zaterdag 3 juni 2017

OVERGANGSJAAR VOOR NTGENT


De Gentse schouwburg wordt verbouwd, nu nog het gezelschap.
Foto: Filip Schils 

Het seizoen 2017-2018 is een goedkoop programma, al wil dit niet zeggen dat de producties dat ook zijn. 

Halverwege de lente is het de gewoonte dat de drie stadsgezelschappen het nieuwe seizoen voorstellen. De KVS [Brussel] en het Toneelhuis [Antwerpen] pakken uit met een fraai programmaboek en een nette presentatie. Zo niet het NTGent. Twee brochures en een folder. ‘Ons werkboek’, ‘Ons gastenboek’ en ‘Ontvouw onze plannen’. Ze doen denken aan de tijd toen ‘onze’ parochie een pastoor had en ‘onze pastoor’ twee onderpastoors en elke onderpastoor vijf misdienaars.
De presentatie was ronduit rommelig – veel versprekingen en beweringen die door anderen moesten worden gecorrigeerd – en vrouwonvriendelijk. Dat laatste werd al meteen bij de verwelkoming van pers en relaties toegegeven. Dat zou als verontschuldiging voldoende zijn om er verder geen aandacht aan te besteden, ware het niet
dat Steven Heene een gezicht trok waar Kris Peeters sterk in is.
Het verder verloop van de presentatie was eerder een verheerlijking van de dorpsnotabelen van het NTGent dan een verdieping van het jaarprogramma. Dat kon ook moeilijk, wegens de afwezigheid van twee prominente regisseurs. Bovendien was de nieuwe artistiek directeur elders, zelfs niet vertegenwoordigd door een assistent die hem nabij zal staan in het uittekenen en verwerken van zijn visie. 

ONS WERKBOEK
Wat het programma inhoudt? Het speeljaar start halverwege september met twee hernemingen. Pas op 13 oktober gaat de eerste nieuwe productie van start, Kosmopolis. Niet in de eigen schouwburg want die is nog volop in verbouwing, ook niet in een uitwijkzaal ergens anders in Gent, maar in de Antwerpse Bourla, thuishaven van het Toneelhuis. Of deze voorstelling in Gent te zien zal zijn? Geen woord hierover in de brochure. Regisseur Johan Simons was niet aanwezig. De eerstvolgende productie staat wel in Gent, maar Africa is een herneming, net als de volgende productie Dit zijn de namen. Deze voorstelling is ruim twee jaar oud en was onder meer te zien op het Theaterfestival 2016!
Begin november gaat het stadgezelschap een alliantie aan met Victoria Deluxe voor Urban prayers / Urban Mirrors, een locatieproject dat een kopie is van wat Johan Simons in 2013 heeft gerealiseerd met de Münchner Kammerspiele, het gezelschap waar hij vijf jaar de artistiek leider van was. Deze kopie vindt net als in München plaats in de gebedshuizen van bekende en minder bekende religies. Dezelfde maand gaat een derde nieuwe productie van start. Hiervoor werd niet in de eigen mand gegrabbeld, maar in die van tgSTAN. Poquelin II is gebaseerd op een aantal stukken van Molière. Een fragment uit L’avare wordt gevoegd bij een fragment van Le Bourgeois Gentilhomme, uit andere stukken wat knipwerk, vervolgens de lappen aan elkaar naaien et voilà een nieuw stuk. ‘De zotgedraaide wereld’ zoals in de brochure ter verduidelijking staat is het uitgangspunt. Niemand van tgSTAN was aanwezig om de verduidelijking te verduidelijken.
De volgende productie is Brief aan een rechter, een steengoede voorstelling maar een zoveelste herneming. Eind november is het de beurt aan de terecht veelbekroonde dichter Peter Verhelst. Hij selecteerde een bloemlezing uit de eigen koffer, herschreef sommige uitverkorene en gaf het geheel de naam Koor. In december alweer een herneming, Gif. Nu is een herneming geen zonde in geval er voldoende toeschouwers voor zijn. Met een kleine zaal en door actrice Elsie de Brauw lukt dat misschien. De ware reden van de herneming echter is de verkoop van deze voorstelling aan enkele theaters in Nederland. Nu eenmaal het stuk weer fris in het hoofd en op de hand ligt, waarom dan niet van de gelegenheid gebruik gemaakt om die in eigen huis te hernemen.
F/M/X is de werktitel van de vijfde nieuwe productie. Het is een concept en een regie van Florian Fischer [niet aanwezig bij de presentatie]. De basis is de roman Don Quichote [which was a dream] uit 1986 van de Amerikaanse Kathy Acker. Veel meer over deze productie kan er niet gezegd worden, want buiten de idee is er nog geen tip over het hoe en het wat.
Twee nieuwe hernemingen, Platform / Onderworpen en Oogst van de wrok gaan vooraf aan de zesde nieuwe productie, Menuet naar de gelijknamige roman van Louis-Paul Boon. LOD maakte van deze roman dit seizoen al een vrij geslaagde opera, en naar wat in ‘Ons werkboek’ staat en wat er bij de presentatie gezegd werd, valt op te maken dat de NTG-productie haast identiek zal zijn als die van LOD, maar dan zonder muziek.
Het seizoen 2017-2018 wordt afgerond met een zevende nieuwe productie. De zwaarste inbreng van het NTGent is het kapitaal. De uitwerking van JR is in handen van FC Bergman. Het wordt een spectaculaire locatievoorstelling in de achterbouw van het S.M.A.K. 

ONS GASTENBOEK
De gastprogramma’s zijn interessanter dan de eigen producties. Een bewerking Edward II door Tom Lanoye van de man die – was hij niet in een cafégevecht gedood – misschien bekender zou zijn geweest dan William Shakespeare. De bard en Christopher Marlowe waren tijdgenoten en waarschijnlijk vrienden. Wat vast staat is dat Marlowe de zuiverste toneelpoëzie heeft geschreven en dat Shakespeare diens stijl heeft overgenomen. Hij schreef het eerste koningsdrama en de eerste toneelversie van het Faust-verhaal. Edward II van Theater Zuidpool is een productie – met muziek van Mauro Pawlowski – waar men wel eens best meteen kaartjes voor reserveert.
Jan Decorte en Sigrid Vinks zijn weer van de partij, nu eens niet met een Shakespeare bewerking, maar met Stand Down, een origineel stuk, sterk autobiografisch. Decorte is een rasverteller en kan scherp uit de hoek komen. Een productie om naar uit te kijken.
Lize Pede & Tiemen Van Haever brengen een tweede productie. Het succes van of Paul had er niet moeten zijn opende de deuren van het NTG, rijkelijk laat want de voorstelling dateert van 2014 en door ondergetekende indertijd onder de lof bedolven.
Een laatste greep uit ‘ons gastprogramma’. Jan Decleir speelt Karl Marx [zowel titel van het stuk als lokroep], de grondlegger van het communisme en zijn afgezwakte vorm, het socialisme. In de monoloog kijkt Marx terug op zijn bewogen leven. Of daarbij zijn verblijf in Brussel aan bod komt is nog niet geheel duidelijk. Daar is wel een aardige anekdote aan verbonden. Altijd om geld verlegen schreef de man die alle macht aan de arbeiders wilde geven en alle koningen van de troon wilde stoten, tijdens zijn Brusselse tijd, een kruiperige verzoek om een subsidie aan koning Leopold I om financiële steun. De hongerige vrouw en kinderen werden naar voor geschoven om het hart van de koning te vermurwen. Het verzoek werd afgewezen. Marx mocht al blij zijn dat hij niet het land werd uitgezet. Om in België te wonen had hij al een even kruiperige brief aan de koning geschreven: “Sire, Ik ondergetekende, Karl Marx, doctor in de filosofie, 26 jaar oud, uit Trier in het Koninkrijk Pruisen, heb de intentie mij met vrouw en kind in de Staat van Uwe Majesteit te vestigen, en neem daarom de eerbiedige vrijheid U te smeken hem de toelating te bezorgen om zijn woonplaats in België te kiezen. Met de diepste eerbied voor Uwe Majesteit, verblijf ik Uw zeer nederige en zeer gehoorzame dienaar. Dr. Karl Marx.”

ONTVOUW ONZE PLANNEN
De folder ‘Ontvouw onze plannen’ is niet meer dan het ontvouwen hoe duur de kaartjes zijn, op welke manier je aan de dure tickets kan ontsnappen, dat een ticket recht geeft op een gratis rit met De Lijn, dat het café de beste koffie van Gent schenkt [redelijk goed maar niet de beste], dat je er acteurs en theaterliefhebbers onderling ziet keuvelen [wat niet waar is, de acteurs zonderen zich af], dat het bespreekbureau voortaan ook op maandag open is, dat het foyer het mooiste zomerterras van Gent heeft [maar nauwelijks bezoekers telt], dat er een speciaal tarief is voor de toeschouwer die logeert in het Grand Hotel Reylof en dat er cadeaubonnen zijn van 5 tot 500 euro. Op de keerzijde van de folder is de kalender met de programma’s en hun speeldata te vinden. Als dat de plannen zijn… 

Voor wie al dat drukwerk goed bekijkt is het duidelijk dat de ingehuurde programma’s beter zijn. Niet alleen inhoudelijk. Ook wat de vormgeving betreft is het allemaal van hetzelfde deeg en volgens bekend recept een koekje gebakken. De interne conflicten hebben hun sporen nagelaten… en ze zijn nog lang niet opgelost. Het enige wat er opgelost is, is het vinden van een nieuwe artistiek leider. Uit wat er ontsnapt uit de catacomben van het NTGent blijkt dat Milo Rau een zware taak te wachten staat en dat hij dat ook beseft. Maar al te graag zou hij zowel de artistieke als de organisatorische stal uitmesten. Zo goed als met een schone lei beginnen. Of een grote schoonmaak mogelijk is? Te veel zwaar gewonden zijn er gevallen, de littekens zijn met geen middel weg te branden.
Het eigen jaarprogramma is door de burgeroorlog voorspelbaar en weinig verrassends. Ze ogen goedkoop maar ze zullen best wel duur zijn, en dat is het meest bedroevendste van al. Een steengoed programma mag duur zijn, je behaalt er eer en kassa mee, want het overstijgt de eigen regio. Van heinde en verre komen ze kijken. Met een goedkoop ben je snel uitverkocht.

Het schandelijkst van al is dat geen enkele eigen productie een nieuw werk is. Ze zijn bewerkingen van romans of toneelstukken. Waar is de tijd dat de stadstheaters schrijfopdrachten aan auteurs gaven. Met het bewerken van bestaande literaire werken wordt de toneelschrijfkunst de das omgedaan. Een genre dreigt te verdwijnen. Nu is het NTGent niet het enige gezelschap in dat bedje ziek. Maar het Gents gezelschap is ‘mijn’ gezelschap omdat ik in Gent woon. Ook het Toneelhuis waagt zich niet aan maagdelijke stukken. Te duur wordt gezegd, wat natuurlijk een drogreden is. De waarheid is dat de macht van de eigen dramaturgen zo sterk is dat zij met de eer en de baten van een bewerking willen gaan lopen.
De overheid zou de stadstheaters moeten verplichten tot het laten schrijven en opzetten van nieuwe stukken. Het theater heeft een historische plicht. Met het bewerken van bestaand materiaal verzaakt het aan die plicht. Tot halverwege de vorige eeuw werden er nog actuele stukken geschreven. De laatste in de rij was Hugo Claus. Onder de torens van 1993 mag dan niet zijn beste werk zijn – het behoort tot zijn slechtste – het was ten minste een stuk dat de corruptie en vriendjespolitiek binnen de Gentse cultureel-politieke wereld behandelt. Bovendien waren de kerk, de loge en de Gentse schouwburg de drie steunpilaren waarop het stuk gebouwd is. Wat let het NTGent om aan Arne Sierens of Erwin Mortier te vragen om een stuk te schrijven waarin – om een voorbeeld te noemen – de rectorverkiezing van de UGent gevild wordt? Ook in die zaak spelen de loge en de kerk een smerige rol die wel eens ten voeten uit verteld mag worden. Want het theater is er niet alleen voor spel en vermaak, maar in de eerste plaats om de geschiedenis te vereeuwigen. Dat hebben onder meer de Griekse tragedieschrijvers gedaan, Molière, Shakespeare, Pinter, Arthur Miller, Bertolt Brecht, Tsjechov en Henrik Ibsen. Zij schrokken ten minste niet terug om de goden, halfgoden, de politici en de kapitalisten, ja zelfs de filosofen te bekritiseren.

BESLUIT 
Weigeren om nieuwe stukken te laten schrijven en op te zetten is een wandaad, het plegen van een literaire moord. Hopelijk is het seizoen 2017-2018 een overgangsjaar. Zal na de inloopperiode de nieuwe artistiek leider, Milos Rau, uitpakken met een programma dat ver staat van de wansmaak en de waardeloosheid. En dat deze opinie onder zijn neus geschoven wordt. Want met mij zijn er velen die dezelfde mening zijn toegedaan. Zelfs in eigen huis. 

De puberale presentatie van het nieuwe jaarprogramma was de aanleiding om eens flink mijn hart te luchten. Mijn kritiek zal smalend opzij geschoven worden. De geschiedenis leert echter dat ik maar al te vaak gelijk heb. Met vertraging maar zo is het en niet anders. Een goed voorbeeld is mijn oordeel over de onkunde van Guy Cassiers als artistiek leider en als regisseur van het Toneelhuis. Sinds hij bij het Antwerps stadsgezelschap de lakens uitdeelt zijn de beste producties niet deze die hij heeft opgezet, maar de coproducties. Zonder Olympique Dramatique, Marthatentatief en FC Bergman zou de Bourla onder Cassiers bewind een schouwburg zijn waar met moeite de parterre gevuld geraakt. 

Het was geen leedvermaak maar wel zorgde het voor een simpel goed gevoel dat door Peter Casteels in Knack van 31 mei, blz. 84 en 85, mijn mening in al zijn geledingen bevestigd werd. 


guido lauwaert
gent, 2017-06-03  


2 opmerkingen:

  1. Ik kon ook mijn ogen niet geloven bij het doorbladeren van de 'seizoensbrochure', en dan zeker wat betreft eigen producties... Kosmopolis, de laatste productie van Johan Simons voor het gezelschap, een spektakelvoorstelling in co-productie met de Ruhrtriennale zoals ACCATTONE en De Vreemden, zal helemaal niet te zien zijn in Gent! Ongehoord! Slechts 2 voorstellingen in België, waarvan de eerste de zaal vol zal zitten met genodigden... Urban Prayers / Mirrors is een performance, geen voorstelling. Hetzelfde kan gezegd worden over Koor, dat niet meer is dan een dichter die voorleest uit eigen werk, met wat beelden en muziek op de achtergrond. Maar wel elfendertig voorstellingen! De enige inbreng van NTGent bij Poquelin II is Els Dottermans... opnieuw een beperkte speelreeks in Gent. Zelfde verhaal bij JR, dat waarschijnlijk wel een hoogtepunt van het seizoen zal worden maar dat is dan ondanks NTGent.

    De 2 enige échte nieuwe producties zijn dus F/M/X waaraan ik me niet ga laten vangen, en Menuet, waar ik ga wachten op de recensies om eventueel een kaartje te kopen, al lijkt de LOD-productie die komend seizoen ook nog speelt inderdaad interessanter.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Beste Tailor,
      Toch even een korte reactie op uw opmerkingen over het seizoen 17-18. U klaagt over het aantal al dan nieuwe producties. Het klopt dat NTGent in het overgangsjaar tussen Johan Simons en Milo Rau voorzichtig heeft geprogrammeerd. Daar zijn allerhande redenen voor: (sluiting schouwburg, wissel directie, op het moment van plannen onzekerheid over het artistieke personeel, financiële voorzichtigheid, ..).
      Maar dan wel een overgangsjaar waar we volledig achter staan.
      Waar U stelt dat producties als Poquelin of JR niet helemaal van “ons” zijn, dan wil ik zegen dat ze toch deels van “ons” zijn. Poquelin zou helemaal anders worden als Els Dottermans er niet in stond, het succes van JR zal deels ook afhangen van de acteurs uit ons ensemble die eraan mee zullen werken enz…
      Urban Mirrors een performance ? Misschien, maar performances maken integraal deel uit van zowel de geschiedenis als de actualiteit van de podiumkunsten en zijn geen minderwaardig genre. Ze worden zelfs meer en meer geprogrammeerd op festivals en dergelijke.
      Menuet en F/M/X vertrouwt u niet .. jammer, maar ik hoop dat u uw mening zal herzien na de première.
      Wat Kosmopolis betreft: we leggen een bus in naar Antwerpen & ik hoop dat op een later tijdstip de voorstelling inderdaad nog naar Gent komt., want dat de huidige toestand jammer is (alhoewel ook kan uitgelegd worden) lijdt geen twijfel.
      Vriendelijke groet,
      Pablo Fernandez Alonso - Hoofd Communicatie NTGent

      Verwijderen