dinsdag 5 juni 2018

DE MAN DIE IN HET THEATER WOONT

Omslagbeeld: Jan Versweyveld 



In de epiloog van het boek ‘IVO VAN HOVE – Theater van de Lage Landen tot Broadway’ zegt de geportretteerde wat hem drijft: ‘Theater is altijd een zoektocht en dus vernieuwing.’ 

Het belangrijkste woord uit zijn statement is ‘dus’. Wat verder in de epiloog detailleert Ivo van Hove zijn credo: ‘In een museum, schouwburg of bioskoop wil ik ondergedompeld worden in chaos. Ik wil verward worden, bang zijn, hoop hebben. Kunst moet ons een kijk in onze zwarte ziel geven. Kunst doet ons naar onszelf kijken. Kunst biedt remedies voor mensen, voor samenlevingen in nood.’
Wat ‘dus’ wil zeggen: Vanuit de verwarring, de chaos wil Ivo van Hove zijn boodschap zo meegeven dat de mensen – toeschouwers van zijn voorstellingen – zelf op zoek gaan naar het verfrissen van hun eigen mening, overtuiging in samenhang met het dagelijks gebeuren in onze directe en indirecte omgeving. Kunst, en in het geval van Ivo van Hove theater in het bijzonder, is het breken van het brood en het geven aan de tafelgenoten, de toeschouwers. 
David Bowie & Ivo van Hove - foto Jan Versweyveld 

VAN HOOGSTRATEN TOT BROADWAY
Ivo van Hove wordt zestig op 28 oktober. Goede gelegenheid om de man te huldigen die zijn producties in alle continenten gespeeld weet. Die het als gepassioneerde regisseur heeft gebracht van het jongensinternaat in Hoogstraten tot Broadway, New York. Samenwerkte met o.m. Juliette Binoche, Jude Law en David Bowie. Hoe kan de huldiging beter geschieden dan met de uitgave van boeken over wie hij is en wat hij deed, doet en zal [hoopt te] doen? Het meest complete boek is van de hand van de Nederlander Emile Schra. Vlot geschreven, nuchter, ter zake doende. Met een heldere evolutie bovendien, vertrekkend vanuit – in theatertaal – vier bedrijven met elk een aantal scènes. Elk bedrijf wordt ingeleid met een citaat, geplukt uit de vele gesprekken tussen de interviewer en de geïnterviewde. Het is bovendien gelinkt aan het inhoudelijke van het bedrijf.
Voorbeeld:
I. DE VLAAMSE JAREN – Kwaadmechelen – Hoogstraten – Antwerpen – Brussel – Gent – Eén ding was duidelijk: ik wilde écht weg! Ik wilde overal weg. Weg uit dat dorp! Weg uit België! Weg! Weg! Weg! Ik wilde kunnen roepen: hier ben ik! Ik ben mezelf! Een waanzinnige illusie natuurlijk, maar toch. Ik wilde iets, ik zocht iets, maar ik vond het nog niet.’ 

DE TOTALE OVERGAVE
Het portretboek - rijkelijk geïllustreerd - schetst Ivo van Hove ten voeten uit. Bij een persoonlijke ontmoeting komt hij gereserveerd over, met stijl en klasse, vrij van stof en vlek. Door het boek leer je de gevoelens van Van Hove kennen. Wat hem dreef, wat hem bezielt, wat hij steeds weer opnieuw bereiken wil: de eeuwige zoektocht in de voortdurende vernieuwing, perpetuum mobile horizontaal en verticaal. Hij levert zich ten volle over aan de interviewer, en via hem aan de lezer, zonder de gereserveerdheid prijs te geven. De totale overgave is voorbehouden aan het theater, om precies te zijn, de repetitieruimte. Vanaf zijn eerste regie in 1981 tot zijn meest recente blijkt dat het oord van het gesproken woord zijn huis en thuis is. Waar hij ook tafel en bed staan heeft, ze zijn maar voorportalen van de werkelijke woning van de straks zestigjarige. 

ALLES IS TOEGESTAAN
Eigenlijk is al dat al zo van vóór zijn eerste regie, van toen hij lid werd van de schooltoneelgroep. Emile Schra [blz. 29]: ‘… het theater wordt op zijn beurt weer een ommuurde wereld binnen die van het internaat. Maar dan geen beperkende wereld, geen gevangenis, maar omgekeerd: een oord waar het veilig, warm en goed toeven is. Van Hove: “Ik werd me er daar van bewust dat, als eenmaal de deur van de repetitieruimte is gesloten, alles is toegestaan. Je kunt uiting geven aan iedere fantasie en obsessie. Het is een totale vrijheid van geest, van leven.”’ 

DE GODEN VAN HET THEATER
Wat valt er verder nog te leren van dit boek, dat gaat over de man die in het theater woont? Zeer veel, maar het belangrijkste is wel dat Ivo van Hove als volbloed theaterman de regisseur naast de auteur heeft gezet. Niet dat hij de tekst van de auteur – of het nu Sofocles, Ingmar Bergman dan wel Margeurite Duras is of Luchino Visconti – wil beschadigen of minimaliseren voor eigen gewin, maar ten voordele is van de acteur als personage en mens. Voor Van Hove zijn de acteurs de goden van het theater en is elke acteur, met een grote of kleine rol, even belangrijk om het concept tot leven te wekken, te laten bloeien. Citaat [blz. 63]: ‘Theater is in essentie samenwerken. Er ontstaat niets vanuit één persoon. Ik geloof niet in het soort regisseurstheater dat bepaalt dat alle ideeën voor een voorstelling uit één hoofd kunnen komen. Je moet je als theatermaker openstellen voor alle impulsen tijdens de repetitiefase, zeker ook voor die vanuit de acteur. Ik ben er niet in geïnteresseerd om datgene wat ik toevallig in mijn hoofd heb op een acteur over te planten.’ 

TOTAALSPEKTAKEL 
Het belang van de acteur in het functioneren van Ivo van Hove als theatermens valt ook op te maken uit het gezelschap dat hij tot zowat het belangrijkste van de wereld [geen grootspraak] heeft gemaakt. Toneelgroep Amsterdam [vanaf augustus 2018 INTERNL THEATER AMSTRDM] is geen bont gezelschap. Het is een groep met een strak gehouden familieband, gegrondvest op passie voor de handel en onderling geloof in de wandel. De extra couleur wordt verzorgd door het gebruik van camera’s voor projecties op groot scherm en het extra stofferen met buitenopnames. Elke productie wordt zodoende een totaalspektakel met een vijfde wand. Het inzetten van moderne technische middelen is al langer gaande. Ivo van Hove heeft die verfijnd, in de samenwerking een logica gestoken, met behulp van Jan Versweyveld, Van Hoves vaste scenograaf.
De samenwerking heeft met de jaren geleid tot de voorstellingen die wereldwijd vertoond werden / worden. Met – althans wat mij betreft – als kroonjuweel de Romeinse tragedies. De zes uur durende voorstelling is gebaseerd op Coriolanus, Julius Caesar en Antonius & Cleopatra van William Shakespeare, drie stukken die gaan over het politieke spel in al zijn facetten. 

ELKE BURGER IS POLITICUS
D’accord, er zijn andere legendarische voorstellingen signatuur Van Hove/Versweyveld – Kings of War, The Fountainhead, Na de repetitie/Persona en de trilogie Louis Couperus, maar Romeinse tragedies vindt zijn keizerlijke allure in het feit dat de toeschouwer betrokken wordt in het spektakel. Hij is letterlijk figurant én figuurlijk participant. Hij is mede verantwoordelijk voor de tragedie[s]. Ivo van Hove wil met zijn concept als het ware zeggen: elke burger is politicus. Steek de handen niet in de lucht en zeg niet ‘Wir haben es nicht gewuβt’. Romeinse tragedies is van alle tijden. Gebaseerd op de Romeinse tijd, verwerkt in de Elizabethaanse periode [Engelse renaissance], en naar de twintigste eeuw gebracht, want al zijn we al aardig in de 21ste, we leven in gedachte en daad met de sporen, het actueel verleden van de 20ste eeuw. 

Foto Jan Versweyveld 
FABULEUZE PRESTATIE VAN DE ACTEURS
De intussen tienjarige voorstelling wordt voor de laatste maal hernomen. In het raam van het Holland Festival 2018 wordt Romeinse tragedies van 15 t/m 21 juni in Amsterdam gespeeld. Het  zal de vierde maal zijn dat ik de voorstelling consumeer, meer zal ik zien, wijzer worden, meer vrede vinden voor mezelf en vanuit mezelf voor de andere mens. Het theater is een aula en de voorstelling een driedimensionaal filosofisch traktaat.
Er zijn nog kaarten – de dag dat dit artikel verschijnt – maar het gaat snel. Tot slot nog aan toevoegen dat er wel hoofdrollen zijn, maar dat alle, ALLE acteurs op zeer hoog niveau presteren. De voorstelling is een ervaring die je met verstomming slaat en je voor de rest van je leven meedraagt. 

guido lauwaert
gent, 2018-06-05 

IVO VAN HOVE – Theater van de lage landen tot Broadway
- Emile Schray – Polis – www.polis.be - 
Paperback ISBN 978-94-6310-216-2 - € 22,50

ROMEINSE TRAGEDIES – Toneelgroep Amsterdam -
Koninklijk Theater Carré –
www.tga.nl & www.carre.nl



Geen opmerkingen:

Een reactie posten