donderdag 7 september 2017

OP STAP OP ZATERDAG



In tegenstelling tot heel wat Vlamingen behorend tot de lagere burgerij - zij verkiezen de geëffende paden - gingen wij vorig weekend onze eigen weg met twee bestemmingen voor ogen. Het eerste liet ons struikelen, het tweede zweven. 

EEN HULDIGING 

Tone Brulin 
De legendarische theatermaker Tone Brulin werd in 2016 negentig en dat moest gevierd worden. Daarom werd met een jaar vertraging op zaterdag 2 september 2017 om 5 uur ’s middags een huldiging opgezet in het Kaaitheater, hoofdkwartier van het Theaterfestival. Een boek zou aan de jarige uitgereikt worden. Een bloemlezing met tien theaterteksten van diens hand.
Toen wij arriveerden hadden zich een twintigtal mensen verzameld rond een paar tafels in het café van het Kaai. Wij werden hartelijk begroet door een paar oude rotten in het vak. Even later werd de gevierde binnengeleid en gedwongen vooraan plaats te nemen, samen met zijn partner. Tone Brulin lachte toen hij ons zag, al zagen wij dat hij diep moest tasten in zijn geheugen naar onze naam. Geen oneer hoor. Kan je 91-jaar oud aandachtig luisteren en zinnige praat uitslaan ben je een wijs man. Wat meer is, zo goed hebben wij elkaar nu ook niet gekend dat onze naam blijvend op zijn lippen ligt. 

Wij hadden verwacht dat geen legioen maar toch een cohorte de huldiging zou bijwonen. De theaterzaal is daar geschikt voor. Logische locatie voor een levende legende. Helaas, het bleef bij het al eerder genoemde twintigtal en het café. Wat er verder nog rondliep beperkte zich tot het personeel van de drank- en eettent, enkele technici van het festival en een paar medewerkers van het theater. Ze keken naar ons zoals men naar een versleten kerkhof kijkt.
Erwin Jans 
Dramaturg Erwin Jans, tevens samensteller van de bloemlezing, heette ons welkom en stelde de sprekers voor. De eerste was een academicus die met een PowerPoint de verwantschap aantoonde tussen de toneelstukken van de gevierde, Hugo Claus, Herman Teirlinck, Samuel Beckett en Ivo Michiels. Wat getoond werd had weinig power en nog minder point. Veel geleerd hebben wij niet en blijkbaar dachten de andere aanwezigen er net zo over, aan het applaus te horen. 

De volgende spreker was regisseur Franz Marijnen

Hij had speciaal zijn vesting op Cyprus verlaten uit respect voor de gevierde. Van hem werd verwacht dat hij een persoonlijk eresaluut aan de feesteling zou brengen en een fragment uit een toneelstuk dat hij geregisseerd had voorlezen. Het tweede deel van de verwachting gooide hij de prullenmand in, bij de PowerPoint, om zich volop te werpen op het eerste deel. Marijnen bekende dat Tone Brulin hem meer geleerd heeft dan de Brusselse film- en dramaschool, het Ritcs. Om plots het kerkhof te bekijken en pathetisch vroeg waar de generatie van tieners, van twens, van dertigers was. Die hoorden hier aanwezig te zijn. Niet met z’n allen, maar elk gezelschap, elk flink gesubsidieerd theater had toch een afvaardiging kunnen sturen. Het komt er op neer dat de jonge theatermakers hun peetvaders en –moeders niet meer kennen, en het is nog niet eens hun eigen schuld. Hun leraars, de generatie van de veertigers hebben ze verdrongen, zoals ze de rijke geschiedenis van het naoorlogs theater zijn vergeten. Wat Marijnen zei bracht uw theaterspion in herinnering wat hij ooit heeft meegemaakt: een theaterleraar keek verwonderd op toen hij de generatie van de Angry Young Men ter sprake bracht. Ja, van Pinter had de kerel al gehoord maar van een groep gelijkgezinde jonge intellectuele Britse schrijvers met die naam, nog nooit. 

Een applaus en instemmend geknik voor Franz Marijnen. Na weer plaats te hebben genomen tussen de oldtimers was het de beurt aan acteur en theatermaker  Chokri Ben Chikha
Chokri ben Chikra 
De goede, immer opgewekte man vroeg zich af waarom hij gevraagd was [misschien omdat het als een plicht gezien wordt een Belg met zuiderse roots te vragen?], wat hij stond te doen en las op ludieke wijze een fragment voor uit een toneelstuk van Tone Brulin. Hij kreeg de aan de toon van zijn betoog bijpassende lach en aan het eind instemmend applaus. 

Dramaturg Erwin Jans nam opnieuw het woord, na een koppige jeuk tussen kraag en hals dood te hebben gedrukt. Het laatste punt van het programma, zei hij, de overhandiging van het eerste [openbare] exemplaar van het boek. Ook uw theaterspion kreeg een exemplaar, al zal hij dat waarschijnlijk weer moeten inleveren bij de uitgever, na lezing door de organisatoren van dit epistel. Tenzij, tenzij wij dit verslag afsluiten met een schouderklop. Nee, dat kunnen wij niet. Omdat het godgeklaagd is hoe stuntelig dergelijke huldigingen opgezet worden en dat het maar niet lukt publiek er voor te ronselen. Veel organisatoren denken dat het voldoende is een uitnodiging online te gooien en wat flyers te drukken.
Ach, genoeg. Deze huldiging was die naam niet waard, eerder een vernedering voor The rebel with a Cause, zoals Geert Opsomer Tone Brulin ooit noemde. 

NAAR SCHOOL 

Na een lichte maaltijd lieten wij ons voeren tot diep in het Pajottenland waar de School van Gaasbeek gevestigd is, een jong cultureel centrum dat onderdak heeft gevonden in het verbouwde dorpsschooltje van een gemeente beroemd om zijn kasteelmuseum, maar een kasteel dat minder bekend is dan het nabij gelegen kasteel van Beersel. Dat heeft zijn faam dan weer te danken aan de beste strip die Willy Vandersteen ooit getekend heeft in de reeks Suske & Wiske, Het spook van Beersel. 

Een driedaagse had De School van Gaasbeek opgezet onder de noemer SeptemberFestival. Van 1 t/m 3 september werden diverse activiteiten met een poëtisch cachet gepresenteerd. Wij hadden de avond van de tweede dag uitgekozen om eens te gaan piepen. Zacht weer – alles vond dus plaats op de voormalige speelplaats van de school. 

Het Ictus ensemble bracht een wereldcreatie. Liesa Van der Aa, componiste, zangeres en leading lady van de experimentele pop in ons land, dook samen met Tom Pauwels, huisgitarist van Ictus, in de Amerikaanse rootsmuziek. Heel sfeervol, die life gebrachte muziek van Christopher Trapani en Larry Polansky, al denken wij dat deze muziek beter tot zijn recht komt in een gesloten ruimte. In open lucht is er altijd wel iets dat de aandacht afleidt. Afijn, grote stijl en klasse was er en dat zorgde voor een opperst gevoel. 

Twintig minuten pauze. Voldoende tijd om de vuurmanden te vullen en voor een microfoontest van de drie voordragers, Tine Bertels, Gene Bervoets en Clara Cleymans, verkopers van Jan Fabres woorden. 
van L naar R: Clara Cleymans - Gene Bervoets - Tine Bertels 

Ze lazen voor uit Restanten, een bescheiden boek met dwerganekdotes en keldergedachten die de voorstelling MOUNT OLYMPUS en NACHTSCHRIJVER niet haalden. Het is een waar genoegen het drietal te horen. Al verschilt hun timbre, ze surfen op dezelfde golf. De strakke toon van Tine Bertels, de frisse speelsheid van Clara Cleymans en de vrouwvriendelijke bas van charmeur Gene Bervoets schenken hetzelfde genot als een cellosuite van baas Bach. 

Een prachtige afsluiter van een culturele uitstap in mineur gestart.
De School van Gaasbeek heeft een edel niveau. Het is een tiara met echte parels bezet. Een nieuwe pluim op de al hoge hoed uit de winkel van Hinderickx en Winderickx van Hugo de Greef. Hij zal ons daar vaker zien. 

guido lauwaert 

TONE BRULIN – De Waterdrager en de dorstige – Uitgeverij ASP – 24,99 euro – www.aspeditions.be – 
Tentoonstelling Leven en Werk Tone Brulin – Kaaitheater –

DE SCHOOL VAN GAASBEEK – SeptemberFestival – e.a. programma’s - www.facebook.com / www.deSchoolvanGaasbeek.eu



Geen opmerkingen:

Een reactie posten