzwarte sneeuw. De aanvankelijk witte tegelvloer verschiet van kleur. De familieleden zwermen uit. Door hun stappen vormen zich witte vlekken. De kleur van de pus van zweren. Verbeeldend het noodlot en de predestinatie dat zij met zich meeslepen. 



Veelbetekenend is de glazen achterwand en de verticaal opgestelde rijen stoelen, links en rechts van het speelvlak. Ze zijn er voor de acteurs. Welke functie hebben ze, de glazen achterwand en de stoelen? Verklaringen moeten beperkt blijven tot het hoogst noodzakelijke. De toeschouwer heeft recht op de verbazing, ten bate van de verrassing. Maar toch dit. Tweemaal draait de glazen achterwand 180 graden. De projecties zijn verbluffend. 

Oma Ottilie en haar minnaar Takma worden vertolkt door Frieda Pittoors en Gijs Scholten van Aschat. O wonder der schoonheid, hun spel. Maar ook Katelijne Damen is groots als mama Ottilie, de dirigente van de familie. Abke Haring [Elly] speelt deze keer los, vrij van haar vaste gestrengheid. Heerlijk hoe Van Hove haar daarvan verlost heeft. Aus Greidanus jr. als haar man Lot speelt zijn rol naar behoren, maar lukt het net niet de juiste toon en bijpassend gebaar te vinden. Hans Kesting als de oudste zoon Harold heeft alweer de naturel om de storm in de ziel te verbeelden, en toch zijn robuustheid te behouden. Als puber zag hij zijn moeder en haar minnaar bij nacht een pak sleuren en dat in de rivier gooien. Ouder worden ziet hij in dat het pak zijn dode vader was, en draagt dat groeiend besef met zich mee tot hij zich medeschuldig voelt aan de wandaad. Gaandeweg kromt zijn rug, ondanks zijn robuustheid. 

Al die schoonheid en spanning wordt versterkt door de live uitgevoerde muziek van Harry de Wit. Een beiaardconcert met miniklokjes. Heel sterk is de inbreng van twee slingers, als de metronomen van het leven. Wanneer Ottilie en Takma sterven vallen de slingers stil… en toch tikt de tijd door. Hij verscherpt de erfelijkheid van de familiale demonen. 

Ivo van Hove is sterk beïnvloed door films. In De dingen die voorbijgaan zit de zinnelijkheid van Ingmar Bergman en de beeldvorming van Federico Fellini, die zich in deze productie het sterkst uit in de rouwstoet die doet denken aan deze uit de film Amarcord. Daarenboven is het per productie duidelijker dat Van Hove de burgerlijke conventies genadeloos wil doorprikken. Op zijn eigen manier, heel subtiel dus, verfijnd, als een heer van stand, maar alert als een hert bij de dauw op de weiden. Van dauw gesproken. Het dauwveld aan het slot van de voorstelling is het mooiste ooit vertoond op toneel. 



De dingen die voorbijgaan is een coproductie van Ruhrtriënnale, Toneelgroep Amsterdam en Toneelhuis Antwerpen. Een absolute aanrader. Een meesterwerk kan je meermaals zien of lezen. Dat geldt voor een film, voor een roman, maar evenzeer voor een toneelstuk. 

guido lauwaert 


DE DINGEN DIE VOORBIJGAAN – naar de roman van Louis Couperus – regie Ivo van Hove – van 20 t/m28 oktober in de Antwerpse Bourla -
info & tickets: www.tga.nl & www.toneelhuis.be 


1 opmerking: