Eén van de betekenissen
van het gezegde Deus ex Machina is, een god uit de hijskraan. Voor de rockgroep
dEUS is de god de sleutelzin die in elk lied zit. Hij kan vooraan, achteraan of
midden in het lied zitten. Bij de laatste mogelijkheid kan die voor een hoge vorm
van terloopsheid zorgen. Waardoor hij vaak over het hoofd wordt gezien.
Al meteen bij het openingslied van de groep als afsluiter
van GENT JAZZ FESTIVAL 2016 viel dit op. ‘Just lie
here with me we'll let the train go by’, de laatste versregel van Wake Me Up Before I Sleep, refereert
naar de onmacht die elk van ons heeft als een dierbaar iemand in nood verkeert
en wij tot troost in staat zijn maar dat het daarmee ophoudt. De macht van de
onmacht is een tepui.
Tom Barman |
Er is echter een tweede reden waarom frontman Tom Barman dit lied koos als starter van zijn Gentse concert. Ooit zei Luc Devos aan Tom dat hij het zo’n mooi
lied vond. Friends are friends, dead or alive.
Een derde reden, maar alle andere liederen zaten als roeiers in the same race on the Thames, is dat het optreden de laatste was van The Soft Electric Tour en dan moet je met een Hooglied beginnen.
Een derde reden, maar alle andere liederen zaten als roeiers in the same race on the Thames, is dat het optreden de laatste was van The Soft Electric Tour en dan moet je met een Hooglied beginnen.
Uw blogger is geen kenner van
rock, maar misschien is dat een voordeel om nuchter de winden en stromingen te zien
van de softrock van dEUS. Ze zitten duidelijk verscholen in
een oudere generatie, wat maakt dat Tom Barman zijn talent gebouwd is op ‘jong
klassiek’. De balladevorm van Bob Dylan
– in de lyrische traditie, lag in de schaduw met voorop Blonde on Blonde, met het wondermooie Sad/Eyed Lady of the Lowlands. Maar ook Farewell Angelina, van Bringing It All Back Home.
Bob Dylan |
Naast Bob was er de lijfgeur van Neil
Young. Van Zuma Cortez the Killer, met als vliegenvanger
het laatste couplet, en van Harvest The Needle and the damage done, met als
slotzin: ‘Every Junkie’s like a Settingsun’.
Een derde inspirator, volgens uw blogger die er zelden – eigenlijk eerlijk –
haast nooit naast zit, is Roger Waters van Pink Floyd. De liederen van Tom
Barman zijn net als die van Waters' en zijn...
... sterk autobiografisch, op het intieme af. De meest voor de hand liggende
voorbeelden zijn Don’t Leave Me Now
en Is There Anybody Out There, met op
de achtergrond een fragment van Echoes,
een ‘grapje’ dat Tom Barman ook wel eens durft te gebruiken.
Heel in de verte meende ik ook iets te horen van de train songs van Johnny Cash.
Niet meteen een inspirator, maar
een groep als een oudere broer waar men zich aan optrekt, is The Band. Tom Barman is dan wel de
Akela, niet die van Rudyard Kipling, maar een oudere, de leider van een Seoni-roedel
uit een oud-Indisch verhaal. Hij leidt met harde hand [met zachte trekjes] de
muzikanten, leeft met ze mee, intens, waardoor ze hem volgen, secuur en puur.
Wat je ook voelt en ziet bij de legendarische band, gedurende enkele jaren de
groep waar Bob Dylan mee optrok. Wie meerijdt op dat spoor kan niet anders dan
tot de conclusie komen dat dEUS met
de jaren, en nu al jaren, The Band of
Belgium is.
Alle muzikanten zijn klasbakken.
Zelfs tweede gitarist Mauro Pawlowski,
waar ik soms mijn twijfels over heb [als
solist], dreef vanuit zijn bunkergedrag de andere muzikanten naar een hoger
niveau en Tom Barman voelde dat het goed was. Bassist Alan Gevaert parfumeerde het grondvocht dat in de aard van Barman
zit. De speelse inbreng was weggelegd voor violist en toetsenist Klaas
Janszoons, een extra element van zijn talent. Meestal is de drummer de
oppepper, de sergeant die de soldaten in het gelid en op tempo houdt. Bij Stephane Misseghers is dat niet het
geval. Zijn kwaliteit schuilt hem in de sluimerende zwoelte op de juiste
temperatuur te houden. Wat geschiedde.
Dit prachtig samenspel leidde tot een concert, nader gedefinieerd een synagoge. Een schitterende balans van muziek en zang. Eenmaal goed op dreef kan Tom Barman doen wat hij mordicus wil doen: keel grijpende gevoelens overbrengen met heel zijn lichaam. Wat Ramses Shaffy, Jacques Brel en Edith Piaf ook konden, elk naar eigen snit en naad.
Al is Tom Barman niet altijd stemvast, van zijn schuivers weet hij iets te maken, en juist dat geeft een extra cachet aan zijn kwetsbaarheid.
Er was zelfs een spanningsboog die strak bleef door een uitgekiende volgorde van de softsongs. Het openingsnummer is al vermeld. Het eindnummer was Easy, voorafgegaan door The Magic Hour. Er volgden nog drie bisnummers, ongetwijfeld welgekozen, maar ze zijn de Ritus Conclusionis. Ze houden verband met wat voorafging maar zijn in wezen de zegening en de wegzending van het publiek [gelovigen].
sfeermoment [met de juiste belichting] |
Mijn favoriete lied was 7 Days, 7 Weeks. Daarin openbaart Tom
Barman het sterkst zijn tederheid, want wie denkt dat hij een stoere bink is,
moet dringend op zoek naar tranquillizers. Alle liederen van Barman zijn
intieme, heel persoonlijke verhalen, maar waar elk van ons baat bij vindt, op
een uitzondering na. Maar daar vindt iemand anders weer voordeel bij.
dEUS ‘Soft Electric’ was
een waardige afsluiter van GENT JAZZ FESTIVAL. Wie zegt dat er weinig jazz in
zat sla ik de ring uit met de slotzin: Tom Barman [and his dEUS] is modern soul-jazz.
guido lauwaert
Geen opmerkingen:
Een reactie posten