Willem Elsschot
LIJMEN
een
theatermonoloog van
Guido Lauwaert
LIJMEN
uit 1923
is
de eerste roman
uit de
Nederlandse literatuur
met een
economisch gegeven
als achtergrond
en drijfveer.
WILLEM ELSSCHOT
Pseudoniem
van Alfons Jozef de Ridder,
Belgisch
prozaschrijver en dichter
(Antwerpen
7.5.1882 - aldaar 31.5.1960)
Groeide op in Antwerpen
waar
hij na enkele jaren atheneum,
werd
opgeleid aan het Hoger Handelsgesticht.
Daarna
werkzaam op kantoren in Parijs (1907),
Rotterdam
(1908-1910) en Brussel.
Na
WO I stond hij aan het hoofd van een eigen reclamebureau.
Elsschots
literatuur munt uit door een eigen,
onmiddellijk
herkenbaar cachet,
waarin
achter de laconieke en wrange humor
een
sterke bewogenheid schuilgaat.
Het
is alsof de hardheid van het menselijke lot
en
van de wereld,
zoals
hij die uit de praktijk had leren kennen,
hierin
wordt afgereageerd.
Zijn
romans, die zich gewoonlijk in de zakenwereld
of
in het huiselijke milieu afspelen,
zijn
meestal door eigen belevingen geïnspireerd.
Maar
deze zijn gesublimeerd tot een unieke vormgeving
in
een geconcentreerde stijl.
Uit
het werk spreekt zijn medegevoel met de kleine man,
zijn
gebondenheid aan het eigen gezin
en
een grote verering voor de moeder en de toegewijde vrouw.
Dit
gevoel ligt verscholen achter een laconieke
constatering
van de werkelijkheid.
Elsschot werd onderscheiden
met
de Letterkundige prijs van de provincie Antwerpen (1934),
de
Interprovinciale prijs (1938),
de
Driejaarlijkse staatsprijs voor het proza (1948) en
de
prestigieuze Nederlandse Constantijn-Huygensprijs (1951).
Beroemde
bewonderaars zijn o.m. Simon Carmiggelt,
Johan
Anthierens, Vic van de Reijt , Louis
Paul Boon
en Hugo Claus.
Werken
van Elsschot werden vertaald
in
het Engels, Italiaans, Duits, Frans, Tsjechisch en Deens.
Elsschot ligt begraven op het Erepark
van
de begraafplaats Schoonselhof
(Wilrijk/Antwerpen).
KORTE INHOUD
Laarmans,
een marginaal type, ontmoet na de zoveelste teleurstellende betoging de
zakenman Karel Boorman. Laarmans treedt in dienst van Boorman als diens
secretaris. Vrij vlug blijkt dat het ALGEMEEN WERELDTIJDSCHRIFT, waarvan
Boorman beweert directeur & hoofdredacteur te zijn, de dekmantel is om
bedrijven op te lichten. De ijdelheid van de mens dient als anker om bestelbons
te laten tekenen voor een meerdruk van Boormans tijdschrift waarin het bedrijf
van de geviseerde dik in de verf wordt gezet. De extra oplage is helaas de
gehele oplage, op een tiental exemplaren na, die in Boormans archief
verdwijnen, om in geval van juridische moeilijkheden als bewijsstuk te dienen,
en aan te tonen dat het zoveelste nummer van de zoveelste jaargang ook
werkelijk is uitgegeven.
Nadat
Laarmans voldoende is opgeleid, kan hij de zaak alleen aan. Maar... er
ontbreekt wat. Een nieuwe secretaris, misschien?
LIJMEN
(de feiten)
De
roman is gebaseerd op waar gebeurde feiten. Elsschot was kort vóór de eerste
wereldoorlog secretaris van de oplichter Jules Valenpint, een voormalig lutteur
en circusartiest. Het uitbreken van Wereldoorlog I maakte een eind aan hun
praktijken. Jaren van naarstig speuren brachten niets op.
Ruim tien jaar geleden werden exemplaren van
La Revue Continentale Illustrée
gevonden in de bibliotheek van de Gentse
universiteit.
De waarheid bleek nog sterker dan de fantasie.
De waarheid bleek nog sterker dan de fantasie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten