De culturele katern
van NRC is op woensdag overwegend gestoffeerd met filmrecensies. In die van 1
maart staat een kritiek op de film De
premier van Erik Van Looy. De film wordt besproken, maar er valt als
Vlaming heel wat meer uit op te maken. Voor de duidelijkheid de recensie van
NRC, van de hand van André Waardenburg, met als kop: Een gelikte en overvolle
Hollywoodimitatie.
‘Het uitganspunt van de Vlaamse film De premier is aardig. Tijdens een Europese top wordt de Belgische
premier [Koen De Bouw] door een groep terroristen gedwongen de Amerikaanse
president te vermoorden. Doet hij dit niet, dan worden zijn gegijzelde vrouw en
kinderen doodgeschoten. Hun stoutmoedige plan is uitstekend voorbereid. Het
doen en laten van de premier wordt gevolgd door alom aanwezige videocamera’s en
middels een microfoontje in het horloge dat de criminelen hem
omdoen. De vraag of dit geloofwaardig is, onderdruk je een tijdlang. Blijkbaar
hebben ze alle camera’s gehackt.
Jammer aan De premier is dat regisseur Van Looy, die goede thrillers als Loft [de Vlaamse en Amerikaanse versie] en De zaak Alzheimer op zijn naam heeft, er allerlei onnodige subplots bij verzon. Het maakt zijn film zo overvol, dat je voor nadenken geen tijd hebt. Alsof hij aanvoelt dat de hele boel instort als je tijd krijgt even te reflecteren op de logica van zijn scenario.
De premier is ook een beetje te gelikt gefilmd en imiteert iets te opzichtig Hollywoodthrillers. Heel verstandig is dat niet, gezien het beperkte budget en de gaten in het script. Van Looy is daarnaast heel erg van de oude stempel, met tromgeroffel op de soundtrack om scènes spannender te maken. Vergeefse moeite.’
Jammer aan De premier is dat regisseur Van Looy, die goede thrillers als Loft [de Vlaamse en Amerikaanse versie] en De zaak Alzheimer op zijn naam heeft, er allerlei onnodige subplots bij verzon. Het maakt zijn film zo overvol, dat je voor nadenken geen tijd hebt. Alsof hij aanvoelt dat de hele boel instort als je tijd krijgt even te reflecteren op de logica van zijn scenario.
De premier is ook een beetje te gelikt gefilmd en imiteert iets te opzichtig Hollywoodthrillers. Heel verstandig is dat niet, gezien het beperkte budget en de gaten in het script. Van Looy is daarnaast heel erg van de oude stempel, met tromgeroffel op de soundtrack om scènes spannender te maken. Vergeefse moeite.’
Koen De Bauw, de premier in de gelijknamige film van Erik Van Looy |
De film werd door de Vlaamse pers beter onthaald dan de
Nederlandse. Humo gaf 3,5 sterren op vijf, De Morgen 3, De Standaard geeft geen
sterren maar de titel van de recensie spreekt boekdelen: De premier: ‘Goed gemaakt, goed
geacteerd, maar ongeloofwaardig.’ NRC kwam niet verder dan 2. Het verschil in quotering en oordeel heeft niets te maken met de wijze waarop
de Nederlandse critici kijken naar Vlaamse films, maar is eerder ingegeven door
nuchterheid, een geaardheid die de Vlaamse pers niet heeft, zeker niet wat BV´s
betreft. Over hen, meer nog dan over de doden, niets dan goeds.
De houding van de Vlaamse journalisten en de BV´s is
onderdeel van een verregaande samenwerking, gegroeid uit een ons-kent-ons
mentaliteit. Kritiek moet het daardoor afleggen tegen vleierij, of op z’n minst
het omzeilen van een scherpe mening. Het oordeel van de kijker is erdoor
beïnvloed, in die mate dat geen kwaad woord over de BV’s meer aanvaard wordt.
Wat dan weer een greep heeft op de pers die bang is van lezersverlies.
Die evolutie heeft gemaakt dat BV’s een goddelijke status
verkregen. Die is daarenboven in de hand gewerkt door televisieproducers. Zij
halen de gasten van hun praat- en quizprogramma’s te pas en te onpas uit de BV-stal,
en als dat zelfs voor henzelf te gortig wordt, de vriendjes van de vriendjes.
Niet enkel ondergetekende is tot die vaststelling gekomen, maar heel wat toeschouwers, eender welke kunstdiscipline genegen. Vorige week sprak ik ruim drie uur met een paar leerlingen van de dramaopleiding van het KASK, Hogeschool Gent. Zij verklaarden koudweg dat recensies hen niet interesseerden… omdat de critici enerzijds ‘verkocht’ en anderzijds de recensies oppervlakkig zijn.
Ze vertikken het bovendien om speurwerk te doen naar ontluikend talent, tenzij het
de dochter/zoon van een BV betreft, dan wordt die gevolgd, zelfs als die
slechts een klein aandeel heeft in een openbare repetitie of masterproof. Is
het een pronte griet of stoere bink wordt die meteen de hoogte in getild,
krijgt een volvet slijmerig portret in weekendbijlagen en moet voor een
fotograaf poseren als macho of vamp.
De hemelvaart van de BV’s is een ziekte geworden van de
Vlaamse pers. In die mate dat de werkelijk hoogwaardige BV’s het gênant beginnen
te vinden, interviews weigeren en fotografen vermijden. Tenzij ze verplicht
worden acte de présence te geven. Isabelle Huppert vertelde me na de Belgische
première van Mon pire Cauchemar in
2011 dat Benoît Poulvoorde de premières van Zuid-Europa toegespeeld kreeg en
zij Noord-Europa. Dik tegen haar zin, maar elke hoofdrol heeft zijn ‘bijkomende
verplichtingen’.
Critici hebben hun waarde en aandeel in het productieproces
van een film, theaterstuk, expositie verloren. Waar ze vroeger een belangrijke
rol speelden is dit deze eeuw niet meer het geval. Ze doen alsof ze – bij wijze
van spreken – tot de staf behoren. Niks echt, enkel schijn.
Dat recensenten door producers, regisseurs et cetera te vriend gehouden wordt heeft ook te maken met de wens promoartikels te krijgen in de aanloop naar premières. De recensies zelf interesseert geen dramaturg, acteur of regisseur.
Dat recensenten door producers, regisseurs et cetera te vriend gehouden wordt heeft ook te maken met de wens promoartikels te krijgen in de aanloop naar premières. De recensies zelf interesseert geen dramaturg, acteur of regisseur.
De recensent, criticus moet enkel de voorstelling zien, en geen vriendjes kennen. De recensie van De premier toont dit kort maar krachtig aan. Hij is zuiver gericht op ‘het product’, de film. Geen moment ruik je belangenvermenging, vriendendienst of 'verzachtende omstandigheid'. Niet toevallig is het bijschrift bij de titel van NRC Lux et Libertas. Zoals die van Het Parool Vrij, onverveerd is.
Helaas in Vlaanderen is dat niet meer het geval, een nuchtere, afstandelijke mening. Ook niet bij de kwaliteitskranten. De Morgen en De Standaard? Excuseer… Ze hebben zichzelf tot die status
gepromoveerd. Het wekt naast compassie enkel de lachlust op. En dat is het.
guido lauwaert
gent, 2017-03-02
gent, 2017-03-02
Geen opmerkingen:
Een reactie posten