dinsdag 12 juli 2016

JAZZ IN DE BIJLOKE


Een dagje GENT JAZZ. Doet deugd. Goeie sfeer, lekker praatje met gelijkgestemden. De mens verslaafd aan kunst; sport ziet als de pauzeknop in zijn drukke agenda. In een oogstrelende omgeving: de Bijloke



Lang – jaren, eeuwen – was de Bijloke een hospitaal, weeshuis, kraamkliniek en gekkenhuis van de Cisterciënzerzusters. Bij de start in 1228 veertig bedden, maar geboorte en dood brengen geld op, net als jeuk en kreuk. Gaandeweg een dorp in een stad. Met tuinen en weiden als wiegende zeeën om in te verdwalen.
Na de start van het Universitair Ziekenhuis [UZ] raakt de Bijloke in verval. Unsafe at any speed. Het UZ wijkt uit. Nieuwbouw. In de 2de helft van de 20ste eeuw wordt de Bijloke bezet door duiven en dolers. De flikken van het vogelrijk worden verjaagd, de dolers ontpoppen zich tot langharig werkschuw tuig. Weet en wiet, kreet en beat broederlijk verenigd. Het nest waarin de zaadcellen van de kunst ontkiemen. Vanaf 1996 zalig verklaard en gerecupereerd door de overheid. Gerestaureerd en herdoopt tot het Romeinse Rijk van de Gentse kunstscène.
Een plateau van scholen voor Beeldende Kunsten, Film en Theater, het museum STAM en concertzalen voor bevolkingsgroep Niveau 1 + 1A. En waar in 2002 Ridder Bertrand Flamang neerstrijkt. Vijftien jaar later, in 2016, zit hij er nog steeds. En als het weer een beetje meezit er duizenden mensen zijn die hetzelfde denken als hij: Hier Voel Ik Me Goed.

foto Patrick Henry 
\

Zondag 10 juli. Dag Vier stond in het teken van Gentse groepen op de twee podia. Main voor de gedecoreerden, Garden voor ‘Aanstormend Talent’. Vooreerst de blik op Main. Om 12.30u gaf Nordmann de aftrap. De vier bandleden leerden elkaar kennen aan het Gentse conservatorium. Hun improvisatievermogen is puur en hopelijk duurt dat nog lang, want slechts door elkaar uit te dagen vatten hun beenderen vuur. Ze moeten wel opletten dat hun bekende nevenstandjes humor en zelfrelativering, geen epauletten van hun uniform worden. Echte improvisatie is de verbeelding te verrassen en dus zichzelf te verbazen, op een fractie van een seconde. 

Na deze frisse jongens was het de beurt aan Roland and Friends. Dat ‘Friends’ is een vorm van respect van Roland voor mensen bij wie het componeren, samenspelen, improviseren de zuurstof in het bloed is. Om dat te duiden hebben ze Moondog opgevist, de artiestennaam van Louis T. Hardin [†], een Amerikaans componist, musicus en dichter. Hoewel bewust straatmuzikant in New York, was zijn talent gebouwd op de Indiaanse cultuur. Ondanks zijn blindheid wegens het spelen met een dynamietstaaf op zijn twaalfde, maakte hij zelf instrumenten, waarvan sommige tot het vaste instrumentenpalet zijn gaan behoren, zoals de 'Oo', een soort kleine harp, en de 'Trimba', een percussie-instrument. De man was zo zuiver in de eigen leer dat hij een goeroe werd. Wat Philip Glass vertaalde door Moondog bij een optreden in 1989 te betrekken. Het concert van Roland and Friends was een ode aan de man en voor uw blogger de revelatie van de dag. Een parel op de kroon van A streetcar, named Roland. Met een extra pluim op de hoed voor Patrick Riguelle en de drummer van de band, Isolde Lasoen. 

foto Patrick Henry 


Een klein uur na de bisnummers was het de beurt aan Flat Earth Society [FES], met als gast Mauro Pawlowski. Met alle respect voor de band van Peter Vermeersch en kameraad Mauro, maar blijkbaar was het hun dagje niet. Wat een hommage aan Frank Zappa moest worden, bleek niet meer te zijn dan een vlakke verwijzing, op het zielloze af naar de man die door Captain Beafheart Oréjon genoemd werd. Het concert  had ook geen duivels karakter, wat bij Zappa wel het geval was. In 1968 trad hij op met The Mothers of Invention tijdens de Essener Songtage. Uw blogger was meteen verkocht. Bij het optreden van FES en Pawlowski voelde hij zich bedrogen. Vooral Pawlowski was talented buth not brutal.
De dag op Main werd beëindigd met Balthazar. In de festivalkrant staat ‘Met de traag brandende schoonheid die de nummers van “Thin Walls” zo typeert, zal Balthazar een ode brengen aan de oppervlakkigheid van de lust, en hoe ze het zo fantastisch vinden dat die altijd alles naar de vaantjes helpt.’ De wildheid van de genoemde CD kwam helaas niet uit de kast. Het optreden ça va, bij momenten een spettering, maar te weinig in aantal om een plaats op de harde schijf van het geheugen te versieren.  

Wie niet geïnteresseerd is in een geschiedenisles mag nu gaan.
De naam De Bijloke is afkomstig van de Bijlokemeersen, de weilanden die door Johanna van Constantinopel [1200-1244] 
werden geschonken aan de Cisterciënzerzusters voor de oprichting van een hospitaal. Na het overlijden van haar moeder en een jaar later de spoorloze verdwijning van haar vader, graaf van Vlaanderen, liet de Franse koning Filips II haar naar zijn hof overbrengen, om haar aan al te Vlaamse invloed te onttrekken. Op twaalfjarige leeftijd huwde ze met de zoon van de Portugese koning. Na de zoveelste slachtpartij om een lap grond werd haar man gevangen genomen en moest ze gedurende dertien jaar alleen regeren. Hij stierf zes jaar na zijn vrijlating. Johanna had één kind dat op vijfjarige leeftijd overleed, zodat haar zuster Margaretha na haar dood gravin van Vlaanderen werd. Welnu, zij was de oma van Gwijde van Dampière, de vader van de Leeuw van Vlaanderen. Gravin Johanna was een wilskrachtige en vrome vrouw. Onder haar impuls ontstonden vele abdijen, kloosters, leprozerieën en… hospitalen. 




Voilà, in de Bijloke zitten geschiedenis, politiek, wetenschap en kunst samen te jammen.
Op de slotdag van GENT JAZZ, zaterdag 16 juli, zijn wij weer van de partij, bij leven en welzijn. Felicitaties om dit epistel worden in dank afgenomen. Maar stoor mij niet tijdens het optreden van The Germans, Eefje de Visser, Perfume Genius en de slotact dEUS Soft Electric


guido lauwaert
gent, 2016-07-11 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten