En ook in november komt de dood. De dood die nu eens hier, dan weer daar opduikt.
Vandaag in de persoon van Leonard Cohen, maar zo levendig blijft dat hij zijn
schaduw werpt over de hele wereld en iedereen laat rillen. Iedereen die de
muziekjes van de poëzie kent en zich daar aan optrekt bij dagen dat hij denkt
dat het leven een kermis is met een draaimolen en met een achtbaan die helemaal
geen acht is.
Zijn heengaan stond eraan te komen. Hij was erop
voorbereid en ik ook [net als zovelen]. En toch word je er stil van, dool je
door je geheugen. Je slentert naar je pc en duikt in je archief tot je halt houdt
bij een gebeurtenis. Een artikel was er het gevolg van. Ik kopieer het en zend
het via deze blog de wereld in. Dat mag. Dat moet. Goede herinneringen kunnen herhaald worden. Zonder aan kracht in te boeten.
Leonard Cohen in Gent
Zaterdag 11
augustus 2012. Na de ochtendthee slenter ik naar mijn bibliotheek en kies een dichtbundel.
Een uitgave van Penguin: Book of Longing.
230 pagina’s met gedichten en tekeningen van Leonard Cohen. Publicatie: 2006.
Opgedragen aan Irving Layton, een collega dichter en schrijver, overleden op 4
januari van datzelfde jaar.
Irving
Layton werd in 1981 genomineerd voor de Nobelprijs Literatuur, maar Elias
Canetti ging met de buit lopen ‘voor werken,’ om de centrale zin uit het
juryrapport te plukken, ‘die gekenmerkt zijn door ruimdenkendheid,
vindingrijkheid en artistieke kracht.’
De bundel
verdwijnt in een envelop en ik meld me wat
later aan bij de balie van het hotel waar hij logeert. Drie stofvrije baliebedienden staren mij aan als ik de envelop en mijn kaartje in
hun richting duw.
‘Wij mogen niets aanvaarden,’ zegt de middelste van het drietal.
Ik dring aan. Stijve stilte, blanke blik.
‘Wij mogen niets aanvaarden,’ zegt de middelste van het drietal.
Ik dring aan. Stijve stilte, blanke blik.
‘Goed, dan
zijn wij uitgepraat, vermoed ik?’
Ik draai mij om, ga zitten in de lobby en
bestel een café latte. Op dat moment passeert Leonard Cohen. ‘Good morning, mister Cohen,’ zeg ik. ‘Please,
will you sign your book of poems?’
'Sure,’ antwoordt hij zonder aarzeling. ‘Where is it?’
Hij signeert op het opdikkend papier. Elke letter is een schildering.
'Sure,’ antwoordt hij zonder aarzeling. ‘Where is it?’
Hij signeert op het opdikkend papier. Elke letter is een schildering.
Hij heeft
gesigneerd op een pagina met een van mijn favoriete gedichten. Hij ziet twee
met potlood onderstreepte versregels. Een vinger gaat naar het blad. ‘Why these lines?’
‘I find them
strong.’
‘O, I prefer the next two.’
Ik lees ze. ‘Yes, indeed, they are stronger. But the stronger ones need to draw attention to the weaker.’
‘O, I prefer the next two.’
Ik lees ze. ‘Yes, indeed, they are stronger. But the stronger ones need to draw attention to the weaker.’
‘Are you coming to the concert?’, vraagt hij.
‘I will, sure, but it’s sold out, I hear. Full house.’
Leonard wenkt een struise man die vanuit de verte toekijkt.
‘Give Guido a ticket,’ zegt hij. En zich naar mij wendend. ‘One or two?’ Voorzichtig opper ik dat het morgen de verjaardag is van mijn vriendin. ‘It would be a nice birthday present.’
‘Make it two,’ zegt hij tegen de kerel.
‘Which day?
‘Tuesday!’
‘I will, sure, but it’s sold out, I hear. Full house.’
Leonard wenkt een struise man die vanuit de verte toekijkt.
‘Give Guido a ticket,’ zegt hij. En zich naar mij wendend. ‘One or two?’ Voorzichtig opper ik dat het morgen de verjaardag is van mijn vriendin. ‘It would be a nice birthday present.’
‘Make it two,’ zegt hij tegen de kerel.
‘Which day?
‘Tuesday!’
Hij maakt
aanstalten om te vertrekken maar wordt opgehouden door een koppel. De man vraagt
om een foto. Cohen, een frêle man en naast hem een Amerikaan, mooi in het vet.
Een foto vragen was ik niet van plan, maar de lef van de man verdrijft mijn
aarzeling. De balieman wordt erbij geroepen. Hij maakt met mijn eenvoudig
mobiel toestel een foto.
‘Nice stay
in Ghent,’ zeg ik ten afscheid.
Handen worden geschud. ‘Thank you, Guido.’
Aanvankelijk
was het niet de bedoeling het gesprek openbaar te maken, maar een gedachte
kreeg beeld. A
tribute to the most gently man I ever meat… en waar de
stijl en de klasse onmerkbaar van af druipt. Moet kunnen. Mocht niet verloren
gaan.
Dinsdag 14
augustus. Stipt om acht uur, onder een licht-bewolkte hemel en in een zoete
warmte zoeken de muzikanten en drie vocals hun plek. Leonard Cohen sluit de
rij en begint zonder intro aan zijn eerste lied, Dance
me. Het begin van een vier uur durende performance. De 78-jarige
dichter en zanger lijkt de hele duur van het concert 50 jaar jonger. Wat me ook
opvalt is een totaal gebrek aan valse gevoelens. De klassieker The Partisan, wordt gebracht alsof hij
even voordien de bezetter omzeilde en verslag uitbrengt bij de leiding, het
gemoed nog geschonden door het verlies van strijdmakkers en de dood van de oude
vrouw die hen verborg, she died whithout a whisper.
Derde
sterkte: Cohen geeft de muzikanten en de zangeressen ruimte om te soleren,
terwijl hij opzij gezeten de vinger op de pols houdt. Zijn eeuwige hoed zet hij
af als zij de hoofdrol overnemen. De opbouw van de belichting sluit naadloos
aan bij het breken van het licht. Natuur en cultuur versmelten. Na anderhalf
uur sluit hij het eerste deel af met Anthem.
Een pauze van een half uur. Achtduizend mensen zoeken wat ze willen vinden. Het
toilet, een drankje, een broodje. Bekende ontmoet vreemde. Ze worden vrienden.
Praten met elkaar. Ieren, Engelsen, Nederlanders, Duitsers, Belgen uit de negen
hoeken van het land verliezen hun nationaliteit maar niet hun identiteit.
Idealisme wint het van provincialisme.
Het tweede deel start met een lied, waarvan het
indringendste vers luidt: ‘I said to Hank Williams: how lonely does it get? / Hank
Williams hasn't answered yet / But I hear him coughing all night long / A
hundred floors above me / In the Tower of Song.'
Het is intussen nacht geworden. Toch blijft het brandend
braambos jong licht uitstralen. De bindteksten lijken wel vredesboodschappen,
zonder een spoor van cliché, de geur van paté. Cohen is een diplomaat zonder
jezuïetenstreken. En het gaat maar door. Het hele palet van moderne
muziekvormen komt aan bod. Elke golf is verschillend en toch vormen ze een
hechte vloed. Even
over elf uur volgt Take this Waltz.
De ideale afsluiter. Maar het applaus is
nauwelijks begonnen of hij begint aan de bisnummers. Zeven! Het publiek mompelt
de tekst mee van Marianne en Closing time. Als hij I tried to leave you inzet, een monkel
om de mond, begint het publiek te lachen. Een breekbare lach. Want langzaam
maar zeker is het concert een vredesmanifestatie geworden, een pleidooi voor
meer democratie met minder politiek. Cohen heeft alle muren gesloopt… en
iedereen begrijpt de reden waarom hij, 78 jaar oud, keer op keer de barricaden
opklimt 'Cause don't forget who's taking you home / And in
whose arms you're gonna be / So darling, save the last dance for me / Save the
last dance for me / Save the last dance for me…’
Bij het verlaten van het
Sint-Pietersplein ontmoet ik de Israëlische ambassadeur. Hij is met
politiebegeleiding voor en achter zijn wagen gearriveerd, maar staat in zijn
eentje tussen het langzaam afdruipend publiek. Lurkt rustig aan zijn pijp.
‘It was even high-minded as a classic concert,’ zeg ik. Hij corrigeert me, een trekje van zijn pijp nemend en starend naar het verlaten maar niet lege podium: ‘It was a synagogue.’
‘It was even high-minded as a classic concert,’ zeg ik. Hij corrigeert me, een trekje van zijn pijp nemend en starend naar het verlaten maar niet lege podium: ‘It was a synagogue.’
Terug naar 2016 Leonard Cohen: The man, his songs and
poems are one.
This is it, luidt de titel van een gedicht. De bundel heb ik opnieuw uit de kast gehaald en lees:
‘This is it / I’m going to sleep now darling / Don’t try to stop me / I’m going to sleep / I’Il have a smoot face / and I’m going to drool / I’Il be asleep / whether you love me or not / … ‘.
De eerste maal dat ik naar New York trok, logeerde ik in het Chelsea Hotel. Om dicht te zijn bij de geesten die mijn poëtische kunstzin vorm en inhoud gaven. Waaronder...
This is it, luidt de titel van een gedicht. De bundel heb ik opnieuw uit de kast gehaald en lees:
‘This is it / I’m going to sleep now darling / Don’t try to stop me / I’m going to sleep / I’Il have a smoot face / and I’m going to drool / I’Il be asleep / whether you love me or not / … ‘.
De eerste maal dat ik naar New York trok, logeerde ik in het Chelsea Hotel. Om dicht te zijn bij de geesten die mijn poëtische kunstzin vorm en inhoud gaven. Waaronder...
guido lauwaert - gent, 11 november 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten