zaterdag 11 maart 2017

SEID UMSCHLUNGEN – LAAT U OMARMEN





Voor de derde maal op rij wil Johan Simons dat u zich laat omarmen. Het is ook de laatste maal. Tenminste als intendant van de Ruhrtriiiennale [geen verschrijving]. Woensdag 8 maart werd het programma voorgesteld. Het ziet er zeer fraai uit, bijzonder fraai zelfs door de grote inbreng van Vlamingen. 



Naar jaarlijkse gewoonte heeft de Triiiennale een ondertitel. Simons koos voor zijn derde editie de openingswoorden van Friedrich von Schillers gedicht Ode aan de vreugde: FREUDE, SCHÖNER, GÖTTERFUNKEN. Opzettelijk staan de drie woorden van de eerste versregel gescheiden, want Simons vroeg zich in zijn welkomstwoord af ‘of deze ideeën ons nog hoop kunnen geven in de huidige tijd?’
Vreugde, schoonheid en godenvonken [ideeën] vormen de basis van de kunst, de enige weg naar de vrede voor de mens, op weg naar de toekomst. 

Genoeg gemoraliseer, op naar de wereldpremières van het programma, gespreid over anderhalve maand, van half augustus tot eind september 2017. 

Luk Perceval presenteert HUNGER, het derde deel van zijn ‘Trilogie meiner Familie’, naar de boeken van Emile Zola. Liefde, Geld en Honger zijn de sleutelwoorden van de opkomst en de neergang van een familie zoals Zola ze beschreef in zijn monumentale romancyclus Rougon-Macquart. De voorstelling wordt apart gebracht én… samen met de twee andere, goed voor een marathon.
Ook Ivo van Hove brengt, met Toneelgroep Amsterdam, het slotstuk van zijn trilogie, gespit uit de boeken van Louis Couperus. Na De stille kracht en De dingen die voorbijgaan is er de enscenering van Kleine zielen. Wat opvalt is dat Van Hove net als Perceval gekozen heeft voor een evolutieproces. Speelt het eerste stuk zich af in Indonesië, het tweede deel in Den Haag, is de plaats van handeling van het derde deel een voorstad, waar de familie uit armoede naartoe is moeten verhuizen. Gesteld mag worden dat de drie producties te vatten zijn in drie woorden: Geboorte, Leven en Dood. 

Wat ongetwijfeld een historische dansvoorstelling zal worden is de productie van Anne Theresa De Keersmaeker. Vijf dansers van Rosas verbeelden de zes cellosuites van Bach. De muziek wordt live uitgevoerd door Jean-Guihen Queras. Ze werden eerder uitgebracht door het prestigieuze platenlabel Harmonia Mundi en die opname werd onder de prijzen bedolven.
Uiteraard mocht Philippe Herreweghe niet ontbreken. Collegium Vocale Gent brengt onder zijn leiding Monteverdi’s Maria Vespers, een verzameling avond- en misgebeden voor stemmen en instrumenten door de componist geschreven voor de renaissancepaus Paulus V [Camillo Borghese].
En wie we daar hebben! Onze vriend Maurice Maeterlinck. De op zijn toneelstuk Pelléas et Mélisande gebaseerde opera, gecomponeerd door Claude Debussy, wordt gedirigeerd door Sylvain Cambreling. Voor de regie tekent Krzysztof Warlikowski, artistiek directeur van Nowy Theatr uit Warchau. Zijn regies zijn gewaagd, niet altijd geslaagd, maar zelfs in een mindere bui weet Warlikowski de Hoek van Verrassing te vinden, zodat je altijd stof tot conflictueus napraten hebt. 

Meg Stuart/Damaged Goods, Blindman, Philippe Manoury/Elfriede Jelinek en Richard Siegal zullen blinken met nieuwe producties. Vage omschrijvingen van de producties staan in de persmap en werden toegelicht, maar het fijne zal maar bij de première te zien zijn, want ze zijn nog volop in wording. Dat geldt zeker voor Elfriede Jelinek die voor elke nieuwe voorstelling waarvoor zij het script schreef, tot de generale via videoverbinding, stapels vol getikte pagina’s blijft leveren waaruit vervolgens de regisseur met zweet en speed de essentie moet vissen. 

Johan Simons zelf pakt uit met Cosmopolis, een totaalspektakel gebaseerd op de gelijknamige roman van de Amerikaanse auteur Don DeLillo. Centraal in de roman, het spektakel, is de vraag, of we kunnen ontsnappen aan de totale ondergang. De Apocalyps waarin economie, financiën, politiek en kunst een morele rol spelen. Simons kennende mag een overdonderende locatievoorstelling verwacht worden. Een productie opgezet door de Ruhrtriennale zelf, i.s.m. het NTGent. De voorstelling zal later op het jaar te zien zijn in Gent, locatie bij het ter perse gaan nog niet bekend. 



De voorstellingen zijn gespreid over de voornaamste steden van het Ruhrgebied – Bochum, Dinslaken, Dortmund, Duisburg, Essen, Gladbeck en Mülheim an der Ruhr. Het waren de centrumsteden van de Duitse economie, gebouwd op kolen en staal. Door de sluiting van de mijnen en het verval van de staalindustrie is het niet het leukste gebied van Duitsland. Essen is zowat de lelijkste stad van de wereld. Het heeft uiteraard te maken met de zware bombardementen van WO II, maar de heropbouw van andere steden, Berlijn voorop, is wel geslaagd. Waarom dat niet met Essen het geval is, is een vraag waarop niemand een antwoord heeft. 

Het merkwaardige is echter dat heel wat geld gepompt werd in de ombouw van leegstaande fabriekspanden en hun terreinen, met respect voor het verleden. Daardoor zijn ze omgevormd tot industriële kathedralen. Door kunst en cultuur voorop te stellen zijn pretparken tot nut en vermaak ontstaan met stijl en klasse. Het zijn oorden waar alle lagen en generaties van de bevolking troost en hoop vinden in bange tijden.
Vlaanderen en Gent in het bijzonder, verlegen als het zit om zalen, met voorop een steengoede concertzaal, zou aan wat in de Ruhr gerealiseerd werd een lesje kunnen leren. 

Wie nog zoekt naar steengoede culturele uitstappen in augustus en september is dit festival een absolute aanrader. De hotels vallen mee en de toegangskaarten zijn niet duur. Echt een sociaal gebeuren.
Tot slot: Vlaanderen is prominent aanwezig, zoals overduidelijk blijkt uit het programma – details op de website, want het programma is meer dan ‘grote’ namen. 
Eén naam mag echter niet onvermeld blijven, Gerard Mortier. Hij is de inspirator en stichter van de Ruhrtriennale. Weer eens blijkt dat Mortier een man was van het totale kunstpakket. Hij friste niet enkel de kunst voor de elite op [de opera], maar ook voor de kleine cultuurconsument. Met een festival als de Ruhrtriennale wilde hij met wat men de ‘burgermens’ noemt, via de weg van de speelsheid opvoeden. 
Heeft hij al een straatnaam in onze hoofdstad, en een avenue in zijn geboortestad Gent? 

guido lauwaert
gent, 2017-03-11 

RUHRTRIIIENNALE – www.ruhrtriennale.de 

De bedrijfswagen van de intendant, Johan Simons
foto Filip Schils 

ODE AN DIE FREUDE 

Originele tekst uit 1785: 

Freude, schöner Götterfunken,
Tochter aus Elysium!
Wir betreten feuertrunken,
Himmlische, Dein Heiligtum.
Deine Zauber binden wieder,
Was der Mode Schwert getheilt,
Bettler werden Fürstenbrüder,
Wo Dein sanfter Flügel weilt.

Rettung von Tyrannenketten
Grossmut auch dem Bösewicht,
Hoffnung auf den Sterbebetten,
Gnade auf dem Hochgericht!
Auch die Toten sollen leben,
Brüder trinkt und stimmet ein,
Allen Sündern soll vergeben,
Und die Hölle nicht mehr sein.


Nederlandse vertaling: 

Vreugde, grote godenvonken,
Dochter uit Elysion!
Wij betreden vurig dronken,
Hemels uw heiligdom.
Toverdraden zullen binden,
Wat de conventie had gekliefd,
Geuzen worden prinsenvrienden,
Waar je brede vleugel wiegt.

Tirannieën te verderven
Neerslaand hoogmoed der booswicht,
Hoop tot op het bed van sterven,
Op genade van het hoogste Hof!
Ook de doden zullen leven,
Broeders drinkt en wees akkoord,
Alle zondaars te vergeven,
En de hel gaat overboord.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten