Wim Opbrouck [l] & Wilfried de Jong - foto Stephan Vanfleteren |
Nachtgeluid uit de
brousse. De jazz van de vogels. Klinkt honderd minuten lang. Met een
dreigende paukenslag in de verte, de verte, zo nabij. Terwijl de toeschouwers
plaatsnemen is de oerjazz er al. Bij het ontwaken van de dag maakt de
paukenslag plaats voor twee mensen, acteurs die geen acteurs willen zijn, maar
spelers. Met hun ontwakende stemmen, gebaren, houdingen vinden ze wat ze willen
zijn in hun oerwoud, hun speeltuin, Free Kings.
Niet toevallig is de titel van de verklarende tekst in het
programmaboekje ´Een dag in de repetitieruimte van We Free Kings´. Elke voorstelling
is een repetitie, het herhalen van het gedane goed, het verschil zit hem in de
nuance. Zoekend het eigen zoeken.
Wanneer de ochtend ontwaakt sleept de ene speler [Wilfried de
Jong] de andere op, de langslaper [Wim Opbrouck]. Hij port hem wakker, om samen
te spelen. Een evolutieproces. De mens is een dier, net zoals een dier de mens
is. Het ene dierenverhaal volgt op het andere. Van de slak over de geit tot het
hert, de bok met een gewei als wapen en kroon. Het hijgen van het hert ontaardt
in grappen en grollen, tot en met een scabreuze variatie – naar het einde toe,
als de avond naderbij sluipt – op een versregel uit een gedicht van Alice
Nahon, ‘’t Is goed in eigen hert te kijken / Nog even… ‘
Tussen de ochtend en
de avond, een
palet aan scènes waar gaandeweg een dunne, strak gespannen draad is in te
vinden. De ontwikkeling van het schepsel dat dier was en mens werd. Met op de
bodem de dansvloer van het leven. Het primitieve gehuppel ontwikkelt zich via
wild getrappel tot een ballet, met net ervoor een referentie naar een poging
tot revolutie. Amsterdam, 10 maart 1966. Op weg van het stadhuis op de Dam –
waar het burgerlijk huwelijk plaatsvond, en de Westerkerk van Amsterdam – voor
het kerkelijk huwelijk, spat een rookbom uiteen op de koets van prinses Beatrix
en Claus von Amsberg. Onder de free-jazz van het rumoer is Ramses Shaffy te
horen met We zullen doorgaan.
De overgang. Van de rellen naar de balletzaal, waar de
twee spelers [noem ze geen acteurs] dansen met een dranghek. Het doet denken aan
de film An American in Paris,
waarvoor Gene Kelly een balletscène had gemaakt voor zijn tegenspeelster Leslie
Caron. Een dans met een stoel die iets te erotisch was voor de Amerikaanse
censuur, maar mits een paar aanpassingen toch het doek heeft gehaald. Wim
Opbrouck en Wilfried de Jong hebben het erotisch element behouden, geen moment
echter ontaardt het in een vulgair spel, integendeel, de dans vormt het
hoogtepunt en is tevens het slot van het repetitieproces als voorstelling. Wat
blijft nazinderen is hoe elegant Wim Opbrouck danst. Puur genot voor het oog.
We Free Kings is van begin tot eind een jazzballet.
Verrassend, kleurrijk en vertederend. Diepe indruk maakt het mooiste
hedendaagse gedicht, Lamento, van
Remco Campert [zie onderaan], net als het gebruik van het achterdoek als een
gordijn levendig in de goede vrolijke zwoele laatmiddagwind. Ook de liederen,
met eigen instrumentale begeleiding – Wilfried de Jong met contrabas en Wim
Opbrouck met zijn onafscheidelijke trekharmonica – zijn puur delicataménte.
Foto Stephan Vanfleteren |
Een stijlvolle,
verfijnde voorstelling, We Free Kings, zoveel is zeker.
Een ruiker gemaakt door twee spelers voor wie het theater een circus in een
oerwoud is, én een droomkasteel als pretpark. Ze leggen hun hoofd met plezier op het kapblok. Deze productie verdient een lang
leven en een plek op het Edinburgh Art Festival, de troonzaal van het Fringe
Theatre.
guido lauwaert
gent, 2017-03-03
gent, 2017-03-03
WE FREE KINGS ****
Concept & spel
Wilfried de Jong & Wim Opbrouck
Productie NTGent
Speeldata en info: www.ntgent.be
Vanaf maandag 6 maart Handelbeurs Gent
Productie NTGent
Speeldata en info: www.ntgent.be
Vanaf maandag 6 maart Handelbeurs Gent
Lamento
Remco Campert
Hier nu langs het lange diepe water
dat ik dacht ik dacht dat je altijd maar
dat je altijd maar
hier nu langs het lange diepe water
waar achter oeverriet achter oeverriet de zon
dat ik dacht dat je altijd maar altijd
dat altijd maar je ogen je ogen en de lucht
altijd maar je ogen en de lucht
altijd maar rimpelend in het water rimpelend
dat altijd in levende stilte
dat ik altijd zou leven in levende stilte
dat je altijd maar dat wuivende oeverriet altijd
maar
Langs het lange diepe water dat altijd maar je
huid
dat altijd maar in de middag je huid
altijd maar in de zomer in de middag je huid
dat altijd maar je ogen zouden breken
dat altijd van geluk je ogen zouden breken
altijd maar in de roerloze middag
langs het lange diepe water dat ik dacht
dat ik dacht dat je altijd maar
dat ik dacht dat geluk altijd maar
dat altijd maar het licht roerloos in de middag
dat altijd maar het middaglicht je okeren
schouder
je okeren schouder altijd in het middaglicht
dat altijd maar je kreet hangend
altijd maar je vogelkreet hangend
in de middag in de zomer in de lucht
dat altijd maar de levende lucht dat altijd maar
altijd maar het rimpelende water de middag je huid
ik dacht dat alles altijd maar ik dacht dat nooit
hier nu langs het lange diepe water dat nooit
ik dacht dat altijd dat nooit dat je nooit
dat nooit vorst dat geen ijs ooit het water
hier nu langs het lange diepe water dacht ik nooit
dat sneeuw ooit de cipres dacht ik nooit
dat sneeuw nooit de cipres dat je nooit meer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten