donderdag 26 oktober 2017

TO TOM OR NOT TO TOM…




Tom Lanoye trekt ten oorlog. Moeten wij mee? Zeer zeker, want de legendarische voorstelling, Ten Oorlog, blijkt niet dood en begraven. 

Als één man het geschreven heeft, kan één man het spelen. Het moet de gedachte zijn geweest van Tom Lanoye toen hij zocht naar een voorstelling om opnieuw te toeren. De voorstelling had zulke sterke invloed op het theatergebeuren in het Germaans taalgebied, dat het haast logisch lijkt dat Lanoye een eigen versie brouwde. Met in het achterhoofd de hoop dat het een voorzet is om een gezelschap aan te sporen het in zijn oervorm op het repertoire te nemen. Na twintig jaar stilte op het front mag wat betreft Lanoye het vlaggezwaai, trompetgeschal en gedonder weer beginnen. 

Triumviraat
Wie denkt dat de theaterversie Ten Oorlog uit 1997/1998 een bewerking is van de koningsdrama’s van William Shakespeare heeft het mis voor. Op de cassette van de boekuitgave staan de namen van de drie protagonisten, zijnde Shakespeare, Lanoye & [Luk] Perceval in dezelfde kleur. Niet toevallig. Wat meer is: in rood staat op de cover ‘NAAR’. De bewerking werd na ampel overleg een grondige. De basis bleef maar het eindresultaat was een totaal nieuw concept met een lucht van Shakespeare. De man geboren en gestorven in Stratford-upon-Avon, maar zo goed als heel zijn werkzaam leven woonachtig in Londen, was ook niet vies van een bewerking waarin hij gewetenloos een historisch gebeuren manipuleerde. 

Taalmuziek
William Shakespeare was niet de beste toneelauteur van de moderne tijd. Dat was zijn collega en vriend Christopher Marlowe. Had hij een cafégevecht overleefd, dan was hij – wie weet – beroemder geworden dan William. Buiten kijf staat dat Shakespeare het beter kon formuleren dan Marlowe. Het leverde een onsterfelijk publiekssucces op. Door zijn taalmuziek heeft hij daarenboven een grote invloed gehad op de evolutie van de Engelse taal. Langs die weg komen we weer bij Tom Lanoye. Hij heeft geen ‘nieuwe taal’ gemaakt, maar de opborrelende jongerentaal de roomse zegen gegeven. Wat voordien werd verafschuwt, werd aanvaard, ja zelfs als voorbeeld gesteld in de lessen Nederlands van de colleges. De jezuïeten hebben altijd een goede neus gehad en zijn er snel bij geweest.
Wat de cyclus Ten Oorlog tevens aantoont is hoe een taal net als de natuur een evolutieproces heeft. Sommige talen sterven of worden zeldzame ‘planten’, als het Latijn, andere staan open voor een verandering in hun erfelijk materiaal en brengen het tot standaardtaal.


De acteur als inzet
Een derde reden van het succes van Ten Oorlog is dat de bewerking een nauwe samenwerking was van Tom Lanoye en Luk Perceval, met de acteur als inzet. Joost Houtman in zijn studieboek Allen treft eenzelfde lot | TEN OORLOG – een verhaal over Macht en Mens [Uitgeverij Van Halewijck – 1999] wees al op het feit dat het trio auteur/regisseur/acteur verantwoordelijk was voor het succes: ‘Zo werden er soms wel vijf tot zes nieuwe versies gemaakt van sommige stukken en werden geregeld zinnen bijgewerkt omdat ze niet goed bekten. Evalueren, bespreken, opnieuw proberen…’
Tijdens de bewerking was de vertaling van Willy Courteaux de ‘bijbel’. Maar Lanoye knipte, plakte, verplaatste scènes naar hartenlust, dit alles met een eigen poëzie eroverheen, zodat de bewerking fris klonk. 


Geen slijtage
Wat blijft er van dit alles overeind in TEN OORLOG – solo? Zowat alles. De bewerking vertoont geen slijtage, wonderlijk, want een vertaling en bewerking gaan normaliter niet langer mee dan vijftien jaar, en de première was op zaterdag 1997 in de Gentse Vooruit. Dat de start van de Vlaamse solotournée in dezelfde zaal plaatsvindt zal een bewuste keuze zijn van Lanoye, daar mag je gif op innemen. Lanoye is, zoals zovelen van ons, een vrijzinnige katholiek: we keren altijd naar de eigen kerk weer; niet om te bidden maar om de magie. 


Sneltreinvaart
Tom Lanoye is geen acteur, dat weet hij zelf wel. Hij blijft overeind en beheerst de kunst van de stemverbuiging. Hij vult het toneel, maakt gebruik van alle toneeltrucs en attributen, met mate. Zoals een rookmachine, een tekstprojectie [met dank aan DOOREMAN], een schaduwspel, een kroon, een Sint-Niklaasmantel… Door het zuinig gebruik versterkt het de voordracht. Aan sneltreinvaart raast hij ruim anderhalf uur voort, zijn favoriete scènes fluisterend, schreeuwend… recht naar het kroonjuweel, Risjaar Modderfokker, den Derde van die naam. Lanoye heeft duidelijk een voorkeur aan woordconflicten, logisch want een solovoorstelling – is het geen mimespel – moet het hebben van het taalspel, nu eens een lief dan weer een kwaad. Soms een mix. In het spel en de voordracht zit nog steeds de vreugde van weleer. Die moest niet opgeroepen worden.
De voorstelling werd aldus een compositie voor honderd instrumenten en één stem, een opera van één mens die alle soorten mensen voorstelt. 


Bij de doodskist
Natuurlijk moest Lanoye snoeien om van ruim tien uur toneel een voorstelling van anderhalf uur te maken. Waardoor de toeschouwer die de oorspronkelijke versie zag geliefde scènes mist. Zoals de scène waarin Risjaar koningsweduwe Anna versiert bij de doodskist van haar man. Eenmaal elkaar gekust, vertrekt zij en blijft hij naast de kist staan en zegt [tegen het publiek]: ‘Werd ooit één bitch met zoveel fun gemolken?’ Wat een taalweelde, een muzikaal akkoord.
Ook de inbreng van het decor, een lange vloer waar de meest vreemde dingen mee gebeurde, was er niet bij. Goed, die opnieuw gebruiken zou te duur zijn geweest, maar een woord over de invloed ervan, waarom niet? 


Wat en hoe dan ook, opnieuw heeft Tom Lanoye getoond dat hij een theaterman naar hart en ziel is. TEN OORLOG Solo is een voorstelling die men tweemaal moet zien, want een meesterwerk herkent men op het eerste gezicht, maar erkent men slechts na een tweede, derde, … consumptie. 

guido lauwaert 

TOM LANOYE – TEN OORLOG Solo ****
Bewerking en spel: Tom Lanoye
Productie: Leander Coorevist 
Gezien: woensdag 25 oktober – Gent – Vooruit
Op reis t/m 16 november 2017
www.behouddebegeerte.be














Geen opmerkingen:

Een reactie posten