Niet alle rijken zijn schurken, zoals niet alle armen heiligen zijn. Op één procent na zitten alle gangsters in de middenklasse. Zij zijn verantwoordelijk voor de neerbraak van de Opperste Leefruimte: de Kunst.
Maar wie is de middenklasse die de kunst enkel ziet als een luxeproduct? Mensen met een beperkte ontwikkeling, die kunst als een aanslag op hun persoonlijke belangen beschouwen, of kunst en kunstenaars zien als lastposten van de wereldorde.
Het vrijwaren van de ondergang van de kunst, nu zowel de
westerse als de oosterse beschaving op instorten staat, moet echter niet
verwacht worden van de rijken die de kunst in zijn betere of minder geslaagde
vormen genegen zijn. Ook niet van de armen, die door hun desinteresse geen
gevaar betekenen voor de kunst. De redding komt van de één procent van de
middenklasse.
De pionier van de kunst – in welke vorm dan ook – als opperste wijze van beschaving is Socrates. De mens die de ondergang haarfijn in kaart bracht was Nietzsche. Hij noemde Luther ‘de rampzalige monnik’, maar belangrijker is zijn uitspraak dat de Renaissance de laatste periode van een levensvatbare cultuur is geweest. Wat erop volgt is het Humanisme en in haar voetspoor de Verlichting. Zij erkennen de Kunst als esthetische basis voor de mens om het opperste geluk in zijn leven te bereiken, echter zonder meerwaarde.
Dat wil niet zeggen dat de moderne en de hedendaagse
kunst minder waard is dan zij die gecreëerd werd tijdens de Renaissance. Wel dat
elke nieuwe kunstvorm [inclusief het Dadaïsme] en elk nieuw kunstwerk er
leenrecht aan is verschuldigd. De meerwaarde van de moderne en hedendaagse
kunst zit hem in de link met de geschiedenis. Die is er altijd geweest, maar
blijkt in kracht toe te nemen. Een reden hiervoor is de opengegooide wereld.
Sinds de doorbraak van de media naar een populistisch communicatiemiddel, krijg je een sterke vermenging van de culturen en de politieke systemen. Het nog bestaande communisme heeft democratische trekjes en de democratie communistische. Zelfs de nog bestaande extreem communistische horen daartoe. Het mooiste voorbeeld is het dictatoriaal geregeerde Noord-Korea dat zich officieel afficheert als ‘Democratische Volksrepubliek’.
Binnen de hierboven geschetste evolutie, is het
propageren van de Kunst als de Opperste Leefruimte, voorbehouden aan
enerzijds initiatieven gesteund door de overheid en anderzijds de individuen.
De door de overheid gesteunde bevestigen slechts wat als algemeen aanvaarde
‘nieuwe’ kunstwerken [en hun kunstenaars] wordt beschouwd. Zij komen op z’n
minst een generatie te laat en nemen geen risico’s. Dat is weggelegd voor de
individuen. De meest bekende op dat gebied zijn de galerieën. De meeste zijn
commercieel ingesteld en schurken aan tegen de door de overheid gesteunde
initiatieven.
De werkelijk vrije propagandisten van de hedendaagse kunst zijn zwervers. Daar blijft het echter niet bij. Zij zijn niet gebonden aan regels, wetten en wat er zo bijzonder aan ze is, is hun redelijk hoge financiële status. In tegenstelling echter met kunstverzamelaars, die hun kunstwerken enkel voor eigen genoegen aanschaffen, zijn de zwervers die kunst verzamelen, zich intens binnen de kunstwereld bewegen en, wat het belangrijkste is, een sterke sociale ingesteldheid hebben. Zij maken een kwart uit van de één procent van de middenklasse die in de tweede alinea ter sprake kwam.
Eén van de markantste zwervers van Vlaanderen is Gery Van
Tendeloo [1954], bedrijvig in Kortrijk, al durft hij met een initiatief –
individueel of als onafhankelijk medewerker - de grenzen van West-Vlaanderen
over te steken. Niet onbemiddeld laat dit hem toe de kunstwereld te verkennen,
van Lampernisse tot New York.
De kennis die hij met de jaren verwierf, komt ten goede aan zijn initiatieven die verrassend en uitdagend zijn. Hij stelt kunstenaars in vraag, zonder elk werk te adoreren. Zelfkritiek en kritiek op hun favoriete kunstenaars is hem als het ware aangeboren.
De kennis die hij met de jaren verwierf, komt ten goede aan zijn initiatieven die verrassend en uitdagend zijn. Hij stelt kunstenaars in vraag, zonder elk werk te adoreren. Zelfkritiek en kritiek op hun favoriete kunstenaars is hem als het ware aangeboren.
Het meest recente initiatief van Gery Van Tendeloo is Forever, genoemd naar een kunstwerk,
prominent in beeld bij het betreden van de expositie in Bubox – Paardenstallen
– Korte Kapucijnenstraat, Kortrijk. De werken, allemaal van buitenlandse
kunstenaars op één na, komen uit de kunstverzameling van de Brusselse Aeroplastics Gallery van Jerome Jacobs. De
keuze zal vermoedelijk na samenspraak zijn gebeurd. Dit valt af te leiden uit
de taakverdeling, omgezet in titels: Jerome Jacobs is curator en Gery van
Tendeloo coach. Het meest gewaagde, en dus geslaagde, is de vermenging van
verrassing en uitdaging. Al valt een werk je tegen, is het niet ‘je ding’, toch
verwekt het vragen. Waarom valt het me tegen, verrast dit werk, daagt dit werk
me uit in zijn verrassing, verrast het door zijn uitdaging?
Gery Van Tendeloo is niet te beroerd om dat zelf toe te geven. Bij een
rondleiding kent zijn enthousiasme geen grenzen. Lyrisch wordt hij over
bepaalde werken, terwijl het omgekeerde ook het geval is. Over een werk
dat hem minder aanspreekt kan hij met evenveel enthousiasme een lamento
aanheffen.
De opperste leefruimte is de enige wereld die Gery Van
Tendeloo rest. In de loop der jaren is hij, gynaecoloog verbonden aan de
cluster van Kortrijkse ziekenhuizen, door de collega’s gemeden, en door zijn
passie voor de kunst als half-idioot bestempeld. Goed, hij is ernstig ziek, wat een reden zou moeten zijn om hem te steunen. Want in zijn
vak is hij een specialist hors categorie. Daarenboven zou hij met zijn
kunstkennis geadviseerd moeten worden, in plaats van gemeden. Dat dit niet gebeurd getuigt van
een volvette domheid, want heel wat dokters willen hun status en rijkdom tonen
met hun villa, autopark en kunstcollectie. Al te vaak blijkt die villa met
een park en een zwembad echter een mix van stijlen te zijn die met elkaar vloeken, hun
wagenpark te bestaan uit opgepompte dinky toys en hun kunstcollectie een lijn
te ontberen, en kunnen ze geen zinnig woord over een werk zeggen. Als je ze
vraagt naar de naam van de kunstenaar trachten ze met een scheel oog de
signatuur te ontcijferen.
De gebeeldhouwde guitige blik op het gelaat van Van Tendeloo [forever young] ergert ze bovendien. Klap op de vuurpijl is zijn drift, grenzend aan de goede gekte. De Kortrijkse rijke middenklasse ziet niet the method to his madness. En weet anno 2016 nog steeds niet dat je een beetje gek moet zijn om normaal te zijn.
De gebeeldhouwde guitige blik op het gelaat van Van Tendeloo [forever young] ergert ze bovendien. Klap op de vuurpijl is zijn drift, grenzend aan de goede gekte. De Kortrijkse rijke middenklasse ziet niet the method to his madness. En weet anno 2016 nog steeds niet dat je een beetje gek moet zijn om normaal te zijn.
Blijft het feit dat Gery Van Tendeloo een origineel man
is. Iemand die het van hippie tot kunstkenner heeft gebracht en een markant
kunstpromotor blijkt te zijn. Hij heeft zich gesetteld en toch een eigenste
eigen behouden van de verdrinkingsdood.
Na zijn verdwijning uit deze wereld, waar hij de dag niet van kent maar wel het uur ziet, zullen necrologieën verschijnen. In lovende bewoordingen. Ze zullen hypocriet zijn, naar hand en tand van de bourgeoisie. Liever schrijf ik een hommage over iemand terwijl hij nog leeft. Dan kan hij nog genieten [zo hoop ik althans] van de wijze waarop ik hem en zijn opperste leefruimte heb benaderd.
Na zijn verdwijning uit deze wereld, waar hij de dag niet van kent maar wel het uur ziet, zullen necrologieën verschijnen. In lovende bewoordingen. Ze zullen hypocriet zijn, naar hand en tand van de bourgeoisie. Liever schrijf ik een hommage over iemand terwijl hij nog leeft. Dan kan hij nog genieten [zo hoop ik althans] van de wijze waarop ik hem en zijn opperste leefruimte heb benaderd.
guido
lauwaert
gent, 2016-03-18
gent, 2016-03-18
FOREVER
– Bubox – Kortrijk – www.bu-box.be – t/m 1 mei 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten