woensdag 22 februari 2017

NON BELONGING






Het theateraanbod in Gent is dit seizoen schamel. Een goeie gelegenheid om naar het KASK Drama te trekken. Waar zijn de acteurs / dansers in opleiding mee bezig? Proef je aanstormend talent bij jongeren van de goden gekust. NON BELONGING, een dansvoorstelling, als ouverture. 

Rosie Sommers & Marieke de Zwaan [r] 

Twee valhelmen, neonbelichting en veel muziek, meer moeten de twee dansers niet hebben. Justin Timberlake is al aan het zingen wanneer de jongedames de dansvloer betreden. Eenmaal aanwezig slaan ze aan het bewegen. Warmlopen, vermoedelijk. Het blijkt echter een dans te zijn. Duurtijd: één uur. Vergelijkbaar met de minimal music waar de componist voor de middenklasse van het kunstminnend volk het patent op heeft, Wim Mertens. 
Marieke de Zwaan blijkt sterk in vallen en Rosie Sommers in huppelen. Halverwege de voorstelling ontstond de indruk dat ze erin slagen een leeg vat vol te laten lijken, en ergens hebben ze gelijk: lucht is ook vulling, al is die gebakken of op spitsuur van de Dampoort geschept. 

Jody Breeze volgt op Timberlake en na haar komen nog negen andere zangers en/of muzikanten aan bod. Allemaal afkomstig uit de hedendaagse sfeer. Goed voor een variatie op een thema, helaas, het vallen, opstaan, stappen, koprollen, rekken, strekken bij de muziek van het eerste nummer verschilt niet bij dat van het laatste, hoewel elk lied zijn eigen karakter heeft.
Driemaal is er een breuk. Ze dansen synchroon, aan een afwijkende, lagere sluitertijd. Verwijzen ze naar de Wet der Traagheid? Dan is het een vondst, een goede. Helaas, de breuken zijn kort en onafgewerkt. De dansers hervallen vrij snel in het vaste patroon van de dans. 

Zowel Marieke de Zwaan als Rosie Sommers sjotten een enkele keer tegen de valhelm. Hij rolt een paar meter om dan waggelend tot rust te komen. Kort voor het einde van de voorstelling zetten beide dansers de helm op het hoofd, maar nemen die algauw weer af. 



Na vijftig minuten pauzeren ze, gaan zitten, houden een praatje, zoals een koppeltje doet tussen het verwoed toetsen op hun zuurstofapparaat. Muziek overstemt echter de dialoog zodat die nauwelijks verstaanbaar is. Misschien is dat de bedoeling. Voorbijgangers horen maar flarden. In dat geval werd een tegel gelicht van de weg geplaveid met clichés. 

De naam van de voorstelling is duidelijk. NON BELONGING: Nergens thuis horen; bij passen; zich thuis voelen. Mooi, maar om dat te versterken hadden ze hun mimiek moeten aanpassen. Nu leek het wel dat ze zich prima voelden en in het paradijs.
Wat uw [hopelijk] geachte verslaggever opmaakte uit de performance is dat ze getuigen waren geweest van een verkeersongeval tussen een trimmer en een fietser, beiden gehelmd, en daar verslag van uitbrachten tegen de omstaanders en op sensatie beluste bermtoeristen. Geduldig en telkens weer opnieuw.
Die visie heeft dus niets te maken met de titel, maar, mijn leeftijd in acht genomen, ik ben van een andere theaterplaneet dan de nieuwste generatie. Hoewel… 

Elk genre van de theaterkunst heeft zijn wetten en plichten waar niet aan te ontkomen valt. Zowat de belangrijkste plicht is de plicht van de verbeelding. Je kan met een hond jagen maar niet met een kat. Wat de jongedames brachten is aanvaardbaar voor het jaarlijks toneel van de basisschool. Ze zijn echter studenten van een hogeschool. Om toegelaten te worden tot de dramaopleiding moet je toch al een flinke portie lef en durf hebben. Vanaf de eerste dag moet je grenzen oversteken. Je docenten choqueren. Blijkbaar hoeft dat heden ten dage niet meer. Docenten zeggen [uit luiheid, gebrek aan fantasie?] ‘Doe maar aan, we zien wel’, met als gevolg dat het publiek een experimenteel resultaat te zien krijgt zonder kruid en kruit. 

Af en toe werd er gelachen door een deel van het publiek. Medestudenten. Het waren geforceerde lachjes. Ik kon mij niet van de indruk ontdoen dat ze de Pilatusbliksem hadden gekregen of naar de aandacht dongen van de dansers of ander vrouwelijk schoon in de zaal. En dat in de zaal die genoemd is naar de jong gestorven theaterregisseur Jean-Pierre De Decker. Zouden de studenten weten wie hij was en wat hij deed? Dat is toch het minste wat je mag verlangen van dramastudenten.
Jean-Pierre De Decker slaagde erin om [als student!] het enige toneelstuk van Jef Geeraerts, De zeven doeken der schepping, op te zetten. Het ‘twintigste eeuws mysteriespel’ verscheen in boekvorm in 1966. Op de titelpagina stond, naast de verwijzing van het genre en de tijd: ‘… helaas even onspeelbaar in het oosten als in het westen.’
Onspeelbaar? Alles kan! dacht De Decker en maakte er in 1970 een onvergetelijke productie van. Plaats van gebeuren: de rotonde boven de ingang van wat nu heet BOZAR. 

NON BELONGING viel tegen, zoveel is duidelijk. Het zal mij echter niet beletten om regelmatiger naar openbare proefwerken – masterproofs moet je tegenwoordig zeggen – te gaan kijken. Jan Decleir zei me ooit: ‘Als je een diploma nodig hebt voor ons vak, is er iets fout met ons vak.’ Maar er moeten toch jongeren zijn met ontluikend talent, al willen ze Usquam, in omnibus, een diploma. 

guido lauwaert
gent, 2017-02-22 

NON BELONGING
Rosie Sommers & Marieke de Zwaan
productie: KASK DRAMA – SCHOOL OF ARTS – Hogeschool Gent – Campus Bijloke - www.schoolofartsgent.be 




3 opmerkingen:

  1. Reactie per e-mail, met toestemming geplaatst: Goed dat je jong talent stimuleert door ze niet naar de mond te schrijven. Ronnie Pede, oud-hoofdredacteur Film & Televisie.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat een prachtige recensie. Wijlen Willem Elsschot schreef terecht :'Kunst mag niet geprobeerd worden.Men probeert een brood te bakken, maar men probeert geen schepping. Men probeert niet te baren. Waar zwangerschap bestaat, volgt het baren vanzelf, ten gepaste tijd.' Volledig eens met deze stelling.

    BeantwoordenVerwijderen