Luc Tuymans kijkt |
Kaarsrecht, met een
zwarte mantel, zwarte schoenen en een zwart pak bestijgt Luc Tuymans de trappen
van het Gentse Museum voor Schone Kunsten [MSK]. De kunstenaar die er als naar
gewoonte uitziet – met bijpassend gelaat – als een verkoper van doodskisten, is
klaar voor een woordje uitleg bij zijn nieuwste werk.
De pers heeft zich verzameld rond de koffietafel. Een
paar handjes worden geschud, tot de kunstenaar zegt, ‘Het is tien uur, we gaan
eraan beginnen.’ Zonder op te kijken gaat hij de richting uit van de deur die
toegang verleent tot de expositieruimten. Een labyrint. In sommige zalen wordt
nog volop gewerkt. De inrichting heeft een grondige hersenspoeling ondergaan.
De verzamelde werken van honderd jaar kregen een nieuwe plaats, andere buren.
Een paar zalen zijn behangen met schilderijen, nauwelijks ademruimte. Het lijkt
wel de Hermittage, de echte, van Sint-Petersburg, maar dan zonder diens
grandeur. De ronde zaal wordt overgestoken, linksaf, tot de buitengang van de
rotonde wordt bereikt. Helemaal aan het einde is het Marsveld en als een
rechter die een vonnis voorleest steekt Luc Tuymans van wal, de handen in de
zakken van zijn loden. Een ruwe reconstructie; hopelijk levert het geen dodende
blik op van de Antwerpse meester.
Luc Tuymans schildert |
‘Voilà, dat is het. Het is een fresco, geen
muurschildering, ge kent het verschil wel, veronderstel ik. Het is dus de
bedoeling dat het voor eeuwig en altijd hier blijft, tenzij men het uit de muur
kapt, wat niet de bedoeling is. Een drieluik, zoals ge ziet. Het is gebaseerd
op stills van een oud werk van mij uit 1978, waarrond ik in 2015 een reeks van
zes doeken maakte. Het belangrijkste paneel is achteraan, de muur die de
rondgang als het ware beëindigt. De twee gebolde zijmuren zijn er nadien
bijgekomen. Sommigen onder u zullen Goya in het meest linkse paneel ontdekken,
dat mag. Goya markeert de breuklijn tussen de oude en de nieuwe meesters. Hij
is ook de eerste politieke schilder, met onder meer zijn ‘Pinturas Negras’.
Zijn schilderij De derde mei 1808 in
Madrid is een van de meest indrukwekkende aanklachten tegen militair
geweld. De Verlichting was ook nog niet de Pyreneeën overgestoken.
Ik ben van het geheel zeer tevreden en de mensen van het MSK dan ook dankbaar dat ik dit heb mogen doen. Het is mijn eerste fresco. Al jaren denk ik eraan en nu is het zover. Het zal waarschijnlijk niet mijn laatste zijn. Terwijl ik hier bezig was, waren er mensen van Milaan, en die vroegen of ik dat in hun museum ook wilde komen doen. We zullen zien. Misschien moet ik overal ter wereld fresco’s gaan schilderen. In een ander luik is Jeruzalem niet ver weg. Hier en daar zijn wat zwarte vlekken. Dat komt omdat de wand achteraan een buitenmuur is en de twee andere zijn binnenmuren. Ik heb het zo gelaten, het hoort er nu eenmaal bij. Het is en blijft een fresco en het gevoel van een grot moet blijven bestaan. Zijn er nog vragen?’
Een gerenommeerd criticus wijst op een gelijkenis met een
eerder schilderij. Hij noemt het jaartal. ‘Fout!’ zegt Tuymans en geeft het
juiste jaar van geboorte. Waarop de criticus overschakelt naar een werk uit een
andere periode. ‘Weer fout!’ De schilder is de criticus dicht genaderd.
Spanning, die ontspant omdat op beider gezichten wederzijdse waardering te
lezen staat. Ik vraag waar Bosch zit. ‘Die is er niet,’ zegt Tuymans kortaf,
zonder mij aan te kijken. Maar met die uitspraak begrijp ik op slag waar de titel
van de tentoonstelling op slaat. Met Bosch begint en met Tuymans eindigt de
kunst. Dat besef wordt even later versterkt door een sneer richting het
S.M.A.K. waar op dat moment de laatste hand wordt gelegd aan een
tentoonstelling van Gerhard Richter, waar Tuymans niet veel mee op heeft. Hij
zegt het niet, maar zijn lichaamstaal spreekt boekdelen.
Luc Tuymans werkt af |
Uiteraard weet Luc Tuymans dat hij niet de laatste
[grote] schilder is, zal zijn. In zijn interne kunstwereld is hij dat echter
wel. Dat is zijn recht. De symboliek op een arrogant toontje ingepakt en
gepresenteerd behoort tot zijn artistiek karakter en is typisch Antwerps. Zijn
arrogantie heeft zich echter losgemaakt van bluf en blasé. Wat een komische
inslag oplevert, soortgelijk aan die van Groucho Marx. Zijn wijze van
presenteren is tevens een manier om zonder krullen zijn werk te duiden.
Dat het fresco voor het MSK gemaakt is, heeft ook een reden die niet ver te vinden is. Enerzijds verwijst het naar een historisch overzicht van wat het MSK in huis heeft. Anderzijds naar het feit dat de beeldende kunst de tijd verslaat. Elk werk, elke richting, elk genre heeft verwantschap richting verleden en toekomst. Goya geeft aan wat er staat aan te komen, Tuymans wat er is gearriveerd. Beide schilders geven een tijdsbeeld vanuit een eigen vormgeving.
Niet slecht, niet slecht. Luc Tuymans schildert geschiedenis.
guido lauwaert
VAN BOSCH TOT
TUYMANS: een vitaal verhaal
Museum van Schone Kunsten Gent -
van 21 oktober 2017 t/m 28 februari 2018.
www.museum.msk@gent.be
Museum van Schone Kunsten Gent -
van 21 oktober 2017 t/m 28 februari 2018.
www.museum.msk@gent.be
Geen opmerkingen:
Een reactie posten