Regelmatig belanden verzoeken om bijstand in mijn mailbox, stranden boeken in mijn brievenbus. Sinds ik niet meer behoor tot de gevestigde mediawereld is de toestroom verminderd. Een eigenste eigen blog zorgt er wel voor dat gedumpte mensen mijn hulp inroepen. Om ruchtbaarheid te geven aan hun activiteiten. Want als de uitgevers en de media twee handen op één buik zijn, en die buik er enkel is voor vandalen en vedetten, zoeken de dumpies een nieuwe buik. De lezer zal daarom voortaan niet enkel verslag ontvangen van de strapatsen van de patriciërs op het eerste balkon, maar tevens van de plebejers op de parterre.
Leve de Burn-out
Om de nare periode af te sluiten heeft ze verslag
uitgebracht. Met een boek. Het verloop van vóór de start tot na de finish is af te
leiden uit de titels van de korte hoofdstukken. Een lukrake greep uit de mand: ‘Als
performer en perfectioniste geboren’, ‘Keihard werken, en keihard feesten’, ‘De
eerste zware ontgoocheling’, ‘Koppig doorgaan’, ‘Snikken op de E40’, ‘Totaal
opgebrand’, ‘Moe van mezelf’, ‘Tevreden met minder’, ‘Leve mijn nieuw leven’. In de laatste moet de titel van het boek gezocht worden, Leve de burn-out.
Inleider professor Etienne Vermeersch schreef na het ordenen van zijn bibliotheek
ik waan mij niet wijzer
ik weet mij niet meer dan een mens
keer mij niet af van mijn naaste
droom geen hoogdravende dromen
ik heb mijn bestemming erkend
mijn ziel is tot rust gekomen
een kind dat gedronken heeft
en rust aan de borst van zijn moeder
zo is mijn ziel in mij
[vertaling Huub Oosterhuis]
Meer dan een kwart eeuw is Roger Arteel [1935] zowat de enige theatercriticus van Knack geweest. Hoe hij dat geworden is? Van Roeselare afkomstig werkte hij al op jonge leeftijd mee aan De Roeselaarse Weekbode, voorloper van de Krant van West-Vlaanderen [waaruit en waardoor dan weer Knack ontstaan is]. Zoals elk jongmens met passie en drift schreef hij gedichten maar ontdekte al vlug dat zijn literaire wereld eerder bij het toneel lag dan bij de poëzie. Al bleef hij af en toe een gedicht schrijven.
Nog aan toevoegen, alvorens ik deze bespreking afrond met een gedicht uit de bundel, dat de uitgave prachtig geïllustreerd is met twee etsen van Linda Wyffels en evenveel van Tommy Vandendriessche.
ROGER ARTEEL – Beperkt houdbaar – Uitgave vzw Paragon – info@maggezien.net
Jessie De Caluwé is geen gehaaid schrijver. De ervaring
met teksten breien voor radio- en televisieprogramma’s ligt aan de basis van
haar schriftuur, maar voor mensen is het een hulpmiddel. Men kan erdoor leren hoe
om te gaan met vrienden in de omgeving die dreigen terecht te komen in dezelfde
situatie, want de strijder om roem zal natuurlijk ontkennen dat hij op het
mijnenveld afstevent of er al midden in zit.
Inleider professor Etienne Vermeersch schreef na het ordenen van zijn bibliotheek
het voorwoord bij deze uitgeschreven doorsmelting, Burn-out. Laat hij een voorbeeld zijn om, op welke sport van de ladder men ook staat, steeds tijd vrij te maken in tijden van nood. Het
slot van zijn inleiding onderstreept dit: ‘Een van de voornaamste leringen die
men uit dit werk kan trekken, is immers dat men een beetje mededogen moet
hebben met zichzelf. Soms moet men zich het recht geven om zwak te zijn, om
eventueel tegen iemand aan te leunen of gewoon zichzelf te aanvaarden.’
En professor Vermeersch is een notoir atheïst, doch zijn seminarieverleden
blijft [tot eigen vreugde met pretoogjes als toetje] altijd ophoesten : ‘Ook zonder de
religieuze connotatie blijft de stemming die Psalm 131 oproept op bepaalde
momenten van het leven waardevol:
ik waan mij niet wijzer
ik weet mij niet meer dan een mens
keer mij niet af van mijn naaste
droom geen hoogdravende dromen
ik heb mijn bestemming erkend
mijn ziel is tot rust gekomen
een kind dat gedronken heeft
en rust aan de borst van zijn moeder
zo is mijn ziel in mij
[vertaling Huub Oosterhuis]
Ѳ
Beperkt
houdbaar
Meer dan een kwart eeuw is Roger Arteel [1935] zowat de enige theatercriticus van Knack geweest. Hoe hij dat geworden is? Van Roeselare afkomstig werkte hij al op jonge leeftijd mee aan De Roeselaarse Weekbode, voorloper van de Krant van West-Vlaanderen [waaruit en waardoor dan weer Knack ontstaan is]. Zoals elk jongmens met passie en drift schreef hij gedichten maar ontdekte al vlug dat zijn literaire wereld eerder bij het toneel lag dan bij de poëzie. Al bleef hij af en toe een gedicht schrijven.
N.a.v. zijn tachtigste verjaardag is in beperkte oplage een selectie als bibliofiele bundel verschenen. Het eerste gedicht dateert
van 1955, het laatste van 2013. De uitgave heeft als titel Beperkt houdbaar. Met deze benaming raakt hij de kern van wat was,
is en zal zijn: Alles is relatief, inclusief de mens. Of in Spinoza’s woorden:
De mens is evenmin het centrum als het hoogtepunt van de schepping. Naar Arteel
vertaald benadrukt hij zijn plaats in de wereld, en ook in die van
het theater. Hij heeft heel wat boeiender kritieken
geschreven, bovendien met mindere hautaine inslag dan heel wat van zijn collega’s. Een aangeboren bescheidenheid joeg hem echter de Vergeten Wereld in.
Wat de relativiteit van zijn poëzie betreft slaat de titel
op het lot van het dichten. Een gedicht wordt beschouwd als het summum van wat
hoort tot de wereld van de literatuur. Toch is het gedicht maar een benadering
van een gedachte. Heeft men dat grijpt men naar pen en papier [nu: laptop met
klavier]. Het resultaat is echter slechts een burn-in, een verbranding van de
gedachte. Een gedicht mag dan groots zijn, een lang leven beschoren zijn, voor
de dichter is het niet vaak de gedachte in loslopende zinnen verkrampt. Of
zoals Hugo Claus het uitdrukte: ‘Poëzie heeft geen normen. Het danst op de maat
van het ogenblik.’ Kortweg gezegd: Eenmaal men aan het schrijven [dichten]
slaat heeft de gedachte al veel van zijn dans verloren.
Dat heeft Roger Arteel zeer goed begrepen. De titel drukt een onmacht uit,
maar de gedichten zijn dat niet. Daarom dat hij ze verzamelde en de wereld aanbiedt.
Als is het maar, en hier slaat de klok van Claus weer, ‘Voor twaalf lezers en
een snurkende recensent.’
Tot die twaalf lezers behoren, zoals in de Opdracht staat, zijn vrouw en twee
kinderen. De negen andere zijn hoogstwaarschijnlijk verwanten en vrienden uit
de naaste omgeving. Ik hoop dat ik niet de
snurkende recensent ben.
Nog aan toevoegen, alvorens ik deze bespreking afrond met een gedicht uit de bundel, dat de uitgave prachtig geïllustreerd is met twee etsen van Linda Wyffels en evenveel van Tommy Vandendriessche.
De vormgeving is heerlijk. Een bundel voor in de boekenkast, achter glas. Ver van stof en spinrag.
Acteren
Mijn lichaam is mijn instrument,
Een dubbelklavier van roes en rede.
Een dubbelklavier van roes en rede.
Ik draag het kleed van de offeraar
En het hemd van het offer
En het hemd van het offer
Ik lach en ik ween.
Ik ben de schepper en schepsel.
Ik ben de schepper en schepsel.
Maker en medium.
Masker en gezicht
Masker en gezicht
In het spel van aantrekken en afstoten,
Van zijn en doen alsof.
Van zijn en doen alsof.
[1997]
JESSIE DE
CALUWÉ – Leve de burn-out – Uitgeverij Bibliodroom – www.bibliodroom.be
ROGER ARTEEL – Beperkt houdbaar – Uitgave vzw Paragon – info@maggezien.net
guido lauwaert
gent, 2016-05-12
gent, 2016-05-12
Geen opmerkingen:
Een reactie posten