woensdag 11 januari 2017

DELPHINE LECOMPTE ZWANGER!




Niet dat zij een kind verwacht, dat is ver voorbij het laatste wat je van de Gentse in Brugge residerende dichteres mag verwachten. Haar zwangerschap zal – als alles naar wens verloopt – een nieuwe dichtbundel opleveren. De bevalling van haar zevende bundel is voor augustus. De naam van de boreling is al bekend… WESTERN

De komende weken zal Delphine Lecompte volop in de belangstelling staan. Ze maakt deel uit van het dichterspakket van de tournee Saint-Amour 2017, is genomineerd voor de VSB Poëzieprijs, wat [alweer] een rondreis in de Nederlanden oplevert. De bekendmaking van de winnende bundel en de prijsuitreiking vallen samen op 26 januari 2017 in het Grand Theatre Groningen, tijdens de openingsavond van de Poëzieweek 2017. Over haar bundel schrijft de jury: ‘Delphine Lecompte zou zomaar een natuurtalent kunnen zijn. Van Dichter, bokser, koningsdochter gaat een grote urgentie uit: deze gedichten wekken de suggestie dat ze onmogelijk ongeschreven hadden kunnen blijven. Haar even mateloze als eigengereide werk voelt van levensbelang. Lecompte schept een unieke wereld, grotesk, wreed en lachwekkend tegelijkertijd. Haar universum wordt bevolkt door personages en situaties die bruut je verbeelding binnenvallen en daar blijven spoken in je klaarwakkere dromen. Delphine Lecompte is de boksende koningsdochter van de Nederlandse poëzie.’ 

Fraai proza maar… het zegt niet wat de gedichten in wezen vertellen. Elk gedicht is een poëtisch verhaal en kan als dusdanig licht geconsumeerd worden. In de schaduw van elk verhaal echter schuilt wreedheid en vergelding. Met alles wat haar verleden én haar heden heeft gebracht. Ze verwoordt het op een lucide manier, maar proef de afkeer voor het burgerlijke zijn van de schijn.
Minzaam in de omgang, als harnas. De rust zelve, zo lijkt het wel. In werkelijkheid is Delphine Lecompte een kernbom die op springen staat. Temperatuur nooit onder de 5000 graden. Ruim een jaar geleden portretteerde ik haar als ‘de Florence Nightingale van de hedendaagse Vlaamse poëzie, in het harnas van Jeanne d’Arc.’ Een etiket dat ze heeft laten plaatsen op de achterzijde van de kaft van de genomineerde [zesde] bundel. In haar gedichten indringend – wat slechts lukt na veelvuldige herlezing – vind je echter hetzelfde dichterslied als dat van Patti Smith, namelijk de melodie van de jacht, met de prooi als jager. 

Vergezocht? Oordeel zelf. Delphine Lecompte stuurde enkele gedichten uit haar bundel in wording. Western, weet u nog. Wat opvalt aan de nieuwe gedichten is de evolutie met de vroegere. Ze zijn minder luchtig maar de luciditeit is gebleven. Haarscherp. Sa poésie de la cruauté is onthullend. De titel van het eerste gedicht laat daarover geen twijfel bestaan. En al helemaal niet na de lezing ervan. 

guido lauwaert
gent, 2017-01-11 


Delphine Lecompte 


Aap goed, al goed

Het is zomer en er kleven postzegelrandjes
Aan de vingers van de boeman van de duinen
Hij houdt van mijn domme mond, ik hou van zijn wegkijkende ogen
Hij houdt van mijn versprekingen, ik hou van zijn schepen in flessen
Het is jammer dat de dorpsoudsten onze relatie veroordelen, of is het vooral grappig?

Het is herfst en er vallen doden in een gulzig land
Waar de boeman van de duinen ooit aan een slangenprocessie deelnam
Waar zijn moeder een visser met huid en haar verslond
Waar zijn vader een dapper vissersbestaan leidde
Het is tragisch dat we sympathieke wezen zijn, of zijn we vooral zalig?

Het is winter en er hangen vossen aan mijn pijpen
Ik heb de boeman van de duinen naar het buitenland gezonden
Nu heb ik het rijk voor mij alleen
Ik sla hobo’s aan gruzelementen en gooi mezelf te grabbel
Slechts twee lamlendige sponzenverkopers willen grabbelen, broers natuurlijk.

Het is lente en de boeman van de duinen keert terug
Met riemen, pantoffels, borstbollen, hosties, eekhoorns, kolibries, en een vrouw
Ik ben niet opgetogen over de intrede van de vrouw
Ik probeer haar te wurgen, maar ze is sterker dan ze eruitziet
Ik probeer haar te vleien, maar ze is slimmer dan ze zich voordoet.

Het is opnieuw zomer en ik neem afscheid
Van de boeman van de duinen en zijn onverwoestbare vrouw
Op de dijk vind ik een orgeldraaier die zich over mij wil ontfermen
Zijn aapje heet Delphine, ik ook.



Een geitenboerderij en genialiteit

De kippen aan het spit doen je denken
Aan de opgezwollen enkels van je moeder
Ze is dood, maar je weet het nog niet
We lachen met de gekuifde poelier
Die overdreven gearticuleerd een neger te woord staat.

Vroeger dacht je dat negers dom waren
Nu denk je dat ze je vrouw willen overmeesteren
De lucht is grijs, een ram ontsnapt uit de wei
En bijt een kansloze regisseur in de arm
Het voetpad is nat, je zegt: ‘Mijn moeder is dood, maar ik weet het nog niet.’

Je keert terug naar je paleis
Ik blijf gewoon zwerven
Mijn zwerversnaam is ‘Feisty Salmon’
Mijn beste slag is de crawl
Mijn ouders zijn dood omdat ze trager waren dan de vlammen.

Ik kom mijn schuldbemiddelaar tegen op de markt
Hij zegt: ‘He Feisty Salmon, als je mij pijpt
Dan scheld ik je een wafelijzer en een paar skisokken kwijt!’
Ik negeer hem en pijp een betere man
Een man die mij niets kwijtschelden kan, een melancholische garagist.

Veel later sta ik op een golfbreker
Te onderhandelen over de prijs van mijn ziel
De duivel wil mij slechts charisma geven
Charisma is veel te vaag, ik wil een geitenboerderij en genialiteit
Een geitenboerderij in Zuid-Frankrijk, en genialiteit overal.


God in de wasserette

Ik kom God tegen in de wasserette, hij ziet er verfomfaaid uit
Hij staart wezenloos naar zijn tuimelende overhemden
En nog wezenlozer naar zijn buitelende sokken
Een broek draagt God niet, zijn geslacht ziet er ongebruikt uit
Ik vraag God of hij mij 20 cent kan lenen voor een pakje wasverzachter.

Hij geeft mij 20 cent en onder mijn voeten omdat ik gisteren heb gedronken
En de collectie gefossiliseerde boktorren van een argeloze vogelwichelaar heb verdonkeremaand
Ontkennen heeft geen zin, berouw voorwenden evenmin
God leest mij als een Zuid-Afrikaans telefoonboek, als braille op mijn angstremmers, als bloed
Terwijl mijn kleren zacht worden vertel ik God over mijn problematische relatie met de oude
Kruisboogschutter.

‘Het probleem is dat hij ijdel en zelfgenoegzaam is. Het probleem is dat zijn boog nooit gespannen Staat. Het probleem is dat hij mijn Clumber spaniël haat. Het probleem is dat hij niet wil
Dat ik een roedel mokkabruine Stafford terriërs adopteer. Het probleem is dat hij 13 Congolezen
Heeft vermoord. Het probleem is dat hij te vaak zijn medailles uit de kast haalt. Het probleem is
Dat hij spot met mijn garderobe. Het probleem is dat hij mijn stomme gedichten niet leest.’

‘Veel problemen,’  Zegt God laconiek
Hij haalt zijn overhemden en sokken uit de droogkast
En propt ze in een gifgroene sporttas van het verwerpelijke merk Puma
Wanneer ook mijn kleren droog zijn eten we een croque monsieur in een nabijgelegen herberg
God morst ketchup op zijn handrug, ik zwijg in alle talen over zijn zoon.

Ik eet traag omdat ik God zo lang mogelijk bij me wil houden
Maar om 19u verandert hij in een citroen
Ik bestel een tequila, het probleem is dat ik geen huis heb.

Delphine Lecompte, Western (De Bezige Bij, 2017)







Geen opmerkingen:

Een reactie posten