Romans
worden, net als hun schrijvers [op een handvol na], vergeten. Ze verdwijnen in
de massa want er duiken alsmaar nieuwe op. Sommige schrijvers en romans blijven
echter in het geheugen plakken omdat ze een sterke indruk hebben nagelaten. In
geval van kunstenaars, die een aparte vorm van historici zijn, verschijnen ze
weer wanneer zij op zoek zijn naar een idee. Voor regisseur Luk Perceval was
dat Hugo Claus en diens roman uit 1972, Het
jaar van de Kreeft. Als gastregisseur van Toneelgroep Amsterdam heeft
Perceval de roman omgezet in een voorstelling. Een fascinerend taal-, klank en
bewegingsspel is het geworden.
In 1953 schilderde René Magritte een van zijn
beste en daarom beroemdste schilderij, Golconde.
Het verwijst naar de gelijknamige ruïnestad Golconda in de Indiase deelstaat Andhra
Pradesh. Wat minder bekend is, is dat Magritte in
hetzelfde jaar een gouache maakte met dezelfde benaming. Terwijl de personages
in het schilderij boven een stad zweven, hangen ze in de gouache boven een
landschap.
Het is niet duidelijk of ze stijgen dan wel dalen. Met een beetje slechte wil,
geboren uit domheid, wat ieder van ons in zekere hoeveelheid heeft, kan men
denken dat het schilderij / de gouache een ingelijst staal is van behangpapier.
Magritte verklaarde ooit dat Golconde
was ontstaan uit een plotseling visioen. Een spontane ingeving als onderdeel
van zijn eeuwige zoektocht naar het probleem van de ruimte. ‘Alle mensen
stijgen op omdat ze geruïneerd zijn en omdat ze luchtkastelen bouwen.’
Ruïne en luchtkasteel,
ze zijn de sleutelwoorden van de roman. Bij verschijnen werd hij afgedaan als
een stationsromannetje. Een gedachte die Claus in de hand heeft gewerkt door
een uitgekiende reclamecampagne met aan de startlijn een interview met Henk van
der Meyden in De Telegraaf. Het
zorgde voor een schandaal: een schrijver van niveau leest geen schandaalkrant
en verbroedert niet met een roddeljournalist. Second in line voor de hurlyburly was het feit dat de hoofdpersonages
de schrijver zelf en de actrice Kitty Courbois zijn, indertijd volop in de belangstelling
staande.
De laatste dankte haar bekendheid niet enkel aan haar talent, maar tevens aan
de verhouding met de eerste. Een stormachtige romance tussen een oudere man en
een jonge vrouw. Fragmenten van de roman verschenen in twee opeenvolgende dagen
in De Telegraaf. Voor puntgave
waarheid zorgde het sterrenbeeld van Kitty Courbois, want geboren op 13 juli:
Kreeft.
Natuurlijk is de roman een weerslag van de verhouding tussen beiden, maar
slechts ten dele. De verhouding is de kapstok. Dat die kapstok een kleerkast
werd komt door de reclamecampagne. Met als resultaat dat de diepere laag verloren
ging. Gelukkig heeft Luk Perceval die weer opgediept, met behulp van dramaturg
en bewerker Peter van Kraaij. Beiden hebben de roman na grondig overleg niet
alleen gestript tot er geen gram vlees meer aan zat, maar zelfs het gebeente
weggegooid en slechts het merg behouden.
Ruïne en luchtkasteel,
ze zijn niet alleen de sleutelwoorden, maar bovendien hart en ziel van een
allesverzengende passionele verhouding. Hij is bij dag als bij nacht een
dagdroom en een nachtmerrie. Waardoor er geen greep op te krijgen valt. Claus
heeft de onvatbaarheid heel subtiel verwoord, op zijn manier, en er een
architecturale vorm aan gegeven, want tussen zwart op wit en wit op zwart staan
literaire wetten en ook verbeelding die elke lezer moet verstaan.
Daarom telt de roman vier seizoenen, opgedeeld in vijf delen, want de winter
begint halverwege de tweede helft, simpelweg gezegd nà Driekoningen, en eindigt
in de eerste helft, alweer simpelweg gezegd, kort na Sint-Nicolaas.
De cirkel is daardoor niet alleen rond, door de splitsing van de winter in twee delen door Claus verbeeldt hij het perpetuum mobile van de liefdesmachine.
De cirkel is daardoor niet alleen rond, door de splitsing van de winter in twee delen door Claus verbeeldt hij het perpetuum mobile van de liefdesmachine.
De architectuurtaal
van Claus heeft Perceval behouden. De natuurelementen zijn echter gesneuveld.
Alle aandacht in de voorstelling gaat puur naar de natuur van het passiespel.
Onder een vijftigtal opblaasbare poppen speelt zich de een jaar durende
verhouding af. De poppen zijn man noch vrouw, of beter, ze zijn zowel man als
vrouw. De stijve penissen komen niet uit de onderbuik, maar uit de navel. Ze
verbeelden dus tevens de navelstreng.
© Sanne Peper
|
Geslachtloos kan je de poppen echter niet noemen. Door een subtiele ingreep.
Het lichaam is helder terwijl het hoofd donker is. Wat je ziet hangen is dus
niet een vrouw of een man, maar dé mens.
Luk Perceval heeft voor zijn
theatrale visie op de roman slechts de hoofdpersonages behouden. Gijs Scholten
van Aschat speelt de man [Pierre] en Maria Kraakman de vrouw [Toni]. Ze doen
dat met een beheersing waardoor ze geen spelers meer zijn. Ze tillen het spel
uit boven het fictieve van een toneelopvoering. Het lijkt wel of beiden
werkelijk een verhouding hebben. Ware er het – half binnensmonds – vermelden
van de seizoenen niet geweest, je zou als toeschouwer kunnen denken dat je
getuige bent van een dag en een nacht uit het leven van Adam en Eva anno 2016.
Van Aschat zowel als Kraakman trekken alle registers van het passiespel open en
maken er een pracht van een kluwen van. Het ingewikkelde als duistere ervan
wordt helder en blijft toch onontwarbaar.
Realiteit en verbeelding
worden versterkt door de contrapuntische constructie. Jeroen van Veen levert
pianomuziek. Vooraf gecomponeerde, dat wel, maar door de live uitvoering weet
hij wanneer hij Karajan moet zijn of Herreweghe. Nu eens onderstreept hij de
gevoelens van een scène, om in een andere die met zijn inleving op te peppen.
Acteur, actrice en pianist presteren afzonderlijk en samen op hoog niveau.
Iemand de kroon geven is dwaas, maar dwaasheid is geen zonde. Daarom dat de
kroon past op het hoofd van Maria Kraakman. Wat een soepelheid in taal en spel.
Met haar vertolking van Toni in deze productie verzilvert Kraakman haar status
als steractrice.
Verwonderlijk is het hoe Luk
Perceval de kaalheid van het scènebeeld, die per productie toeneemt, weet om te
zetten in een warm, haast intiem gevoel, met af en toe een koudegolf, net lang
genoeg om de toeschouwer geen rilling te bezorgen. Perfecte timing. Met zijn
regie heeft Perceval tot slot de roman van Claus ontdaan van zijn
Libelle-imago. Het werd tijd.
Ga dit zien, ga dit zien, schoner dan een vliegmachien.
guido
lauwaert
gent, 2016-03-29
gent, 2016-03-29
HET
JAAR VAN DE KREEFT, naar de roman van Hugo Claus – productie van Toneelgroep
Amsterdam – op reis tot eind mei 2016 – passeert langs Gent [NTGent] en
Antwerpen [deSingel] – info www.tga.nl
Ridderlijk bewogen taalgebruik.
BeantwoordenVerwijderen